Opnieuw beginnen
Bij Marcus 1,1-11
Mariekes moeder heeft iets bijzonders. Elke ochtend bij het opstaan, en elke avond voor het slapen, zegt ze tegen Marieke en haar broertje: ‘Jij bent mijn lieve kind. Ik ben blij met jou.’ Dat is zo fijn, als ze dat zegt.
Maar vandaag is haar moeder vast niet blij met Marieke. Vanmorgen ging het namelijk helemaal mis met haar spreekbeurt. Die zou Marieke eigenlijk gisteren voorbereiden. Telkens dacht ze: nu ga ik beginnen, maar toch lukte het niet. Eerst moest ze nog even televisie kijken. Daarna ging ze nog even buiten spelen, want het was zulk lekker weer. En toen moest ze tafeldekken. En na het eten was ze zó moe dat het ook weer niet lukte.
En nu heeft ze haar spreekbeurt gehad. Stom, ze wist helemaal niet meer wat ze zou vertellen. Ze stond maar wat te stotteren.
Wat zou Marieke graag willen dat ze opnieuw kon beginnen. Dan zou ze gelijk na schooltijd beginnen met voorbereiden en niet eerst televisie gaan kijken. Maar ja, dat kan dus niet…
Marieke komt tussen de middag helemaal sip thuis. Het is mislukt. Maar haar moeder geeft haar een dikke knuffel en zegt: ‘Toch ben jij mijn lieve kind, hoor, en ik ben nog steeds heel blij met jou.’
Dat helpt. Marieke is alweer wat minder sip als ze die middag op school komt. Dan spreekt de meester haar aan. ‘Marieke, wat was er nou aan de hand?’ vraagt hij. ‘Je kunt veel beter dan dit.’
Marieke vertelt wat er allemaal is misgegaan. ‘Weet je wat,’ zegt de meester, ‘als je het nou nog eens probeert, morgen, zou het dan niet veel beter gaan?’
Ja, dat denkt Marieke wel. Omdat de meester haar nog een kans geeft én omdat ze weet dat haar moeder altijd van haar houdt.