Opstanding
1 Korintiërs 15,50-58
(Kijkbijbel p. 306)
Het was weer zondag, en de mensen waren naar de kerk gekomen. ‘Nu mogen jullie naar voren komen, ik ga het slot van het paasverhaal voorlezen,’ zei de dominee tegen de kinderen. En hij las voor hoe vroeg in de morgen een paar vrouwen naar het graf van Jezus gingen. En hoe daar een engel zat, die zei: ‘Jezus is opgestaan uit de dood. Hij leeft. Zeg dat maar tegen zijn leerlingen.’ ‘Dit gaat over een wonder van God, kinderen, het is voor mensen moeilijk te begrijpen,’ zei de dominee.
Precies op dat moment klonk er een zacht geruis hoog door de kerk. Met open mond zag iedereen, hoe uit het niets een vederlicht meisje boven hun hoofden tevoorschijn kwam en zachtjes op de preekstoel landde. Een geur van uitgeblazen lucifers trok over de mensen heen, en sommigen moesten ervan niezen. En van de preekstoel klonk een aardig stemmetje: ‘Dag lieve mensen, herkennen jullie mij? Ik ben het meisje met de zwavelstokjes. Ik zwierf buiten op straat, in de bittere winterkou. Niemand liet me binnen. Om me te warmen stak ik toen één voor één mijn zwavelstokjes aan. En toen ze opgebrand waren, ben ik gestorven en naar mijn lieve grootmoeder in de hemel gegaan. En nu heb ik het warm en goed. Dag dag, ik ga weer!’ Ineens was de preekstoel leeg, en de geur van lucifers was ook verdwenen. Ongelovig knipperde de dominee met zijn ogen. Was dit echt? Toen zei hij: ‘Ja, het blijft een geheim, kinderen, wat er gebeurt als je dood gaat. Een geheim van God. En zo is de opstanding van Jezus ook een geheim van God.’
Welke boodschap krijgen de vrouwen te horen bij het graf van Jezus? Welke boodschap heeft het meisje met de zwavelstokjes voor de mensen in de kerk? Wie wil hier nog iets over vertellen?