Menu

Premium

Palmpasenstokken

Bij Lucas 19,29-40

In de klas is een folder uitgedeeld met een kleurige palmpasenstok. Alle kinderen van de klas zijn uitgenodigd om zondagochtend vroeg in het gebouw naast de kerk een palmpasenstok te maken. Daarna gaan ze er een rondje mee door de straten lopen. Dat willen Luuk en Sylvana ook wel. Daarom hebben ze zich opgegeven. Sylvana schrikt wakker als Luuk buiten voor het huis fluit. ‘Kom!’ wenkt hij vanaf de stoep. Snel schiet Sylvana in de kleren en even later is ze ook buiten. Ze gaan op pad naar het gebouwtje. Er zijn al veel meer kinderen. Als ze dichtbij komen, tellen ze er zeker wel dertig. Maar ze staan allemaal nog buiten. De deur zit potdicht. Eindelijk komt er een slaperige jongeman aansloffen. ‘O, zijn jullie er al?’ gaapt hij. Opeens staat er een vrouw. Ze groet de kinderen niet eens, maar zegt gelijk tegen de jongeman: ‘Je was weer te laat, Peter. Ik kan je ook nooit vertrouwen!’ ‘Maar ik ben er toch, Carla,’ zegt hij. ‘Ja, maar waar zijn de stokken?’ ‘O, die zou John meenemen,’ zegt Peter. Ze zien John juist aankomen. Maar alles wat hij bij zich heeft, geen stokken. ‘En de broodhaantjes dan!’ roept Carla. ‘Waar zijn die?’ ‘Nou,’ zegt John, ‘die zou Inge kopen.’ De mevrouw pakt haar mobiel en toetst nijdig een nummer in. ‘Ja, hier met Carla. Waar blijf je? Wat! Lig je nog in bed? Je hebt geen zin? En aan broodhaantjes heb je niet gedacht!’ Stampvoetend klapt ze haar mobieltje dicht. Met grote stappen loopt ze weg zonder naar de kinderen te kijken. Peter en John halen hun schouders op en sloffen ook weg. Waarschijnlijk terug naar hun bed. De kinderen verspreiden zich. ‘Nou, dit wordt niks meer,’ zegt Sylvana.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken