Preek: Geroepen en gegaan
![Prediking [2;1, edit]](https://www.theologie.nl/wp-content/uploads/2021/10/Prediking-21-edit-1140x570.png)
Verkondiging op de eerste zondag in de Veertigdagentijd
Schriftlezing: Numeri 9:15-18a; Numeri 10: 11-13 en Lucas 4:1-14a
Zijn leven gegeven
Deze preek is afkomstig uit ‘Zijn leven gegeven. Dominicaanse preken. Veertigdagentijd en Pasen.’ Jan Groot, red. Berne Media, uitgeverij abdij van Berne, Heeswijk 2019. ISBN 978 90 8972 313 0.
De preken in ‘Zijn leven gegeven’ zijn geschreven door het preekteam van de Dominicanenkerk in Zwolle. De bundel bevat zes reeksen preken voor de Veertigdagentijd bij teksten uit Genesis, Exodus, Numeri, Job , Jona en Daniël – steeds verbonden met een evangelietekst. Daarnaast ook bezinningsmateriaal voor Aswoensdag, Witte Donderdag, Goede Vrijdag, Paaszaterdag en Pasen.
Vooraf
De Eeuwige roept de Israëlieten op om op te breken en weg te gaan uit de Sinaïwoestijn. Hier begint de lange woestijnreis van het volk, onder geleide van JHWH. Zij nemen de tabernakel met de verbondstekst met zich mee. De Eeuwige is onderweg hun gids: in een wolk overdag, in een vuurzuil ’s nachts.
De lezing uit Lucas begint eveneens in de woestijn. Jezus maakt daar een tijd van beproeving door, die uitmondt in een drievoudige test door de duivel.
Verkondiging
Ieder mens maakt in zijn leven momenten of periodes van bezinning door. Het kan te maken hebben met een belangrijk keuzemoment dat eraan komt. Je bent (bijna) afgestudeerd, en je gaat op zoek naar je eerste betaalde baan. Twee mensen hebben al een tijd een relatie en overwegen samen, of ze willen gaan samenwonen of trouwen. Iemand wordt gebrekkig en moet overwegen of het niet beter is een woonplek te zoeken waar meer zorg voor handen is. Het kan ook zijn dat je plotseling geconfronteerd wordt met belangrijke veranderingen die je hardhandig stilzetten: je wordt plotseling ontslagen, iemand uit je naaste omgeving wordt ernstig ziek of sterft, of je partner blijkt jou plotseling verruild te hebben voor een ander.
Dat zijn periodes van bezinning waartoe de loop of de wederwaardigheden van het leven ons dwingen. Maar soms kiezen mensen heel bewust en zonder acute aanleiding voor een tijd van bezinning. Ze voelen dat ze op een kruispunt in hun leven staan en nemen de tijd en de rust om tot een goede beslissing te komen.
Mensen nemen dan soms een periode op van langdurig verlof, ze gaan op reis, op pelgrimstocht, en bezoeken inspirerende plekken, kloosters bijvoorbeeld. Zo’n periode of korte tijd van bezinning, en soms ook van loutering, is als het gaan door de woestijn.
Jezus doet ook zoiets. Hij staat op een cruciaal moment in zijn leven. Hij is gedoopt door Johannes en hij voelt aan alle kanten dat zijn leven radicaal zal veranderen. ‘Vervuld van de heilige Geest’ trekt hij na zijn doop de woestijn in. En in de woestijn is er een dubbel spoor: hij wordt geleid door de Geest, en door de duivel op de proef gesteld.
Wat Jezus gedurende zijn veertig dagen in de woestijn overkomt is een heel menselijke ervaring. Je komt het bijvoorbeeld tegen in de verhalen van sporters (schaatsers, wielrenners, marathonlopers, noem maar op) die een lange afstand afleggen. Tijdens hun vele trainingen en in de wedstrijden zelf komen er geluiden en gedachten in hen op, die soms afkomstig zijn van een engeltje, soms van een duiveltje. Denk alleen maar aan het grote dilemma: opgeven óf volhouden. Het is een prachtige en wellicht herkenbare ervaring. Wanneer je alleen bent en teruggeworpen op jezelf, dan word je onontkoombaar geconfronteerd met de hoogten en diepten in jezelf: met de goede Geest en met de duivel, je innerlijke krachten én je angsten en verleidingen.
Driemaal probeert een duiveltje Jezus te verleiden, en driemaal weerstaat Jezus de beproeving. De eerste en derde verleiding wil ik in het bijzonder naar voren brengen. De duivel vraagt hem in de eerste ronde van het tweegevecht om stenen in brood te veranderen. Jezus wijst dit af door te zeggen: ‘De mens leeft niet van brood alleen.’ Het is een citaat uit het bijbelboek Deuteronomium. Iedere gelovige jood en bijbelvaste christen kan dit citaat verder aanvullen: ‘De mens leeft niet van brood alleen, maar van alles wat uit de mond van de Eeuwige komt.’ De clou in het antwoord van Jezus ligt dus in het ontbrekende deel van het citaat!
De derde beproeving wordt gesitueerd in Jeruzalem. Daar zal het leven van Jezus tot een dramatische ontknoping komen, zoals we gedenken op Goede Vrijdag. Jeruzalem is ook de plek waar Jezus de duivel opnieuw zal tegenkomen. Vlak voor Pesach gebeurt het juist daar: ‘Satan neemt bezit van Judas, bijgenaamd Iskariot, een van de twaalf’ (Lucas 22:3). De woestijnervaring van Jezus is een louterende ervaring geweest, want ‘gesterkt door de Geest’ keert hij terug naar Galilea.
Het volk van God verbleef veertig jaar in de woestijn. Het doet daar allerlei ervaringen op, levenservaringen. Maar ook dat volk ontkomt niet aan het dubbele spoor: ervaringen die zijn toe te schrijven aan God en ervaringen die zijn toe te schrijven aan de duivel.
Zo openbaart de Eeuwige zich op de berg aan Mozes om aan zijn volk de tien woorden mee te geven, net zoals de Eeuwige zich eerder in de brandende doornstruik aan Mozes had geopenbaard. Maar het volk laat zich ook van een minder gunstige kant zien. Voortdurend dreigt er opstand tegen Mozes, en uiteindelijk tegen de Eeuwige, vanwege het ontbreken van brood, van water en vanwege de onzekerheid omtrent hun toekomst.
De woestijn wordt hier duidelijk neergezet als een doorgangsgebied. Het is niet de bedoeling om zich daar blijvend te vestigen. Het volk moet op weg! En zoals Jezus, geleid door de Geest, door de woestijn zwierf om gevoed en gesterkt aan zijn missie te kunnen beginnen, zo vertrekt het volk onder leiding van JHWH, de God van de uittocht. Het is de Eeuwige die als een gids, een richtingwijzer, aanwezig is in de verbondstekst in de tabernakel, en in de wolk overdag en het vuur in de nacht.
Zo trokken ze weg uit de Sinaïwoestijn; ze gaan in een vaste volgorde, zoals uitvoerig in hoofdstuk 2 van het boek Numeri is beschreven. Deze optocht, deze heilige tocht, is dus eigenlijk een processie of misschien beter uitgedrukt: ‘leitoergia’ oftewel ‘liturgie’, en dat betekent letterlijk ere-dienst. En dat was ook de definitieve levenskeuze van Jezus in de woestijn: eredienst, dienst aan God en de mens, en niet de dienst aan de duivels van eigenbelang, macht, aanzien en bezit. Jezus moest naar Jeruzalem gaan, en het volk in de woestijn gaat op weg naar het Beloofde Land.
Ook wij zijn geroepen om te gaan. Als een collectief zijn we geroepen te gaan naar het rijk van God, en als een concreet individu zijn we geroepen daarin onze eigen weg te vinden. Dat vraagt zo nu en dan om bezinning. De tijd van veertig dagen vóór Pasen is een uitnodiging aan ons om ons actief te bezinnen. De vraag is wél hoe we daar vorm aan kunnen geven. De meesten van ons kunnen niet zomaar de boel de boel laten en een woestijn opzoeken. Wat we wél kunnen doen is het volgende.
Men zegt wel eens dat er twee soorten Tv-kijkers zijn. De ene groep zet de televisie op een willekeurig moment aan en is voortdurend aan het zappen, om eventjes te blijven hangen bij wat hem of haar interesseert. De andere groep zet de televisie alleen aan om naar een bepaald programma te kijken.
De veertigdagentijd is juist niet de tijd om onrustig, en alsmaar zappend, ons leven te leven. Deze periode is één grote uitnodiging aan ons om bewust te leven en ons te beperken, te focussen op een beperkt aantal activiteiten. Het is de Eeuwige zelf die ons uitnodigt om zó deze periode in te gaan en ons voor te bereiden op Pasen. De Eeuwige roept ons op om te gaan en aan den lijve te ondervinden dat ‘de mens niet leeft van brood alleen’.
Biddenderwijs
Eeuwige, God, hóór ons:
zoek ons op, God, in de woestijn,
laat ons daar niet met onszelf alleen:
wees erbij als wij in de diepte
moeten putten naar innerlijke kracht,
naar uw bedoelingen met ons leven:
geef ons uw Woord voor onderweg;
houd ons, God, onderweg in de gaten:
dat wij niet bezwijken voor hebben en houden,
voor macht en luxe,
dat wij durven stilstaan bij onze levensstijl:
geef ons oog voor ‘meer dan brood alleen’;
schenk ons onderweg, God, oaseplaatsen,
van af en toe ontmoeting en verbinding,
van lachen en genieten,
alles wat een mens goed kan doen:
wees voor ons als een wolk overdag,
een vuurzuil in de nacht.
Algoede God,
wees onze toevlucht en onze kracht.
Ga met ons de lange weg
door de woestijn,
en houd van ons af
de machten die tegen U zijn. Amen.
Ook bij: Lucas 4:1-13