Preekillustraties: Barmhartigheid
-
Een wat onnozel jongetje mag meespelen in kerstspel. Hij is nog erg jong en niet zo slim. Vandaar dat hij een eenvoudige rol heeft gekregen, die van herbergier. Het kerstspel begint. Jozef en Maria kloppen op de deur van de herberg. Het jongetje in zijn rol van herbergier zegt: ‘Er is geen plaats!’ Jozef en Maria kloppen een tweede keer en smeken om binnen te mogen. Het jongetje: ‘Geen plaats!’ Ze kloppen een derde keer. Het jongetje is zo begaan met hen dat hij vergeet in een toneelstuk te zitten en zegt: ‘Ach, jullie mogen vannacht wel in mijn slaapkamertje slapen.’
Bron onbekend
-
De aalmoes is de zuster van het gebed.
Victor Hugo
-
Gods barmhartigheid kan pas komen tussen brug en stroom.
Middeleeuws gezegde
-
Gods barmhartigheid doet geen afbreuk aan Zijn rechtvaardigheid en Zijn rechtvaardigheid maakt Zijn barmhartigheid niet kleiner. Hij is barmhartig en rechtvaardig tegelijk.
Augustinus
-
Elk mens is gelijk aan de hele schepping. Wie één leven heeft vernietigd, heeft een hele wereld vernietigd; en wie één leven heeft gered, heeft de hele wereld gered.
Uit de Talmoed
-
We kunnen geen grootse dingen doen. We kunnen alleen kleine dingen doen met heel veel liefde.
Moeder Teresa
-
Als we onszelf toestaan om onze pijn voor de wereld te voelen, vinden we onze verbondenheid met elkaar
Joanna Macy
-
Men zou een pleister op vele wonden willen zijn.
Etty Hillesum
-
Compassie is meer dan een gevoel, het is onze status quo. Je besluit niet als individu, het overmeestert je. Je wordt er gedachteloos in meegezogen. Pas in tweede instantie stem je er bewust mee in, of onttrek je je moedwillig eraan. (…) Het is aan jou om te reageren, en aan niemand anders. (…). Valkuilen zijn sentimentalisering, zelfopoffering, willekeur en paternalisme.
Frits de Lange
-
Het woord ‘barmhartigheid’ kwam via het Duits in het Nederlands terecht, als vertaling van het Latijnse misericordia: ‘miser’ (ellendig, ‘arm’) en ‘cor’ (art). Het verdrong het oudere Middel-Nederlandse ‘ontfermhertigheid’. Prachtig woord: ont-ferm-hartigheid.
-
Er zijn verschillende niveaus van liefdadigheid, oplopend in deugdzaamheid:
geven met een bedroefd hart,
minder geven dan nodig maar met een blij gemoed,
geven nadat het gevraagd is,
geven voordat het gevraagd wordt,
op zo’n manier geven dat de gever niet weet wie de ontvanger is, maar de ontvanger wel wie de gever is,
op zo’n manier geven dat de ontvanger niet weet wie de gever is, maar de gever wel wie de ontvanger is,
op zo’n manier geven dat noch de gever noch de ontvanger de identiteit van de ander kent. Bijvoorbeeld via een fonds
de hoogste vorm van geven is een ander te helpen voordat hij arm raakt, door hem een forse gift te geven op een waardige manier of door een lening aan te gaan of door te helpen een baan te vinden of een zaak te beginnen.
Uit de Talmoed
-
Mevrouw Reedijk – laat ik haar hier zo noemen – was een gewone dame. Ze was niet rijk, niet geleerd en ze was ook niet opvallend. Wat ze wel had was een hart. Een zoon van vrienden van haar was verslaafd aan drugs. Hij stal, onder meer van zijn ouders. Afkickpogingen baatten niet. De jongen moest uiteindelijk het huis uit. Mevrouw Reedijk heeft toen iets doms gedaan: ze nam hem in huis. Dat heeft ze geweten. Ze vond hem regelmatig met een naald in de arm in de badkamer. De jongen was soms dagen weg. Hij bleef stelen, ook van haar. Toch mocht hij steeds terugkomen. Uiteindelijk slaagde hij erin om af te kicken. Die jongen is nu getrouwd, heeft een baan en kinderen. Dankzij mevrouw Reedijk, die een hart had.
waar gebeurd – via Stephan de Jong
-
De hele idee van compassie of mededogen is gebaseerd op een helder besef van de onderlinge afhankelijkheid van alle levende wezens, die alle deel uitmaken van elkaar en alle met elkaar verweven zijn.
Thomas Merton
-
Een meisje liep over een strand dat bezaaid was met zeesterren. Ze pakte de zeesterren op en gooide ze terug in de zee. ‘Meisje’, vroeg een voorbijganger, ‘wat ben je aan het doen?’ ‘Ik ben zeesterren aan het redden’, antwoordde ze. ‘Maar het zijn er zoveel, dat maakt toch geen verschil!’ Onverstoorbaar ging het meisje door. Ze pakte een zeester op en gooide hem in de zee. ‘Voor deze wel.’