Preekschets 2 Koningen 23:1-3 – Kerkdienst samen met mensen met een verstandelijke beperking
2 Koningen 23:1-3
De koning ontbood de oudsten van Juda en Jeruzalem. Met alle inwoners van Juda en Jeruzalem, de priesters en de profeten, kortom, de hele bevolking, van hoog tot laag, begaf hij zich naar de tempel van de Heer. Daar las hij hun de hele tekst voor van het verbondsboek dat in de tempel was gevonden. Staande op het podium bekrachtigde hij ten overstaan van de Heer het verbond. Hij zwoer dat hij de Heer zou volgen en zich geheel en al zou houden aan zijn geboden, voorschriften en bepalingen, om zo het verbond dat in deze boekrol was vastgelegd met hart en ziel na te leven. Heel het volk sloot zich hier bij aan.
Schriftlezing: 2 Koningen 22:1-13 en 23:1-33
Ontwikkelingen
In het noorden van ons land zijn in verschillende plaatsen werkgroepen actief, die zich bezighouden met het voorbereiden en organiseren van kerkdiensten samen met mensen met een verstandelijke beperking. Zo ook in de plaatsen Doezum en Leek. De diensten worden meestal voorbereid samen met een groepje bewoners van een van de woonvormen voor mensen met een verstandelijke beperking die er in deze regio zijn, en de voorganger.
In de loop van de jaren, ingegeven door de ontwikkelingen op dat gebied en de groeiende expertise rondom het participeren van mensen met een verstandelijke beperking in de kerk, heeft er een verschuiving plaatsgevonden in het denken over dergelijke diensten in het algemeen, en de plaats van de verstandelijk gehandicapte hierin in het bijzonder. Noemde men het eerst een ‘aangepaste kerkdienst’, die vaak gehouden werd op aparte tijden, later kwam hier toch verandering in. Het woord ‘aangepaste kerkdienst’ werd veranderd in ‘kerkdienst samen met mensen met een verstandelijke handicap’. Op de tijden waarop normaal gesproken de kerkdiensten werden gehouden, kregen deze diensten hun plaats, om zo duidelijk te maken dat het ging om volwaardige diensten van de hele gemeente, en niet om iets aparts, een ‘hobby’ van een paar enthousiastelingen, bestemd voor een ‘aparte groep’.
Dit proces is overal in den lande gaande. Zeker door de extramurale woonvormen, waardoor mensen met een verstandelijke beperking steeds meer deel gaan uitmaken van gewone woonwijken, en zij dus onderdeel worden van kerkelijke gemeenten of parochies, vraagt dit van de kerken een nadenken over de plaats van deze mensen in de kerk. Landelijke studiedagen met als motto.’ ‘Samen geloven, gewoon doen!’ en regionale denkgroepen proberen hierop in te spelen, en hun ervaringen en mogelijkheden en onmogelijkheden met anderen te delen.
Het blijft mijns inziens een spannende zaak en een uitdaging voor de kerk in haar geheel. Het is een zoektocht naar vormen en mogelijkheden om, als woorden niet toereikend zijn, toch samen bezig te zijn met het geheim van Gods weg met ons mensen. Welke mogelijkheden dat kunnen zijn? Daarover is het laatste woord nog niet gezegd. In ieder geval zal het gesproken woord daarin niet altijd de hoofdrol spelen, maar wordt er daarnaast gebruik gemaakt van kleur en klank en beweging. Onderstaande uitwerking is hiervan een voorbeeld.
Het eigene van de zondag
Voor deze schets is stilgestaan bij het joodse feest Vreugde der wet, waarbij de torarol dansend door de synagoge wordt gedragen, als teken van blijdschap wegens dit gegeven Woord van de Eeuwige. In de uitleg van het verhaal over koning Josia wordt een verbinding gelegd tussen de blijdschap die heerst in Israël ten tijde van Josia, na het hervinden van de wetsrol en de blijdschap van de joden op Vreugde der wet, als zij vol vreugde de tora uit de tabernakel halen, om daaruit voor te lezen.
Uitleg
In de reeks verhalen in het boek Koningen ontmoeten we in 2 Koningen 22 en 23 iemand die probeert het leven in Juda en Jeruzalem in het goede spoor te krijgen: koning Josia. Van hem wordt verteld dat: ‘Hij volgde in alle opzichten het voorbeeld van zijn voorvader David en hield zich daaraan: hij deed wat goed is in de ogen van de Heer (NBV). Een koning naar Gods hart.
Het verhaal vertelt ons hoe Josia begint met de restauratie van de tempel in Jeruzalem. Tweehonderd jaar eerder had koning Joas dat ook al gedaan. Maar Josia gaat veel grondiger te werk. Hij restaureert niet alleen de tempel, maar hij bestrijdt ook met al zijn kracht de dienst aan de afgoden.
Het verhaal in 2 Koningen 22 laat zien hoe het gekomen is, dat Josia zo radicaal is in zijn aanpak. Dat is het gevolg van het vinden van het ‘boek van de wet’ bij de werkzaamheden in de tempel. Waar en hoe het gevonden is, is niet duidelijk. De gangbare veronderstelling is dat het, wat de inhoud betreft, gaat om de kern van het boek Deuteronomium.
Door het vinden van dit geschrift en het aanhoren van de inhoud daarvan, gaat Josia zien, hoe ver het volk is afgedwaald van de dienst aan de Eeuwige. Hij scheurt zijn kleren, teken van verdriet en rouw. Hij roept het volk op zich om te keren en opnieuw te doen wat die woorden in dat geschrift hebben kenbaar gemaakt.
Josia roept heel het volk bijeen, iedereen moet komen, van klein tot groot. De inwoners van Jeruzalem, de priesters, de profeten en het gehele volk. Ieder wordt betrokken bij de woorden van de Eeuwige. Als de woorden gelezen zijn, gaat de koning bij de ingang van de tempel staan en wordt het verbond met God vernieuwd. Daarna wordt de grote zuivering in gang gezet. Alles wat herinnert aan de afgodendienst wordt verwijderd, om plaats te maken voor de eredienst aan de Eeuwige, de God van Abraham, Isaak en Jakob.
Aan het eind van de opsomming van alles dat uit de weg geruimd is, wordt verteld dat het Pascha wordt gevierd, het grote bevrijdingsfeest, het feest waarop opnieuw wordt benadrukt wie het volk is, aan wie zij toebehoren en waaruit zij zijn bevrijd. Er mag vreugde wezen om deze bevrijding, en om het Woord dat hervonden is.
De opzet van de dienst
-
Openingslied: Hoor de klokken luiden blij (uit: Geroepen om te zingen 6)
-
Woord van bemoediging en groet
-
Zingen: Psalm 119:1, 3, 6 of Psalm 19 (uit GvL): het Woord des Heren is volmaakt
-
Gebed om Gods ontferming voor alle mensen
-
Lofprijzing: Gezang 444: Grote God wij loven U
-
Gesprek over ‘Bewaren of opruimen’
-
Zingen: Lees je bijbel, bid elke dag (Evangelische Liedbundel, 459) of: ‘Uw woord is een lamp voor mijn voet (Evangelische Liedbundel, 262)’
-
Verhaal over Koning Josia (gesprek – verhaal – gedicht)
-
Gesprek over goede en slechte koningen
-
Over het verbouwen van huizen en kerken
-
Voorlezen van het gedichtje over koning Josia
-
Feestvieren over de goede woorden
-
-
Uitspreken van de geloofsbelijdenis, gebruikmakend van overhead projector met sheet van pictogrammen (ontwikkeld door Stichting Godsdienst en Opvoeding)
-
Mededelingen en inzameling van de gaven
-
Muziek, eventueel door enkele bewoners
-
Voorbeden, uitgesproken samen met anderen (bewoners, kinderen, voorganger, kerkgangers), afgesloten met het hardop bidden van het Onze Vader
-
Uitdelen van de bloemengroet
-
Muziek
-
Slotlied: Woord dat ons oproept om te leven (Geroepen om te zingen,128)
-
Zegen
Na afloop van de dienst wordt er samen koffie/thee gedronken
Aanwijzingen voor de prediking/het verhaal
De uitleg van dit bijbelgedeelte begint met een gesprek over ‘bewaren of opruimen’. De voorganger zorgt voor een grote doos waarin spullen liggen die moeten worden opgeruimd. Goederen bestemd voor de rommelmarkt, kringloopwinkel, of die gewoon weggegooid moeten worden. Onderin de doos is een grote bijbel gelegd, die duidelijk herkenbaar is als bijbel. De voorganger nodigt een paar mensen uit naar voren te komen en samen deze doos eens door te nemen, om te zien wat er met de spullen moet gebeuren. Ze moeten helpen, omdat er in het huis van de voorganger bijvoorbeeld een verbouwing/verhuizing zal plaatsvinden. Dat levert vaak al veel aandacht op. De verrassing wat er uit de doos zal komen, de verschillende reacties: wat de een goed vindt voor de vuilnisbak wil de ander nog wel bewaren. Eventueel mag iemand die dat wil het gewenste voorwerp meenemen.
Tot slot wordt de bijbel uit de doos gehaald, met de vraag: ‘Wat moeten we hiermee? Hij is oud, kapot versleten. Wat is het eigenlijk: een bijbel! Bewaren, of weggooien? ‘Vaak volgt er een reactie van: ‘Niet weggooien! Bewaren natuurlijk! Het Woord van God mag je niet weggooien!’
Waarom niet? Vervolgens wordt duidelijk gemaakt dat die woorden van God grote waarde hebben voor het leven van mensen. Ze kunnen het leven vorm geven, ze geven een zekere richting aan.
Hierna volgt een lied en vervolgens wordt de ‘uitleg’ – het ‘verhaal’ voortgezet. Deze uitleg kent drie onderdelen:
-
We stellen koning Josia aan de gemeente voor. Wie was koning Josia? Wat is eigenlijk de taak van een koning? De taak van een koning in Israël was, om zelf goed te luisteren naar de woorden van God, maar ook: er zorg voor te dragen dat die woorden door de mensen gehoord worden en nageleefd. Die woorden brengen vrede en recht in het land.
-
De bouwplannen van Josia en het terugvinden van de wetsrol met de woorden van God. Dit geeft groot verdriet bij de koning en bij het volk: de vergeten woorden komen weer onder het stof vandaan. Ze zien hun dwaling in keren zich om. In deze uitleg kan het gedichtje over Josia een rol spelen. Eventueel kan er gedurende het verhaal telkens een stukje van worden voorgelezen, met daarop volgend een toelichting.
-
Na de omkeer mag er vreugde zijn. Vreugde bij het hervinden van de woorden. Zo heeft het volk Israël zelfs een feest, waarop die vreugde over Gods woorden uitbundig wordt gevierd. Hier iets vertellen over Vreugde der wet, het dansen met de woordenden dit vervolgens samen doen. Desnoods dit laten voorbereiden door een groepje. Hierin kan het lied over It Wurd/Het Woord een prachtige rol spelen.
Liturgische aanwijzingen
In de ‘opzet van de dienst’ is het meeste al verteld. Voor enkele onderdelen volgen hier de gegevens.
Lied/gedichtje over Josia
(Dichter niet bekend. Gevonden in Kind op Zondag, september 1975.)
Josia de koning gehoorzaamde God.
Hij hield zich uitstekend aan ieder gebod.
Hij maakte de tempel weer mooi voor de Heer.
Toen kwamen de mensen en dienden God weer.
De priester Hilkia zei tegen Safan:
Ik vond hier dit wetboek, wat vind je er van?
En Safan, die las het de koning voor.
De Woorden van God klonken daarin door.
Josia, de koning, keek van schrik temeer.
Wie kende nu nog het woord van de Heer?
Josia riep haastig het volk bij elkaar
rondom het woord van God. ‘Kom luister hiernaar!
God heeft een verbond met ons, Israël.
Wij waren ontrouw, besef je dat wel?
Nu keren wij om naar God onze Heer,
en dienen geen andere góden meer.’
Josia, de koning, gehoorzaamde God.
Hij hield zich uitstekend aan ieder gebod.
Lied over het Woord (Fries en Nederlands)
Uit: Wat in gelok 2, Nederlandse bewerking door Gerjanne Eppink
(Twee bundeltjes met bijbelliederen in het Fries voor kinderen, verschenen in 1983 en 1990, in opdracht van de bijbelverkoopcommissie van het Christelijk Fries Gezelschap (kfs). ISBN 90.6273.223.2 (deel 1) en ISBN 90.6273.408.1 (deel 2).
Hieltyd âlde wurden, om wer troch te jaan, al mar nije minsken om it wurd te dwaan. Dünsje mei de wurden, sjong se no mar bliid. Kom mar yn ’e rige, rige troch de tiid.
Oude, oude woorden geef ze nu maar door. Mensen die ze hoorden vormen een groot koor. Dans maar met de woorden, zing ze vrij en blij, de Heer heeft ze gegeven, ze zijn voor jou en mij!
Dit lied is in 6/8 maat geschreven en leent zich heel goed om op te dansen. In walstempo gespeeld, kun je er op dansen en je kunt er een wave op doen; een beetje crèatieve organist of pianist weet er wel iets moois van te maken. Ooit in een dienst hebben we kinderen naar belangrijke woorden laten zoeken in de liturgie en deze op een langwerpig velletje papier laten zetten. Na een gesprek over woorden die ze hadden opgeschreven, vormden deze kinderen een lange rij, en zo op de muziek van dit lied, ‘dansten ze op de woorden’ door de kerkruimte, het sliertje met de woorden wuivend boven hun hoofd meegenomen. Men kan hiervoor ook linten gebruiken en daar woorden op zetten.
Geloofsbelijdenis
De geloofsbelijdenis wordt gelezen, eventueel ondersteund met pictogrammen, die met een overheadprojector op de muur geprojecteerd worden. In sommige catechesegroepen zijn bewoners met deze pictogrammen bekend gemaakt en zo dus herkenbaar.
Voorbeden
Voor de voorbeden worden gebedsintenties gevraagd uit de kerk. Hiervoor wordt in de gebeden ruimte gelaten.