Menu

Premium

Preekschets Ezechiël 22:12b

5e zondag in de veertigdagentijd

Ezechiël 22:12b

… en mij ben je vergeten – spreekt God, de HEER.

Schriftlezingen: Ezechiël 22:1-16; Lucas 6:24-36 (of Lucas 6: 27-38)

Het eigene van de zondag

De vijfde zondag in de veertigdagentijd draagt de naam zondag Judica, ‘verschaf mij recht’. Dat zijn woorden uit Psalm 43: ‘Verschaf mij recht, o God, vecht voor mijn zaak. Bescherm mij tegen een liefdeloos volk, vol list en bedrog.’ De Godverlatenheid van Jezus in de hof van Getsemane doemt als een treurig lied op in deze woorden, een lied dat tot refrein wordt op deze zondag waarop Ezechiël zich geen raad meer weet met ‘een liefdeloos volk, vol list en bedrog’, en waarop in één adem door het refrein van onze tijd gezongen kan worden: liefdeloosheid, list en bedrog.

Uitleg

We schrijven ongeveer 600 voor Christus. Het koninkrijk Juda is, intern als gevolg van een reeks falende leiders en extern door elkaar bestrijdende grootmachten in de regio, de ondergang nabij. In 597 voor Christus wordt, na een intensieve belegering door de Babylonische vorst Nebukadnessar, het gehele koningshuis en de complete elite van het rijk weggevoerd naar Babel. Onder hen priesterzoon Ezechiël, destijds een nog jonge man van halverwege de twintig.

Een door Babel aangewezen vazal moet de achtergebleven bevolking, die geheel uit de lagere klasse bestaat, ter plekke aansturen. Dat gaat heel erg mis. Niet alleen het bestuurlijke en sociale onvermogen van de overgeblevenen doet de situatie gierend uit de bocht vliegen, ook wekt de relatieve vrijheid die zij in hun situatie vanuit Babel ervaren in hen een religieus fanatisme waarin zij menen het gelijk van God aan hun kant te hebben. Zij waren het uitverkoren volk, en met de wegvoering van de elite zijn zij nu als de ultra-uitverkorenen overgebleven.

Waar dat alles toe leidt, dat lezen we in hoofdstuk 22. Er heerst volstrekte wetteloosheid en bandeloosheid, waarbij de zwaksten het zoals zo vaak het zwaarst te verduren hebben. En dat terwijl juist zíj in de mozaïsche wetten keer op keer onderwerp van aandacht zijn: in de zorg voor hen wordt de goede schepping zichtbaar waarin recht en ruimte voor iedereen is gegarandeerd. Steeds weer worden de vreemdeling, de wees en de weduwe daarbij met name genoemd (vgl. Exodus 22:20-23, 23:9; Deuteronomium 10:19, 24:17, 27:19). Overigens geldt voor alle voorbeelden van ontspoord gedrag die Ezechiël aanhaalt dat ze rechtstreeks ontleend zijn aan de wet van Mozes. Hij wijst op een falende moraal, net als de andere profeten – dat is wat profeten doen. Maar in dat ethisch-sociale tekortschieten is het vooral de religieuze ontluistering die hij aan de kaak stelt. Alles wat God zelf in zijn wet heilig heeft verklaard, wordt met verachting behandeld door zijn eigen uitverkoren volk, dat zichzelf voor onfeilbaar en onschendbaar is gaan houden. Niet alleen als mens voor de mensen, maar vooral als mens van/voor God zijn zij afgegleden naar een staat van diepe verlorenheid. God rouwt – en maakt zich boos.

Aanwijzingen voor de prediking

Er zijn wat mij betreft een aantal dilemma’s in de vertaling van Ezechiëls profetie voor de moderne westerse gelovige. Het eerste is de onder hedendaagse theologen veelvoorkomende terughoudendheid als het erom gaat moraal te prediken – een terughoudendheid waarvan je Ezechiël niet bepaald kunt betichten. Maar wie durft nog zó tekeer te gaan als woedende gezant van God, en als iemand het al durft, is het dan wenselijk? Wat staat er op het spel?

Helemaal aan de andere kant van dit dilemma staat het gezellige wij-geloof. Natuurlijk is het allemaal verschrikkelijk wat er gebeurt, maar gelukkig hoeven wij het ons niet allemaal aan te trekken, want wij doen het behoorlijk goed, nou ja, met vallen en opstaan, maar toch best goed! Jezus houdt immers van ons. We zijn dan wel geen perfecte mensen, maar dat hoeven we van Hem ook niet te zijn en verder gaan we ook allemaal naar de hemel. Het is duidelijk dat hier helemaal niets meer op het spel staat.

En dan is er nog een derde dilemma: het alles-wordt-nieuw-dilemma. Murw geslagen door de onophoudelijke gebrokenheid van deze wereld, zichtbaar in het verhaal van Ezechiël, zichtbaar in de verhalen van Jezus, zichtbaar in onze eigen verschrikkelijke tijd vol list en bedrog en liefdeloosheid, is de verleiding groot om in te zetten op het Koninkrijk dat niet van deze wereld is, op de belofte die nog openstaat. Er lijkt geen andere optie dan dáár uit te komen, want hoe anders kunnen we het uithouden bij al die vreemdelingen en wezen die onrecht wordt aangedaan, bij al die woekerwinsten die gemaakt worden en al die zelfverrijkingen. En het gaat maar door, het gaat allemaal maar door! En toch is het óók makkelijk! Want al deze dilemma’s zijn wegen om de dans te ontspringen. De dans van het zélf, direct aangesproken worden.

In The year of living biblically beschrijft Arnold Jacobs hoe hij een jaar lang strikt volgens oudtestamentische wetten en voorschriften leefde. In een vaak hilarische speech: vertelt hij hoe dat ging en in welke bizarre situaties hij is terechtgekomen, hoe ingewikkeld ook het leven wordt als je wilt leven volgens de richtlijnen van de Heer, want helemaal duidelijk hoe al die richtlijnen in de huidige tijd en situatie uitgevoerd moesten worden, was het lang niet altijd. Maar juist dat, vertelt hij, bracht hem uiteindelijk dicht bij God. Juist het nadenken over de bedoeling van zijn woorden en wetten, en zijn eigen antwoord daarop, deed hem beseffen dat hij door zo te leven, ongemerkt heel dicht bij God was gaan leven. Niet met een pasklaar antwoord en vastomlijnde waarheden, maar wel in een zoeken en aftasten dat in hem de gerichtheid op God, op het heilige wekte en dat voorgoed iets veranderde. God kwam centraal te staan in zijn leven, en eerbied en heiligheid raakten ongemerkt in zijn dagelijks leven verweven.

Is Arnold Jacobs’ verhaal een manier om de bovengenoemde drie dilemma’s te ontlopen? Ik denk dat wat hij doet, wel een weg is naar het hart van de eenentwintigste-eeuwse gelovige. Uit de hilarische kritiek op Gods soms wonderlijke richtlijnen doemt ook het beeld op van wat Hij nu eigenlijk van ons verwacht. Hij verwacht van ons niet dat wij als willoze, makke schapen leven, maar als actieve en handelende mensen, niet als trofeejagers op zoek naar een plaats in de hemel, maar als mensen die deel zijn van zijn Koninkrijk, dat al kan beginnen, dat al begonnen is. Wat Hij verwacht is de daad bij het woord. Hoe concreet maakt Jezus dat zelf in de Lucaslezing! Ja, zeker is dat een moralistische lezing, en zeker is dat hoog spel. En natuurlijk hebben we onze eigen verantwoordelijkheid, maar ergens achter al die dilemma’s is dit toch het verhaal: het woord van God kan hard aankomen, en het gaat over mij, hier, en nu. En alleen zó kan er iets veranderen aan de Godverlatenheid van deze wereld.

Ideeën voor kinderen en jongeren

Aan kinderen valt het goed uit te leggen dat God zich opwindt over onrecht dat mensen elkaar en dus ook Hem aandoen – of andersom. Luister naar Elly en Rikkert: ‘Ik was hongerig’,– en je hoeft de samenhang daartussen niet meer uit te leggen. Als je nu ook nog duidelijk zou kunnen maken dat ‘het goede doen’ ook zoiets brengt als een geheiligd leven, een leven in de sfeer van God en zijn Koninkrijk, dan kom je dicht in de buurt van wat hierboven door Arnold Jacobs wordt verwoord. Een filmpje dat je overigens ook heel goed in een tienergroep zou kunnen laten zien.

Liturgische aanwijzingen

‘Gerechtigheid’ heeft een eigen katern in NLB, met veel aansprekende liederen, zoals NLB 1001 (De wijze woorden en het groot vertoon) en 1005: Christus ons Licht, dat een geweldig aanvangslied is en je meteen op het juiste been zet voor de sfeer van deze zondag. En een dag als vandaag leent zich bij uitstek voor het gebed van Franciscus van Assisi ‘Maak mij tot een werktuig van Uw Geest’.

De Psalmcantate 43 (Richte mich Gott, op. 78 nr. 2) van Felix Mendelssohn is overigens ook prachtig en zeer passend.

Geraadpleegd

  • C.G. Noordzij, ‘Ezechiël’, in: G.C. Aalders e.a., Korte verklaring der Heilige Schrift, Kampen: Kok 1985

  • A. van Nieuwpoort, In Babel, actuele bespiegelingen bij Ezechiël, Vught: Skandalon 2013

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken