Menu

Premium

Preekschets Filippenzen 4:1b

6e zondag van de herfst / 21e zondag na Trinitatis

Kerntekst: Filippenzen 4:1b

‘Blijf standvastig in de Heer.’

Schriftlezing: Filippenzen 3:17-4:3

Het eigene van de zondag

Deze zondag heeft verschillende namen: 6e zondag van de herfst of 21e zondag na Trinitatis. Beide namen bieden een invalshoek voor de prediking en de viering.

De wisseling van de seizoenen kan aanleiding zijn tot mijmeringen over vasthouden en loslaten, en de balans opmaken. Voor wat of wie ben je standvastig? Deze thematiek kan in de viering een plaats krijgen.

Wie gewoon is te tellen vanaf zondag Trinitatis (in 2015 op 31 mei), is nu bijna een half jaar verwijderd van het laatste kerkelijke feest. Volharding en doorzettingsvermogen in het leven van alledag kan ook een thema zijn.

Uitleg

Het vermoeden bestaat dat de Filippenzenbrief niet als een geheel geschreven is, maar een samenvoeging van een eerdere brieven. De opvallende wisseling van toon, vriendelijk in hoofdstuk 1 en scherp in hoofdstuk 3 is daarvoor een aanwijzing. We herkennen in het gedeelte van vandaag weer de fanatieke en gepassioneerde Paulus uit andere brieven die het evangelie van Jezus Christus verkondigt en daarbij onconventionele taal niet schuwt.

Paulus zet in met navolging: mimesis (Filippenzen 3:17) (summimètai). Hij roept zijn hoorders, broeders en zusters, op zijn voorbeeld te volgen. Dit is dus niet blindelings kopiëren of imiteren wat Paulus en de zijnen doen. Navolgen is niet gelijk aan nadoen. Het zou kunnen zijn dat het levensvoorbeeld van Paulus inspirerend werkt om het geloof in Jezus Christus vol te houden, die mogelijkheid wil Paulus benadrukken. Paulus zit in een lastige situatie: zelf zit hij in de gevangenis en de gemeente bevindt zich aan de randen van het Romeinse imperium. Een andere aansprekende leider zou ook heel goed zeer aansprekend kunnen zijn, en dus ook de navolging waard! Kortom, in de brief maakt hij duidelijk wie er nagevolgd moet worden: Christus.

Het is opvallend dat hij de tegenstanders aanduidt als vijanden van het kruis van Christus (Filippenzen 3:18). Dat deed Paulus nog niet eerder, ook niet in het meest uitgesproken en bekende gedeelte van de Filippenzenbrief (Filippenzen 2:6-11) waarin het kruis niet expliciet genoemd wordt. Het woord aischunè (Filippenzen 3:19) is een technische term voor afgodendienst waarin ook seksuele handelingen een rol spelen (Reumann). Het woord wordt ook eufemistisch gebruikt voor afgoden. Koilia (vers 19) duidt op elke holte in het menselijk lichaam: maag, buik en zelfs baarmoeder. Verhoef suggereert dat de aandacht hiervoor te maken heeft met het misbruik van de spijswetten of overmatige genotzucht. Een exacte aanduiding is echter niet heel noodzakelijk. De intentie van Paulus is helder: de vijanden van het kruis oriënteren zich op verkeerde zaken, door Paulus aardse zaken genoemd. Voor wie wil komt hier de felle Paulus in beeld zoals we hem al zo lang kennen: geen seks, drugs en rock & roll. Paulus verwacht het heil uit de hemel, bij Jezus Christus vandaan.

Het woord politeia (Filippenzen 3:20) wordt in de NBV vertaald met burgerrecht. In de Naardense Bijbel staat burgerschap. Ik geef de voorkeur aan burgerschap, als Paulus het burgerschap voor alle gelovigen in de hemel situeert. De hemel ziet Paulus als de plaats waar God regeert, daarvandaan verwacht hij de Verlosser, en daaraan wil Paulus zich onderwerpen. Het woord burgerrecht wekt de indruk van rechten die we daar kunnen halen. Door het accent op burgerschap te leggen, het Grieks geeft beide interpretaties als mogelijkheid, wordt de hemel als plaats van verblijf benadrukt. Het vreemdelingschap van de christenen op aarde wordt hiermee ook aangestipt. Christus is onze hoop en redder, daarmee moeten we het doen. Paulus geeft geen gedetailleerde speculatie over die eindtijd.

Paulus vervolgt dan opnieuw met een overdaad aan dankbaarheid (Filippenzen 1:4). Zie ook mijn opmerkingen hierover bij 18 oktober 2015. Dit kan een, in mijn ogen, overdreven en uitgebreide aanspreekvorm zijn, maar ik vermoed dat er meer aan de hand is. Kennelijk zijn de vasthoudendheid en eensgezindheid een probleem in Filippi. De gemeente is een bron van vreugde en juist daarom ligt de lat hoog. Twee namen noemt Paulus expliciet (Filippenzen 4:2). Het zijn niet ‘zomaar’ twee gemeenteleden. Als het al concrete vrouwen van de gemeente zijn, staan hun namen in ieder geval ook als opdracht. Euodia betekent succes, Syntyche geluk (Verhoef). Hoe het ook zit met de onenigheid of rivaliteit tussen beide dames of tussen twee groepen, er is in ieder geval eensgezindheid in de Heer. Het feit dat hun namen genoemd worden voor de medewerker van Paulus, Clemens, valt op. Het belang dat Paulus aan de voorbeeldfunctie van de vrouwen hecht, is groot.

Aanwijzingen voor de prediking

Standvastigheid is enerzijds bewonderenswaardig: iemand die staat voor zijn overtuiging roept ontzag op. Wat er ook gebeurt, de persoon in kwestie twijfelt niet, of althans niet zichtbaar. Omstandigheden die veranderen of heel gek zijn, doen hem of haar niet wankelen. Anderzijds kan vasthoudendheid ook een negatieve kant hebben. Is iemand bereid zich aan te passen of zijn ongelijk te erkennen? Is een standvastig iemand niet gewoon heel eigenwijs? De volharding van Paulus is zowel zijn kracht die bewonderd kan worden als een eigenschap waarmee hij ergernis opgeroepen heeft en wellicht nog steeds doet.

In de preek staat niet de volharding van Paulus zelf centraal. Me dunkt dat de gemeente van nu aangesproken moet worden op haar eigen standvastigheid. De omgang met elkaar is dan in het geding. De meeste (protestantse) gemeenten zijn pluriform in hun geloof, qua uitingen en gedachtengoed. Wie God en Jezus zijn, liggen niet (meer) vast, om maar een beginvraag te stellen. De bejegening van anders-gelovigen, met wat voor achtergrond dan ook, is ook niet uniform. Van de drang tot bekeren tot minzaam langs elkaar heen leven zijn de uitersten van het spectrum. In ieder geval zijn we met elkaar beleefd genoeg om de woorden waarmee Paulus de vijanden van het kruis van Christus typeert niet in de mond te nemen.

Wat Paulus in dit gedeelte van de Filippenzenbrief ons voorhoudt, en wat eveneens in het evangelie een rol speelt, is standvastigheid in de betekenis van ‘ergens voor staan’. Dat wil zeggen: Paulus inspireert mij met deze brief om de halfbakken houding van ‘het moet toch kunnen’ achter mij te laten. Op gemeenteniveau betekent dit onder andere de opdracht en aansporing het geloofsgesprek te voeren. Ingewikkelde thema’s komen zo op tafel en hopelijk wordt duidelijk wat de gesprekspartners vinden en waarop ze eveneens aanspreekbaar zijn. Met name in contacten met jongeren heb ik gemerkt dat een eigen visie, daarop aangesproken kunnen worden en duidelijkheid belangrijk is.

De voorlopigheid hier op aarde en het burgerschap dat Paulus in de hemel verwacht, is in mijn ogen niet meer aan de orde. We leven, anders dan Paulus, niet in de verwachting van de spoedige wederkomst van de Heer. Onze plek is op deze aarde, hier en hiermee moeten we leven.

Liturgische aanwijzingen

Naast de epistellezing Filippenzen 3:17-4:3 suggereer ik als evangelielezing Matteüs 22:15-22. De verbinding ligt in het woord standvastigheid. In het evangelie wordt de loyaliteit en standvastigheid van Jezus jegens God op de proef gesteld. Hij redt zich uit deze penibele situatie met een ontwapenende oplossing, al zullen de Farizeeën daar anders over denken.

Het NLB stelt lied 544 voor bij Filippenzen 3:10-11 maar deze suggestie kan goed opgerekt worden naar het gedeelte voor deze dag, als het gaat om het voorbeeld van Christus. De verwijzingen naar bijbelteksten die in de veertigdagentijd gewoonlijk gelezen worden, kunnen een reden zijn om het lied niet te kiezen.

Een andere suggestie is lied 418 (NLB) waarin de zingende gemeente zingend bidt en elkaar toezingt en oproept om bij elkaar te blijven. Die opdracht annex aansporing geldt niet exclusief voor deze zondag, in deze tijd van het jaar of bij de voorgestelde lezingen, maar past wonderwel goed.

Geraadpleegde literatuur

  • John Reumann, The Anchor Yale Bible. Philippians. A new translation with introduction and commentary. 2008

  • E. Verhoef, Tekst & Toelichting Filippenzen, 1998

  • Ulrich B. Müller, Der Brief des Pauls an die Philipper, 1993/2002

  • L. Floor, Filippenzen, Een gevangene over het navolgen van Christus, Commentaar op het Nieuwe Testament (serie III), 1998/2012

Wellicht ook interessant

bijbel
bijbel
Basis

Een hymne op Gods redding

Welke predikant moet met Kerstmis niet de neiging onderdrukken om de jaarlijkse kerkgangers te wijzen op het verzaken van hun christenplicht van elke zondag, ja, van elke dag? En welke predikant heeft niet ook de beschamende ervaring dat er buiten de kerk soms betere christenen rondlopen dan daarbinnen? Paulus’ woorden aan Titus lijken goed toepasbaar op de brave burgerlijke viering van Kerstmis: we moeten ons onderwerpen aan overheid en gezag, niemand belasteren, vriendelijk zijn, zachtmoedig omgaan met alle mensen en nog zo wat (3:1-2). Slaafse burgerlijke gehoorzaamheid of toch iets anders?

bijbel
bijbel
Basis

‘Jeruzalem, dat de profeten doodt’

Een profeet is geen toekomstvoorspeller, maar, zoals het Griekse werkwoord prophèmi aangeeft, ‘iemand die spreekt namens’. In de Bijbel is een ware profeet iemand die spreekt namens de Eeuwige. Vandaag drie lezingen, waarin Jeremia, Jezus en Stefanus optreden als profeten. Jezus en Stefanus worden erom gedood, Jeremia verdwijnt naar Egypte. De eerste verzen van Psalm 31 zouden hun gezamenlijk gebed kunnen zijn. Kent onze tijd ook ware profeten en hoe wordt op hen gereageerd?

Nieuwe boeken