Menu

Premium

Preekschets Galaten 5:17b

Een zondag na Pinksteren

Het een gaat in tegen het ander, dus u kunt niet doen wat u maar wilt.

  • Bijbelgedeelte: Galaten 5:13-26
  • Preektekst: Galaten 5:17b
  • Thema: Het verlangen van de Geest

Liturgisch kader

De zondagen na Pinksteren lenen zich er goed voor om stil te staan bij de persoon en het werk van de heilige Geest. Ook is het in de zomer passend om gedeeltes uit de brieven van Paulus te lezen. De perikoop uit Galaten combineert deze twee.

Wat liederen betreft: alles over vrucht dragen: psalm 92, lied 841, Hemelhoog 343: 5, Hemelhoog 555: 3, Hemelhoog 115 (kinderlied).

Uitleg

Eerst een aantal algemene opmerkingen over het gedeelte. Er komen diverse thema’s aan de orde, die niet alleen belangrijk zijn voor Paulus, maar ook in onze samenleving een grote rol spelen. Ik noem er drie.

  1. Het gaat over vrijheid – een belangrijke waarde is onze tijd. Paulus benadrukt, dat deze vrijheid een gave is die niet misbruikt mag worden. Het gaat niet alleen om het vrij zijn van, maar ook om het vrij zijn voor. Paulus wijst op het doel van de vrijheid, namelijk naastenliefde.
  2. Daarnaast spreekt Paulus over aardse verlangens en begeerten – en in onze samenleving worden juist onze verlangens en begeerten op allerlei manieren sterk aangesproken.
  3. Vervolgens noem ik het thema karaktervorming, want daar heeft ‘de vrucht van de Geest’ alles mee te maken. Het unieke is dat deze karaktervorming wordt gekoppeld aan het werk van de Geest. De Geest wil mensen transformeren naar het beeld van Christus.

Deze drie thema’s vinden hun eenheid in het vierde thema dat Paulus aan de orde stelt, namelijk: de persoon en het werk van de Geest. Opvallend genoeg spreekt Paulus in dit gedeelte over ‘het verlangen van de Geest’, en dat is uitzonderlijk. De Geest heeft verlangens. Dat maakt de Geest heel persoonlijk. Hij (of: zij) is meer dan een onpersoonlijke kracht. Zo kan de Geest ook verdriet hebben en onderzoeken, om twee andere voorbeelden te noemen van het persoonlijke karakter van de Geest.

De Geest verlangt, en wel naar wat groeit in en aan ons persoonlijk leven en aan het leven van de gemeente, en zelfs aan het leven van de wereld. Het is namelijk Gods verlangen, dat zijn karakter wordt weerspiegeld op de wereld. Dit lijkt me een belangrijk inzicht in onze samenleving, waarin het immanente denken sterk aanwezig is. De Geest verlangt naar vrucht in het leven van alledag; verlangt naar de transformatie van onze karakters in het hier en nu. Heel immanent dus. En het gaat erom dat wij in dat verlangen gaan delen. Tot zover deze algemene opmerkingen.

De uitleg van het gedeelte zou zonder vers 18 vrij rechttoe, rechtaan zijn, en wel als volgt. Paulus benadrukt dat de vrijheid in Christus geen vrijbrief betekent om maar te doen wat je wilt. Zij biedt geen ruimte voor activiteiten die voortkomen uit de aardse begeerte, waarbij hij in dit concrete geval denkt aan het in stand houden van verdeeldheid en ruzie in de gemeente (verzen 15,26). De vrijheid moet op een goede manier gebruikt worden, namelijk door elkaar in liefde te dienen (13), want dergelijke liefde vervult de wet (14). Deze vrijheid impliceert dan ook een vrij-zijn van jezelf.

Vervolgens klinkt de kern van dit gedeelte: ‘Laat u leiden door de Geest, dan bent u niet gericht op uw eigen begeerten’ (16). De ‘daden, werken’ van onze aardse begeerten (19,20,21) hebben vaak betrekking op intermenselijke verhoudingen, al geldt dat niet voor alle. Al deze daden passen niet bij het wandelen met de Geest. Ze gaan zelfs tegen het verlangen van de Geest in (17).

Maar vers 18 maakt de uitleg van het gedeelte gecompliceerder. Waarom schrijft Paulus opeens dat ‘wanneer u door de Geest geleid wordt, u niet bent onderworpen aan de wet’? Waarom gaat het nu over de wet? De wet werd door de joodse tijdgenoten van Paulus juist gezien als een middel tegen het ‘heidense’ gedrag. Maar Paulus ziet, opvallend genoeg, ook de wet als behorend tot het aardse begeren, tot het ‘vlees’. Of nu je focus ligt op je etnische identiteit (de besnijdenis, zie Galaten 5:1-12) of op de daden van het ‘vlees’, je vindt je identiteit niet in Christus en de Geest. Dat maakt het aards, ‘vlees’. Paulus wijst daarom een derde weg: die van een dubbele vrijheid. Christus maakt vrij van het heidense verleden en gewoonten én van de wet. Het is de vrijheid tot de liefde. Dit wil niet zeggen dat de wet komt te vervallen. De Geest laat namelijk als voortbrengsel de liefde (agapè) groeien, en de liefde is de kern van de wet. Zo staan de gelovigen niet meer onder de wet, ze vallen ook niet onder het oordeel van de wet, maar ze vervullen deze door de Geest wel.

Tegenover de genoemde ‘daden’ van de eigen wil, plaatst Paulus de vrucht die de Geest voortbrengt. Het is het verlangen van de Geest dat deze vrucht groeit! Ik houd het bij paar opmerkingen. Er is overlap met andere deugdenlijsten uit die tijd, waaruit de gemeenschappelijke grond van de mensheid blijkt. Maar er zijn ook verschillen. Liefde, geduld en zachtmoedigheid werden toen niet bepaald als kwaliteiten en deugden beschouwd. Maar voor Paulus, of beter: voor de Geest zijn ze dat zeker wel.

Bovendien is de motivatie anders. Is deze bij bijvoorbeeld Aristoteles het vinden van geluk, in eigen kracht (self-made man), bij Paulus gaat het om het weerspiegelen van het goddelijk beeld, van Jezus Christus dus. Het gaat bij hem om sterven en opstaan. De eigen natuur met zijn passies en begeertes moet worden gekruisigd. Maar dat kan niet in eigen kracht, maar door de kracht van de Geest. Vandaar dat ook zelfbeheersing genoemd wordt als vrucht van deze Geest.

De Geest is de bron van de vrucht. Hij laat deze vrucht bovendien tot groei komen. Maar daarbij wordt de mens niet uit-, maar juist ingeschakeld. In het groeien van de vrucht van de Geest, groeit de mens in liefde. Zijn wil, motivatie, gedachten en handelingen worden meegenomen en getransformeerd. NB: veel van deze deugden betrekking hebben op relaties tussen mensen; de vrucht groeit in de gemeenschap, relatie. Daar is iets te proeven van het leven van de toekomende eeuw.

Aanwijzingen voor de prediking

Er komen veel thema’s aan de orde in het gelezen gedeelte. Ik leg de focus op het verlangen van de Geest: ook de Geest kent verlangens, en verlangt naar de vrucht aan het leven van de gemeente en van de individuele gelovigen. Ik hoop daarmee te bereiken dat er een verlangen naar deze vrucht ontstaat en/of groeit, en de gelovigen daarbij concreet aan te wijzen wat men daarin zelf kan betekenen.

Er zijn meerdere openingen denkbaar. Zo kan je beginnen met een fruitboom en erop te wijzen dat de bloesem van de boom mooi is en alle aandacht trekt, maar dat het uiteindelijk gaat om de vrucht. Zo geldt dat ook voor de Geest die verlangt naar vrucht in de gemeente en ons leven. Na Pinksteren is de groei van die vrucht begonnen.

Een alternatief is om te beginnen bij onze verlangens. Onze verlangens worden op allerlei manieren aangesproken. We worden op allerlei manieren beïnvloed. Zeker jongeren zullen dat herkennen. Denk aan reclames, influencers, publicatiecijfers, openbare resultaten op scholen en sportwedstrijden. Zo wil de Geest ons ook beïnvloeden. Zij heeft zelf een verlangen en wil ons zo beïnvloeden, dat wij ernaar gaan verlangen dat de vrucht van de Geest in ons leven groeit.

Vervolgens is het goed om te accentueren dat van de Geest gezegd wordt dat Hij een verlangen heeft. Dat maakt de Geest minder ongrijpbaar en persoonlijker. Daarna is het goed om te laten zien dat voor de Geest het leven hier en nu van waarde is, en het Hem erom gaat dat er juist in dit leven iets te zien is van het karakter van God zelf. Dat dus de vrucht van de Geest in ons groeit.

Een derde stap is het inzoomen op een paar kwaliteiten en om concreet aan te geven wat iemand zou kunnen doen om deze te laten groeien. Primair is dan te denken aan gebed. De groei zal dan beginnen, een nieuwe motivatie dan geboren worden. Maar wij hebben vervolgens in ons denken, willen en handelen erop gericht te zijn dat de vrucht kan groeien. We kunnen moeilijk verlangen naar het geduld, als we niet proberen geduldig te zijn. Het heeft met training en oefening te maken, terwijl je het verwacht van de Geest.

Idee voor kinderen

Je kunt een sinaasappel meenemen en laten zien dat die uit partjes bestaat. Zo bestaat de vrucht van de Geest uit verschillende partjes. Er zijn op het internet ook plaatjes te vinden van een vrucht en daarbij alle kwaliteiten die Paulus noemt.

Deze preekschets is geschreven door Aaldert Gooijer.

Geraadpleegd

  • T. Wright, Paul for Everyone. Galatians and Thessalonians, SPCK 2002, p. 67-74.
  • N.T. Wright, Paul and the Faithfulness of God, SPCKPublishing 2013, p. 366,448,481,513,533,611,819,1030,1037,1078,1106,1107,1110,1115-1117,1141,1142.
  • G. Fee, Paulus, de Geest en het volk van God, Novapress 1999, p. 124-126, 146-147.
  • G. Tomlin, Een Geest van overvloed. De drie-eenheid, de kerk en de toekomst van de wereld, Buijten & Schipperheijn 2012, hoofdstuk 4.



Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken