Menu

Premium

Preekschets Genesis 48:21 – Nieuwjaar

Preekschets voor Nieuwjaar

Genesis 48:21

maar God zal met u zijn.

Schriftlezingen: Genesis 48:20-22 ; Hebreeën 11: 13-16; 13:14

Het eigene van de viering

Een gelegenheidsdienst waarin het gaat om een overgangsmoment, om het passeren van een drempel. De waakzaamheid die hierbij geboden is, is te voorkomen dat deze casus zelf tot inhoud van de prediking wordt. Het zou de predikant ‘ceremoniemeester’ maken. Vanouds richtinggevend voor de reformatorische praktijk betreffende de zogenaamde casualia is 1 Timoteüs 4:5: ‘Alles wordt geheiligd door het woord Gods en door gebed’ (zie K. Runia, Postille 1990-1991, 7-17).

Zie ook de bijbehorende schets voor Oudjaar.

Uitleg

In de verzen 20-22 verbreedt zich de situatie van ‘overgang’ in Genesis 48. Op de grens van zijn levensdagen spreekt de stervende Jakob nu over de komende uittocht. De tekst is een aankondiging van de overgang van de tijd der vaderen naar de tijd van de exodus (vgl. 50:24). Daarbij weet Jakob de toekomst van elke nieuwe generatie (zie de preekschets voor oudjaar) en van zijn nageslacht gebonden aan Gods zegen.

Vers 20 – De zegen die rust op Efraïm en Manasse geldt ook Jozef (‘met u’, enkelvoud).
In de naam van zijn zonen leeft de naam en gedachtenis van Jozef voort. In Jakobs zegenen van Efraïm en Manasse werd duidelijk dat de zegen van God alleen komt, en niet gebonden is aan de regels van het menselijk recht (Van Selms). Zegen is niet de bevestiging van menselijke sterkte, maar manifestatie van Gods welbehagen.
In het licht hiervan zal men elkaar in Israël (‘Israël’ hier als notie en niet als natie) leven en zegen toewensen (‘God make u als Efraïm en Manasse’). Het is een bijzondere zegenbede/groet, die eraan herinnert dat in het Koninkrijk Gods niet ‘de rechterhand” maar ‘de linkervoet’ de voorstap heeft. Het komt in de dienst aan God niet aan op handigheid, maar op volgzaamheid als het beste deel van het menselijk leven (zie de meditatie van Noordmans). Het gezegde markeert de navolging en pelgrimsstatus van de ware Israëliet. Onder Gods zegen speelt hij het klaar, zonder zijn zegen staat hij verloren in het veld (vgl. Saul en David). Zo geldt van de stervende Jakob, die zich uiteindelijk geheel op Gods belofte teruggeworpen weet: ‘rijp geworden, toont hij ons naakt en volledig zijn kwetsbaarheid, en dat is de beste geloofsbrief van zijn mens zijn’ (Fokkelman, 211).

Vers 21 – Jakobs profetie van de uittocht herinnert eraan dat Gods belofte méér is dan de weelde van Egypte. Reeds in Genesis 46:4 is zijn belofte aan Jakob: ‘Ik zal zelf met u naar Egypte trekken en u ook zeker weer terugvoeren’. God zelf staat achter zijn belofte aan Abram, Isaak en Jakob, die ‘pelgrims’ zijn zolang zij het beloofde niet verkregen hebben (Heb. 11; vgl. hier Luther, die Gen. 47:9 vertaalt met ‘de jaren van mijn pelgrimschap’). Israël weet zich in Egypte vreemdeling en bijwoner (47:4), ‘volk van God onderweg’.
Daardoor des temeer hangt de toekomst af van de zegenende nabijheid van JHWH.

In vers 21 vinden we in de Hebreeuwse tekst drie maal het meervoudsuffix ‘u’, tegenover het enkelvoud in het voorafgaande en volgende vers. Het ‘u’ in vers 21 duidt op alle broers met hun nakroost, op heel het volk, zoals dit onder de hand Gods uit Egypte zal trekken, de woestijn door naar het beloofde land.
Prachtig in dit vers is de continuïteit die met de zegen gegeven is. Jakob sterft, maar de zegen gaat verder. Met de manifestatie van Gods zegen in het leven van Abraham, Isaak en Jakob zal een heel volk, ja zullen de volken op aarde gezegend zijn. Zo is het Abram gezegd (vgl. Gal. 3: 14).

Vers 22 Met de terugkeer naar het beloofde land voor ogen schenkt Jakob aan Jozef persoonlijk, boven zijn broers, ‘een bergrug’. De Hebreeuwse tekst heeft hier het woord ‘schouder’ (skm). Bedoeld is een zinspeling op de naam Sichem. Deze belangrijke stad op de grens van Efraïm en Manasse, vanouds een religieus centrum (vgl. Deut. 27; Joz. 24; 7 Kon. 12), zal door de schenking aan Jozef een gemeenschappelijk centrum van beide stammen zijn. De in hoofdstuk 34 beschreven schanddaad van Simeon en Levi in Sichem wordt hier door Jakob nog eens afgekeurd (vgl. 49:5-7). Van hun immorele daad zullen hun nakomelingen geen profijt hebben (‘gestolen goed gedijt niet’).
Dat Jakob Jozef bij zijn sterven opnieuw voortrekt boven zijn broers, doet in het geheel van de Jozefnovelle tragikomisch aan. Jakob verliest wel zijn haren, maar niet zijn streken. Tot op zijn sterfbed blijft Jakob Jakob, een karakter, jood, een strijder met God en mensen, kortom IsraëI. De zegenende greep van de God van het verbond op het leven van de aartsvader vlakt diens eigenaardigheden niet uit.

Aanwijzingen voor de prediking

  • ln de context van Nieuwjaar kan de verkondiging inzetten bij de spanning aan het slot van Genesis 48: gaan wij de onbekende weg die voor ons ligt als pelgrim onder of als heiden zonder Gods zegen en belofte? In het sociale verkeer staat nieuwjaarsdag (de periode tot 8 januari) in het teken van nieuwjaarsgroeten en -wensen. Soms zeer opgetogen en uitgelaten. Oud en nieuw wordt gevierd alsof wij in dit leven kermisganger zijn. De christen herkent zich in de pelgrimshouding van Jakob, die in de Efraïm-en-Manassegroet uitdrukking vindt en in Hebreeën nader omschreven wordt.

  • Wat betekent het om pelgrim in dit leven te zijn? Om ‘hier geen blijvende stad’ te hebben en ‘volk van God onderweg’ te zijn? Niet: de onthechting van de postmoderne wereldburger; overal geweest zijn, maar nergens meer thuis. Pelgrim wordt men niet uit vlucht en verveling, maar uit de volheid Gods. Op de grens van de exodus schat Jakob Gods belofte hoger dan de weelde van Egypte. Dat maakt hem tot pelgrim.

  • Intussen bekommert hij zich om zijn nageslacht. Drie maal in het meervoud (in de vertaling onzichtbaar!) richt de stervende Jakob zich nu op héél Israël. Jakob sterft in het geloof dat Gods zegen verder gaat. In de scheuren van de tijd opent zich een nieuw vergezicht. Dankzij de belofte van God, die met Kerst vervuld is: in Christus is de zegen van Abraham tot de heidenen gekomen (Gal. 3:14)!

  • Uit de zorg van Jakob om de zijnen spreekt ‘de andere kant’ van ons aardse pelgrimschap. Uitzien naar een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, waarop gerechtigheid woont (Gods toekomst voor ogen hebben, Heb. 11), betekent niet: de dingen op hun beloop laten – in berusting of vrijblijvendheid. De verwachting van het eeuwige leven spoort aan tot dienst aan God in de wereld. Calvijn gebruikt hiervoor het beeld van de ‘wachtpost’. Het evangelie roept tot waakzame trouw aan de aarde, medemens en samenleving.

  • Binding aan God en de oriëntatie aan zijn Thora doet het menselijk karakter niet van kleur verschieten. Jakob blijft Jakob. Opnieuw trekt hij Jozef voor, wonderlijk en verrassend. Jakob is met een nieuwe naam genoemd, maar zijn karakter is daarmee niet uitgevlakt. Achter zijn zegenbede ‘maar God zal met u zijn’, mogen we Jakobs geloofservaring vermoeden: Gods aanvaarding van zijn zwervend bestaan. Het is dit vermoeden (dit delen in de aan Israël geschonken verwachting) dat ook ons heil en zegen bereidt.

Liturgische aanwijzingen

Psalm 72:5,6,7 (‘elkander groetend met de zegen’ en de toespeling op Epifanie); 105: 1-4; 106:1,2; LB 75:12,13,14; 21:1,3; Zingend Geloven I/II, lied 103.

Geraadpleegde literatuur

  • J. Fokkelman, Oog in oog met Jacob, Zoetermeer 1999(2), 207-211

  • W. Lüthi, Jakob, Basel 1968, 227-229; O. Noordmans

  • ‘De pelgrim’, VW deel 8, 110-112

  • A. van Selms, Genesis (Pred. OT),269-272.

Wellicht ook interessant

Boek Durf moedig te zijn van Mariann Budde
Boek Durf moedig te zijn van Mariann Budde
None

Mariann Budde – Durf moedig te zijn op beslissende momenten

Mariann Budde haalde wereldwijd de media door haar moedige confrontaties met president Trump en zijn beleid. Ze nam een standpunt in en wees openlijk op de tekortkomingen van zijn leiderschap. Budde is bisschop van het Episcopaalse bisdom Washington. Met een diepgaande betrokkenheid bij zowel kerkelijke als maatschappelijke kwesties heeft Budde haar leven gewijd aan het bevorderen van mededogen, gerechtigheid en gelijkheid. Ze is een voorvechter van inclusiviteit en streeft naar en samenleving waarin iedereen, ongeacht achtergrond of overtuiging, zich gewaardeerd voelt.

Prediking
Prediking
Premium

Hij heeft het zelf gezegd!

Preken met Pasen is altijd een uitdaging: niet alle kerkgangers zitten met dezelfde verwachtingen in de kerk. Sommigen hebben moeite met het Paasverhaal omdat ze het ongeloofwaardig vinden. Anderen hebben er juist geen enkele moeite mee. Hoe preek je zodat beide groepen zich aangesproken weten, zonder dat je als prediker in een discussie terecht komt? Door het verhaal zorgvuldig te lezen valt op hoe vreemd, hoe onverwacht en hoe onbegrijpelijk de opstanding Christus was, ook voor zijn volgelingen.

Nieuwe boeken