Preekschets Job 1:9
Achtste zondag na Pinksteren
Job 1:9
Satan antwoordde de HEER: ‘Zou Job werkelijk zonder reden zoveel ontzag voor God hebben?”
Schriftlezing: Job 1:-11
Thema: Godsdienst zonder reden?
Het eigene van de zondag
In de zomerperiode hebben de zondagen niet een specifieke betekenis in het kerkelijk jaar. Daarom biedt deze periode een goede gelegenheid vrije preekstof te kiezen, zoals uit het relatief onbekende bijbelboek Job. Wie over Job wil preken op een verantwoorde wijze, dient te beginnen aan het begin,
Hier komt aan de orde waarom Job zal moeten lijden. Die vraag is ook vandaag voor de gemeente hoogst relevant: waarom geloof je eigenlijk? Volgens Gods tegenstander, Satan, is dat om er voordeel van te hebben. Job is echter iemand die gelooft om niet. Dat zegt God, zonder dat Job ervan weet. En dan moet Job aantonen, dat God gelijk heeft. Hij moet gaan laten zien wat oprecht geloof inhoudt. Voor een gelovige is het een ware uitdaging, een oprecht christen te zijn in een maatschappij waarin het individuele voordeel en genot zwaar weegt. God heb je niet nodig om gelukkig te zijn. Dat is een reden om de kerk te verlaten of niet meer te geloven. Deze geestelijke strijd ligt ten grondslag aan het boek Job. Dat zou wel eens een onderbelichte kant van dit Bijbelboek kunnen zijn.
Uitleg
Een kernthema van Job is of er op aarde wel echte godsvrucht wordt gevonden, of er vroomheid en rechtschapenheid is zonder dat er een beloning tegenover staat. De schrijver stelt een onderzoek in. De rampspoed van Job dient als middel om dit onderzoek op gang te brengen, de mens door te lichten en zo nodig te ontmaskeren. Behalve de verliezen die hij moet lijden, dient daartoe ook het twistgesprek met zijn vrienden. Met hun rekenschap vragen aan Job zijn de drie vrienden en later ook de vierde spreker, niet anders dan dienstknechten van Satan (Aalders, p. 176-177). Het boek Job kan voor de lezer een ontdekkende functie hebben: waarachtig geloof is dat je gelooft “om niet” (vers 11, letterlijk vertaald). Het boek Job vertelt ons het verhaal van iemand die in God gelooft, maar die een uitzonderlijk zware geloofsworsteling moet doormaken. Job moet een hevige strijd voeren door zijn geloof in God.
Let erop, dat het de HEER zelf is, en niet Satan, die de zaak van Job ter sprake brengt. Als God Satan vraagt verslag te doen van zijn bezigheden, pocht Satan dat hij heeft rondgezworven zonder dat iemand hem een strobreed in de weg legt. God weet best waar Satan heeft uitgehangen, maar Hij vraagt ernaar om het gesprek op Job te brengen. In de NBV ontbreekt het woord waarmee vers 8 in het Hebreeuws begint: “En”. God onderbreekt Satan, Hij buigt het gesprek om. Hij vraagt naar hoe Satan over Job denkt. De HEER spreekt warm en trots over Job. Hij noemt hem “mijn dienaar”. Dat kom je maar heel weinig tegen in de Bijbel. Het is een eretitel.
Satan reageert cynisch. Is het zonder reden dat Job ontzag heeft voor God (v. 9)? Hij meent genoeg te weten over godsdienstige mensen om ervan overtuigd te zijn dat ze aan godsdienst doen om het voordeel dat ze eraan hebben. Satan stelt een test voor om zijn punt te bewijzen. Jobs geloof is nooit bewezen door het te beproeven. En God heeft het Job gemakkelijk gemaakt om godsdienstig te zijn door hem enorm rijk te maken. Hoe Satan over Job denkt, zet hij in vers 11 neer. Job zal God vervloeken als hem het kwaad treft. Openlijk hoont Satan God en Job. De HEER aanvaardt de uitdaging van Satan. Die krijgt toestemming Jobs geloof te beproeven.
Wie over Job preekt, ziet zich geconfronteerd met de vraag wie Job nu eigenlijk geweest is, wanneer hij leefde en waar. Daarover zijn de meningen verdeeld. Ik neig ertoe ervan uit te gaan dat Job ergens in het gebied van het huidige Syrië en Irak heeft geleefd. De Bijbel bevestigt dat Job een historische persoon is (Ezechiël 14:14,20; Jacobus 5:11). Maar is het allemaal wel echt zo geweest als we lezen? Job is niet een verzonnen verhaal. Wel zullen de feiten hier en daar zijn aangepast en aangevuld, zoals dit ook gebeurt in een historische roman.
Aanwijzingen voor de prediking
Job wordt afgeschilderd als een rechtvaardige in de oudtestamentische betekenis dat hij ontzag voor God heeft (de vreze des HEREN). Niet dat hij nooit zondigt, maar hij wil in alles leven zoals God dit vraagt, in zijn godsdienstig leven en in zijn handel en wandel. Daarom zegt de schrijver dat Job oprecht, integer is, en recht of rechtschapen, hij verlangt te leven naar het recht van God. Deze gedachte biedt de mogelijkheid diverse lijnen te trekken naar het leven van de hoorders. Niet om ons tegenover God te rechtvaardigen maar om naar Gods bedoeling te leven.
Satan komt met een bepaalde bedoeling bij God, namelijk dat Job van God zal afvallen. Voor God is er immers niemand zoals Job. Na over de wereld te hebben rondgezworven heeft de leeuw zijn prooi uitgekozen. Satan is erop uit gelovigen tot afval van God te brengen. Voortdurend let hij op Gods kinderen die aan Hem zijn toegewijd, christenen die voorbeeldig leven, want juist zij staan de voortgang van het rijk van de duivel in de weg. God is zich daarvan bewust. In de vertaling van vers 8 is dit niet goed te zien, maar God vraagt feitelijk aan Satan: “Wat ben je van plan tegen mijn dienaar Job?”. God doorziet wat er in Satans hart leeft, welke gedachten hij heeft, en God vraagt ernaar. Daarom is voor gelovigen belangrijk wat David zegt in Psalm 16:8. Het is goed de geestelijke strijd aan de orde te stellen.
Het geloof van Job wordt beproefd, en hij strijdt om zijn geloof te behouden en God niet te verliezen. Dat gaat iedere gelovige aan, in het leven van elke dag wordt een gelovige op allerlei manieren beproefd. Dat geldt voor elke leeftijd vanaf dat het verstandelijke vermogen tot ontwikkeling komt, vooral vanaf de pubertijd.
Volgens Satan is Jobs geloof eigenbelang. Daarmee zegt hij dat Job dubbelhartig is. Job dient God om de beloning. Van zo iemand zegt de apostel Jakobus dat hij onvast is in heel zijn levenswandel (Jakobus 1:8). Jakobus waarschuwt ervoor dubbelhartig te zijn. Hij zegt dat het gebed van zo iemand niet wordt verhoord. Dubbelhartig kun je ook zijn omdat je bang bent voor straf van God. Je dient God om straf te vermijden. In de meeste vertalingen staat er in Job 1:8 dat Job God vreest. Maar dat betekent niet dat Job bang is voor God. Integendeel. Hij heeft ontzag voor God; Job heeft God eerbiedig lief. De liefde drijft juist de angst uit, en maakt bereid tot hartelijke overgave.
Job is oprecht, staat er in vers 1. Zijn geloof heeft focus, is gericht op de HEER. Daar staat tegenover dat Jezus ervoor waarschuwt dat zijn woord in het leven zonder vrucht blijft, als je druk bent met allerlei belangen terwijl je je hart niet werkelijk aan God geeft (Marcus 4:19). Zou dat ook niet een reden kunnen zijn dat er van het geloof van de kerkgangers en van de gemeente zo weinig uitgaat? Bij Job zie je vrucht in zijn leven: de huisgodsdienst die hij beoefent, en uit wat er later in het Bijbelboek over hem staat, blijkt Job alleszins een godvruchtig mens te zijn (Job 29).
Actueel is dat de moderne mens zijn eigenbelang zoekt. In menselijke relaties zie je nogal eens dat iemands houding is: Ik vind jou lief zo lang ik van je krijg wat ik graag van je wil hebben. Door deze houding gaan relaties stuk. Daardoor staan huwelijken onder druk, en worden ze verbroken. De Bijbelse deugd trouw die naar God verwijst, lijdt aan erosie. Terwijl Job door alles heen aan God trouw blijft.
Ook staat onze trouw aan God onder druk. Als God het gebed niet verhoort, wil men niet of niet meer in God geloven. Echter, onbaatzuchtige liefde is de basis voor een duurzame relatie. Dit geldt ook voor de relatie met God. Job is een voorbeeld van deze liefde. Maar ten diepste is God dit zelf in Zijn zoon Jezus Christus door zijn komst in deze wereld.
In de prediking kan het welvaartsevangelie aan de orde worden gesteld: geloof in God brengt je materiële voordelen, financiële voorspoed. Hebzucht zit diep in de mens. Maar Job laat zien dat een mens door zijn geloof juist straatarm kan worden.
Job dient God zonder reden. Maar is dat werkelijk zo? Heeft een mens geen belang bij geloof? Door de Bijbel heen kom je de gedachte tegen dat wie niet in God gelooft en Hem niet dient, verloren gaat. Er is dus toch een belang. Maar dat dit belang er is, vraagt geloof. Uiteindelijk gaat het om geloof. Zo is het bij Job. Zo is het ook bij ons.
Ideeën voor kinderen en tieners
Het is belangrijk dat kinderen van jongs af leren oprecht te zijn in hun relaties en God en de ander lief te hebben om wie die ander is, niet om wat je ervoor krijgt, en dus ook niet anderen naar de ogen te zien. Dat speelt bijvoorbeeld als je anderen uitnodigt voor je verjaardagsfeest. Wie nodig je uit? Degenen die hoog op de sociale ladder staan of ook/juist die weinig/geen aanzien genieten? Word je verliefd omdat die ander mooi is of populair is, zodat je daarin deelt, of op die ander die niet opvalt maar gewoon een goed karakter heeft?
Een ander thema is verleiding en beproeving, een kind moet ook het besef ontwikkelen dat je moet weerstaan wat kwaad is, en wat van de duivel afkomt. Zo kun je aan de orde stellen wat je doet als je een film ziet met slechte dingen, of een ander je wil verleiden tot seksuele handelingen die niet passen bij een christelijke jongere, of bijvoorbeeld het kijken naar porno, of stelen in de supermarkt.
Liturgische aanwijzingen
Aanvullende schriftlezingen over de zin van het lijden: Johannes 9:1-5; de kwaliteit van het geloof: Marcus 4:13-20, Jakobus 1:2-12, 1 Petrus 1:13-23; de strijd: 1 Petrus 5:8-11.
Geraadpleegd
-
W. Aalders, Wet Tragedie Evangelie, Den Haag, 1979.
-
D. Pawson, Sleutels tot de Bijbel, Putten, 2007.
-
H. Post, Job. Een geloofsheld strijdt om recht, Kampen, 2017.