Preekschets Johannes 3:3,16
4e zondag na Trinitatis
Jezus zei: Waarachtig, ik verzeker u: alleen wie opnieuw wordt geboren, kan het koninkrijk van God zien. (..) Want God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.
Tekst: Joh. 3:3 en Joh. 3:16
Schriftlezing: Joh. 2:23-3:21
Thema: Kijk omhoog, want het geloof komt van boven, en Gods Zoon is van boven gekomen
Het eigene van de zondag
De zondagen in de zomermaand juli zijn geschikt om de nadruk te laten vallen op het leven als volgeling van Christus. Immers, de feesten van Pasen en Pinksteren zijn gevierd, we blikken terug op wat Christus op aarde heeft gedaan, en we staan stil bij wat Hij doet in de hemel voor zijn kerk totdat Hij terugkeert.
In deze maand doen we dat met teksten uit het evangelie van Johannes, die laten zien dat Christus tijdens zijn leven en werk op aarde voorbereidde dat wat Hij later vanuit de hemel voor zijn volgelingen zal gaan doen.
Uitleg
Opvallend in dit hoofdstuk is het hemelse, tegenover het aardse. De Geest die als de wind van boven komt, de Zoon des mensen die van boven is gekomen. De Here Jezus zegt dat het geloof van boven komt.
Het bekende vers dat je opnieuw geboren moet worden zegt eigenlijk dat je ‘van boven’ geboren moet worden, vanuit de hemel. Een en hetzelfde woord kan zowel betekenen ‘opnieuw’ als ‘van boven’: anoothen. Alle twee is te verdedigen. ‘Van boven’ past het best in het verband, ook al vraagt Nicodemus dat je toch niet voor de tweede keer de moederschoot kunt ingaan en geboren kunt worden. Het gaat niet om een menselijke geboorte, zegt de Here Jezus dan, maar om een hemelse geboorte: van boven af.
Dit hoofdstuk wordt duidelijk tegen de achtergrond van het werk van Johannes de Doper (vergelijk ook vers 22-36). De Here Jezus is nog niet zo lang bezig zich te onderscheiden van Johannes de Doper. Vanuit Jeruzalem zijn heel wat mensen naar de Jordaanvallei afgedaald om de Doper te horen, en om gedoopt te worden. Het is ook niet alleen de Here Jezus die spreekt over het Koninkrijk van God, dat deed Johannes de Doper ook: Het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen.
Nicodemus was al een oude man, zo zegt hij zelf. En in deze nacht is hij totaal veranderd, want als er later over hem geschreven wordt klinkt het telkens weer: de man die in de nacht bij Jezus gekomen was (7:50; 19:39). Hij was een van de velen die onder de indruk waren van Jezus’ wondertekenen.
Nicodemus vraagt hoe het kan om ‘van boven’ geboren te worden. Jezus zegt dat zijn vraag Hem verbaast. Hij had het als Schriftgeleerde wel kunnen weten. De profeet Ezechiël heeft geprofeteerd over nieuw leven dat God aan zijn volk geeft, water en Geest (hoofdstuk 36): water dat van leven en reiniging spreekt, de Geest die het doet. En hoofdstuk 37 spreekt van Israël als een dal van dorre doodsbeenderen, die opnieuw levend worden als de Geest gaat waaien.
Jezus en Johannes, ‘wij’ zegt de Heiland, hebben over bekering gesproken, en over de doop. En dat stuit al op verzet. ‘Wij’ zo uit te leggen ligt meer voor de hand dan het ‘wij’ te verstaan als spreken van Vader en Zoon. Het ‘wij’ van Jezus is een reactie op het ‘wij’ van Nicodemus en zijn collega’s. Jezus zelf (’Ik’) spreekt daarna over hemelse dingen, over het wonder van de Geest die van boven komt en nieuw maakt. De bekering wordt voor mensenogen zichtbaar, en geschiedt als reactie op de oproep die wordt gehoord. Dat zijn aardse zaken.
Jezus legt hiermee uit dat er meer is dan wat de mens zelf doet bij zijn bekering. Van boven uit moet je tot een nieuwe mens worden gemaakt door de Geest van God, van wie je de werkzaamheid niet snapt, net zo min als je de wind snapt, al zie je wel de gevolgen. Het is ook hetzelfde woord: pneuma: wind en Geest.
Jezus kan dat uitleggen aan Nicodemus, want Hij is van boven gekomen. Hij kan vanuit de kamer waar Hij met Nicodemus is, op elk moment omhoog gaan en met hemelse kennis terug komen, want Hij kent die weg. Hij is daarlangs afgedaald. Hij zal straks daarheen ook definitief weer opstijgen, maar dan moet Hij eerst op een speciale manier zijn verhoogd: aan het kruis. Verhoogd, zoals eens de slang.
Aanwijzingen voor de prediking
Het lijkt een afknapper voor Nicodemus, dat hij hoort van de Here Jezus, dat hij ‘van boven’ geboren moet worden. Dat klinkt als: je bent er nog lang niet, en misschien kom je er wel nooit. Want je moet van boven geboren worden. Inderdaad spreekt de Here Jezus over het wonder van geloof. Maar niet om af te schrikken.
Nicodemus komt als een van de leiders naar Hem toe, want hij zegt dat hij met de anderen weet dat Jezus van God gekomen is, anders zou Hij die wondertekenen niet hebben kunnen doen. Hij denkt met zijn collega’s aan een bijzondere man, die een speciale opdracht van God gekregen heeft, die bijzondere kracht ontvangt, zoals de profeten vroeger, en zoals Johannes de Doper, een man van God gezonden.
Maar Jezus is meer. Dat zegt de Here Jezus zelf. Hij is meer dan Johannes de Doper, omdat Hijzelf van boven gekomen is, Hij is God zelf. En Johannes heeft het gezegd (Johannes 1:27). Johannes heeft ook gezegd dat zijn doop niet zo groot was als die van de Messias (Lucas 3:16).
Zou Nicodemus geprobeerd hebben zich te bekeren, zoals de Doper zei, en zich zelfs hebben laten dopen door hem, en vindt hij nog geen rust? Wil Nicodemus daarom praten? De doop is niet een teken van iets dat de mens tot stand heeft gebracht, hoe goed ook. Dan blijft er onrust. Een nieuw hart moet van boven komen, daar mag om gevraagd worden, en de doop bewijst dat God dan helpt.
Het gaat om een speciale manier van kijken. Vanaf de voet van het kruis kijken naar de Heiland die daar hing en nu in de hemel is.
Teksten als “Wie niet opnieuw geboren wordt kan het Koninkrijk van God niet zien” of de oproep van Johannes: “Bekeert u want het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen” kunnen afschrikken en onzeker maken. De Heiland kwam met dezelfde boodschap als Johannes de Doper, die van de bekering. Hij zegt: ‘wij’. Het ging over hoorbare en zichtbare zaken die zich hier op aarde afspelen. Maar toen vervolgde Hijzelf met die prachtige woorden over zijn komst, vanuit de liefde van de Vader en zijn verhoging aan het kruis. Dat Hij niet gekomen was om een oordeel te vellen, maar om te redden.
Ideeën voor kinderen en tieners
In een kinderpreek vooraf, of in de inleiding van de preek, voorlezen/vertellen uit Wikipedia over de giftige hoornadder. Lengte, schutkleur, ‘hoorntjes boven de ogen’, ’s nachts actief, jaagt vanuit hinderlaag, bijt en wacht tot prooi gestorven is. Komt o.a. in woestijngebieden in Egypte en Israël voor. De Israëlieten in de woestijn hadden erg gemopperd op God en op Mozes, en daarom waren er opeens allemaal giftige slangen. Veel mensen werden gebeten en gingen langzaam dood. Jonge mensen nog, want de ouderen waren al gestorven. Ze zijn al bijna 40 jaar in de woestijn (Numeri 21).
Toch mocht Mozes ze weer redden. Hij kreeg de opdracht van God een koperen slang te maken en op een stok vast te binden. Hij blonk in het zonlicht. Misschien een stok met een dwarslat. Dan kun er goed iets op vast maken. En toen leek het een beetje op een kruis. Maar in ieder geval: die mensen die daar ziek op de grond lagen en dood zouden gaan moesten omhoog kijken naar die slang die Mozes vast hield en vertrouwen dat ze dan beter zouden kunnen worden.
Het hoofdstuk Johannes 3, over Jezus en Nicodemus, gaat ook over omhoog kijken, op een speciale manier. Op een speciale manier omhoog kijken, met je gedachten bij God zijn (vers 14).
Liturgische aanwijzingen
-
LvK 451:2 (Want zo lief had God de wereld)
-
NLB 289 (Heer, het licht van uw liefde schittert)
Geraadpleegd
-
J. van Andel, Johannes’ evangelie aan de gemeente toegelicht, Leiden 1900
-
C.K. Barrett, The gospel according to St. John, London 1965
-
P.H.R.van Houwelingen, Johannes. Het evangelie van het Woord, Kampen 1997