Preekschets Marcus 14:25
Marcus 14:25
Witte Donderdag
Ik verzeker jullie: ik zal niet meer van de vrucht van de wijnstok drinken tot de dag komt dat ik er opnieuw van zal drinken in het koninkrijk van God.
Schriftlezing: Marcus 14:12-25
Het eigene van de dag
Met Witte Donderdag staan we aan het begin van de drie dagen van Pasen. Op de avond van deze dag gedenken we de instelling van het avondmaal. Het is bij uitstek ook een dienst om het heilig avondmaal te vieren. Ter voorbereiding daarop lezen en overdenken we de woorden van Jezus bij het laatste avondmaal en staan we stil bij het perspectief dat daarin doorklinkt.
Uitleg
-
Situering. Het tijdstip dat genoemd wordt aan het begin van onze perikoop is ‘de eerste dag van het feest van het ongedesemde brood’ (sjamar ha-matsot, Ex. 23:15; Lev. 23:6) grijpt terug op het eerste vers van Marcus 14. De eerste dag valt op de vijftiende dag van die maand. De combinatie van die tijdsaanduiding met wat we in vers 1b lezen, namelijk dat het pesachlam wordt geslacht, brengt ons tot situering van het gebeuren op de avond van de veertiende nisan. Immers, de voorbereidingen voor het pesach vinden plaats op de veertiende van die maand, in de avondschemer (Lev. 23:5). Jezus zou dan naar synoptische traditie de pesachmaaltijd hebben gehouden met zijn leerlingen op de avond van de veertiende nisan. De laatste avond van zijn leven. In Exodus 12:17 lezen we dat het volk generatie na generatie het feest van het ongedesemde brood moet vieren, om de dag van de bevrijding te blijven gedenken. Van ouderen op jongeren, van ouders op kinderen, kortom: een perspectief tot in lengte van generaties. Opmerkelijk is dat de leerlingen het initiatief nemen tot de voorbereidingen. Marcus en Lucas zijn uitvoeriger in hun verslag over de voorbereidingen dan Matteüs. Jezus neemt het initiatief over en geeft profetische aanwijzingen ter voorbereiding van de maaltijd. Jezus heeft een vooruitziende blik. Je zou kunnen zeggen dat die vooruitziende, profetisch-eschatologische blik de onderscheiden gedeelten van deze perikoop (12-16; 17-21; 22-25) met elkaar verbindt. In het licht van de dingen die staan te gebeuren, richt Jezus zich op de momenten daarna. Hij is zijn leerlingen én ons, lezers, telkens een stap voor. Waar de leerlingen – en wij met hen – nog druk bezig zijn in het heden ziet Hij al vooruit naar wat komen gaat. Hij gaat voor, Hij is de voorganger in optima forma. Zo ook Pesch: ‘ Und indem Jesus alles voraussieht und bestimmt, wird der Leser auf die heilige Abschiedsstiftung Jesu hingewiesen und eingestimmt.’
-
Gesprek aan tafel. Wanneer het pesachmaal is voorbereid, komt Jezus met de twaalf. De avond is gevallen (vgl. 1:32; 4:35; 6:47 en 15:42) en dat is veelzeggend. De viering van het paasmaal duurt van de avond tot diep in de nacht (14:30, ‘vannacht zul je me verloochenen’). Jezus voorzegt het verraad door een van de zijnen (Ps. 41:10). Waar de
nbv ‘verraad’ leest, daar staat het woord paradoosei, overleveren. Dat woord paradounai is een eschatologische term. Ook in het laatste wat Jezus ondergaat, voltrekt zich een eschatologisch gebeuren (9:31; 10:33). In dat kader is het ook van belang op te merken dat Jezus hier spreekt over de Mensenzoon. Hij gaat heen. Dat woord ‘heengaan’ wijst op een daad. Hij gaat de weg naar zijn komst, naar zijn toekomst. Daarmee is het eschatologische aspect sterk aangezet (vgl. 9:12,31; 10:33). -
Instelling avondmaal. In korte bewoordingen geeft Marcus ons de instellingswoorden van het avondmaal door. Blijkbaar veronderstelt Marcus de gang van zaken bij het pesachmaal bekend en hij beperkt zich tot die momenten die van betekenis zijn voor de nieuwe maaltijd, die Jezus door zijn woord instelt. De viering van het pesachmaal kent ook de momenten van verleden, heden en toekomst. Er is de blik op het verleden, naar de bevrijding uit het diensthuis. Viering van pesach betekende ook dat men in iedere generatie verplicht is zich aan te zien alsof men zelf uit Egypte was getrokken. Ten derde zag men vooruit naar de messiaanse tijd, die een overvloed aan brood zou schenken. Zowel bij het brood als bij de beker spreekt Jezus betekenisvolle woorden die zijn weg verbinden aan de tekenen. Met ‘het bloed van het verbond’ zinspeelt Hij duidelijk op Exodus 24:8, waar Mozes het volk met het bloed besprenkelt en zegt: ‘Met dit bloed wordt het verbond bekrachtigd dat de Heer met u heeft gesloten door u al deze geboden te geven.’ Jezus geeft daarbij aan de maaltijd een nieuwe betekenis. Het verbond heeft een eschatologische spits. Niet zeker is of Jezus hierbij ook gedacht heeft aan Jeremia 31:31.
-
Eschatologisch perspectief. In brood en wijn worden de leerlingen betrokken in het verbond door het offer van Jezus Christus en daarmee verbonden in de belofte van het komende rijk. Dat eschatologische perspectief klinkt duidelijk door in onze tekst. Het is verkondiging van het nabije rijk van God, waarmee Jezus zijn verkondiging van meet af aan inzet (1:15). Zijn verkondiging is consistent en consequent gericht op het koninkrijk van God, dat komt. ‘Die Gegenwart der Tischgemeinschaft ist Gegenwart der Zukunft’ (Schweitzer, 166).
Aan de vooravond van zijn lijden en sterven richt Jezus de blik van leerlingen en lezers opnieuw. Met de plechtige gelofte (amèn) van een nazireeër (Num. 6:4) verplicht Jezus zich tot wat Hij zichzelf ten doel heeft gesteld: Hij zal geen wijn drinken tot Hij die nieuw zal drinken in het koninkrijk van God. In Matteüs 26:29 lezen we: ‘tot de dag komt dat ik er met jullie opnieuw van zal drinken in het koninkrijk van mijn Vader.’ Het meth humoon ontbreekt in onze tekst. Blijkbaar is hier alleen de weg van Jezus bedoeld, die dwars door de dood heen verzoening en leven brengt. Dat vraagt van hen die betrokken worden in de viering van de maaltijd waakzaamheid en betrokkenheid (Mar. 13). Dit eschatologische aspect kenmerkt de viering aan de tafel van het nieuwe verbond (1 Kor. 11:26). De avondmaalvierende gemeente sterkt zich in deze hoop.
Aanwijzingen voor de prediking
We staan aan het begin van de viering van Pasen. Het is van belang de samenhang van deze en de komende dagen te onderstrepen. Vandaag vieren we het heilig avondmaal. We ontvangen het geschenk van brood en wijn, tekenen die ons dragen, uittillen boven de nood en de dood van ons alledaagse leven. Woorden die ons de troost en het uitzicht bieden op de toekomende tijd: ‘Neemt, eet, drinkt allen daaruit, gedenkt en gelooft.’ We onderkennen drie aspecten van de viering van de maaltijd, verleden, heden en toekomst, die staan voor respectievelijk gedachtenis, gemeenschap en gerichtheid op de toekomst.
Juist op deze dag is het goed niet alleen maar het gedachteniskarakter van de maaltijd te bedenken, maar ook en vooral het eschatologische karakter. Vanuit de maaltijd wordt ons een perspectief geboden. Door wat Jezus doormaakt, krijgen we uitzicht op wat Hij voor ons doet. Brood en wijn spreken ons van het gekruisigde lichaam en het vergoten bloed van Jezus, maar bepalen ons ook bij zijn toekomst. Hij zal niet meer van de vrucht van de wijnstok drinken tot de dag dat Hij die nieuw zal drinken in het koninkrijk van God. Elke keer dat wij hier op aarde het avondmaal vieren, zien we uit naar de maaltijd met Hem in zijn koninkrijk. De viering van het avondmaal is een geschenk dat we uit handen van Jezus ontvangen. Geschenken zijn bruggen tussen verleden en toekomst. ‘Het geschenk van de eucharistie is een brug tussen tijd en eeuwigheid, de puurste uitdrukking van wat Gods liefde is: een weg van gemeenschap door de wereld heen tot aan de horizon van het oneindige’ (E. Drewermann, 202).
Indrukwekkend wordt het vertolkt in het gedicht van Ida Gerhardt:
Uit tranen en uit pijn
dit samenzijn verkregen:
bij sober brood de zegen
twee in Uw naam te zijn.
In brood en wijn tasten en smaken we iets van Gods genadige en liefdevolle toewending in Jezus Christus en krijgen we uitzicht op de toekomst die God voor ons in petto heeft. Dat maakt dat we niet kunnen blijven zitten in verdriet en rouw om dat wat Jezus lijdt. Dat maakt ook dat we ons niet neerleggen bij nood en dood in de wereld en in ons leven, maar dat maakt ons hoopvol, te midden van de hopeloosheid soms, omdat ons door Jezus Christus zelf verzekerd is dat Hij de vrucht van de wijnstok zal drinken in het koninkrijk van God.
Liturgische aanwijzingen.
Zoals de naam van de dag al aangeeft, is de liturgische kleur wit. Aan het begin van de viering van Pasen hebben we een ingetogen dienst, waarin de woordverkondiging toeleidt naar de viering van het heilig avondmaal. Behalve aan de lezing uit Marcus zou te denken zijn aan Exodus 12: 15-20. Liederen in deze dienst: Psalm 67, een keuze uit de Gezangen 358-364 (Lvdk). Bovendien Gezang 105, 157 (Tt) en Gezang 239 (ZG).
Geraadpleegde literatuur
Commentaren: R. Pesch, Das Markusevangelium, 2.Teil