Preekschets Matteüs 1:21 en 23 – Kerstavond
Zie ook
Inleidend
Graag neem ik u en jou mee in mijn voorbereiding op Kerstavond van dit jaar. Die begon zonder dat ik het doorhad al op Kerstavond vorig jaar. De voorbereiding voor de dienst die ik die avond ging leiden was klaar, en ik belde nog even met een vriend van me. Hij werkt bij het Openbaar Ministerie in een van de grote steden en hij moest ook werken die avond. ‘Hoe is zo’n avond meestal,’ vroeg ik ‘lekker rustig?’ ‘Nou juist niet,’ zei hij ‘ik zal wel vaak gebeld worden, over mensen die er een eind aan gemaakt hebben, zelf. Dat is altijd zo op Kerstavond.’ Ik viel stil. Het kwam hard bij me binnen. Door het ontzettende wrange. Op Kerstavond zijn huiskamers vol gezelligheid en gezamenlijkheid of er is de voorbereiding daarop voor de volgende dag. Maar een huiskamer iets verder is er dus compleet iets anders aan de hand: nood, eenzaamheid, knopen die niet meer ontrafeld kunnen worden. Ik weet dat wel, maar besef me het opnieuw. Wat een contrast. Het zet me ook op scherp, over de dienst die straks zal beginnen. Stel iemand komt binnen vanavond, midden uit zo’n tweede huiskamer, wat heb ik dan te zeggen? Nog veel beter, wat heeft het evangelie van God die mens werd te zeggen? Ben ik zoals ik het nu heb voorbereid niet te goedkoop, te gemakkelijk, te veilig? Ik vermoed ergens van wel.
Het heeft me de hele avond en dienst bezig gehouden. En ik heb nog geprobeerd om er in m’n preek improviserend wat mee te doen, maar bevredigend was het niet. Daarom besloot ik om het dit jaar als uitgangspunt te nemen, in de voorbereiding: Wat uit het verhaal van Kerst maakt sense in zo’n tweede kamer? Ik hoef de situatie niet per se te noemen maar ik gebruik het in de voorbereiding om de randen op te zoeken, veilige paden te verlaten en ook om bij kern te komen. Ik merk de verleiding om met Kerstavond tevreden te zijn als ik wat knap gevonden actuele voorbeelden heb, wat kekke taal gebruik en bezoekers na de dienst naar buiten gaan met het idee: Het is zo raar toch niet in de kerk, best bijdetijds. Maar dat is voor zo’n tweede huiskamer niet voldoende, dat is voor het evangelie niet voldoende. Ik hoop dat de werkelijkheid van die tweede huiskamer het me helpt om de voorbereiding op scherp te zetten om zo aan te kunnen sluiten bij wezenlijke zaken uit het leven van de mensen die de dienst zullen bezoeken.
Tekstkeuze
Zoekend naar een passende tekst om mee bezig te gaan kom ik uit bij de vertelling van de evangelist Matteüs over de geboorte van Jezus. Hoofdstuk 1:18-25. Na een eerste lezing blijven met name de verzen 21 en 23 hangen. Ze zal een zoon baren. Geef hem de naam Jezus, want hij zal zijn volk bevrijden van hun zonden. En: ‘De maagd zal zwanger zijn en een zoon baren, en men zal hem de naam Immanuel geven,’ wat in onze taal betekent ‘God met ons’. Ik heb de intuïtie dat focussen op deze verzen me kan helpen in het zoeken naar essentie. Maar goed, eerst verder studeren, want eerste gedachten blijken niet altijd te kloppen…
Exegese
-
Tijdens het studeren zie ik dat de genoemde verzen me inderdaad kunnen helpen. Matteüs schrijft niet veel over de geboorte van Jezus zelf en de omstandigheden waarin dit gebeurt. Geen Bethlehem, geen herders, geen kribbe. Maar hij beschrijft wel de aard van Jezus’ missie in de wereld, waarom hij gekomen is. En dat zit met name in die verzen over de namen van Jezus. Omdat Kerstavond vraagt om focus en bondigheid besluit ik de acties van Jozef en het wonder van de maagdelijke geboorte te laten liggen en vol te gaan voor de genoemde verzen.
-
Over de eerste naam Jezus zelf. Wat betreft de betekenis lijkt het te komen van het Hebreeuwse woord voor redden/redding. Daar zijn alle exegeten die ik lees het over eens. En wat de engel verder zegt bevestigt dat, want hij zal zijn volk bevrijden…
In het verder lezen over de naam Jezus word ik meegenomen naar het Oude Testament. De naam Jezus wordt veelal gezien als de Griekse vorm van de Oudtestamentische Jozua. En daarmee gaat een wereld van betekenis open. Jozua, de leider van Israël die Gods volk het beloofde land in bracht. Eerst bevrijd uit Egypte, en dan ook bevrijd uit de woestijn en ook uit de handen van de heidense volken die in het land woonden. Het is zo’n bevrijding die door Joden in de tijd van Jezus’ geboorte ook weer wordt verwacht. Herstel van koningshuis van David. Onder de Romeinse overheersing vandaan.
Maar het bijzondere aan de woorden van de engel is dat hij het bevrijden toespitst op iets anders: want hij zal zijn volk bevrijden van zónde. Een uitlegger verwijst ook daarvoor naar het Oude Testament, naar Psalm 130:8, daarin zegt de psalmdichter al veel eerder dat de HERE Israël zal bevrijden van al haar zonden. In Jezus wordt dat werkelijkheid. Bevrijding wordt zo nog dieper. Iemand schrijft: Zonde is dodelijker dan heidense vijanden, want zonde haalt ons bij God vandaan. En daarvan dus bevrijding.
-
Dan de naam Immanuël. Rond die naam word ik opnieuw meegenomen naar het Oude Testament. Naar Jesaja 7:14 allereerst. Een lastig gedeelte om Jezus en het redden aan te verbinden want het gaat daar over een kind dat een teken zal zijn van vernietiging. Maar het staat in verbinding met andere gedeelten in Jesaja die ook gaan over een kind, 9:6-7 en 11:1-5. En bij elkaar gelezen voeden ze de verwachting van de komst van de Messias die allerlei goeds, heil, zal brengen. Ook wordt de betekenis van de naam genoemd die Matteüs noemt: ‘God met ons’, zie 8:8 en 10.
God met ons. In eerste instantie doet het me denken aan ‘dichtbij zijn van God’. Dat lijkt me passend om te thematiseren tijdens de preek. Niet ver af, maar dichtbij. God die er altijd is. Dat wil ieder mens toch, iemand dichtbij? Maar is het zo, dat Matteüs die betekenis bedoelt. Een uitlegger wijst er namelijk op dat het kan zijn dat Matteüs met het noemen van de naam Immanuel wil onderstrepen dat Jezus van God is gegeven. ‘God met Jezus’ zo gezegd, niet zomaar een mens, maar van God ontvangen. Een andere uitlegger verwijst echter naar een woord van Jezus zelf aan het eind van het evangelie, in 28:20 En houd dit voor ogen: Ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld. Hier wel de notie van dichtbij zijn van God, en die zijn er meer in het evangelie. Voor mij reden genoeg het te kunnen thematiseren. Zeker ook denkend aan die wonderlijke naam die God al eerder van zichzelf heeft gegeven aan zijn volk. Vlak voor de bevrijding uit Egypte. Aan Mozes. Zeg daarom tegen de Israëlieten:” IK ZAL ER ZIJN heeft mij naar u toegestuurd ” (Exodus 3:14). Een naam die uitdrukking is van Gods zorg voor zijn volk, van zijn betrokkenheid en dichtbij zijn.
Elementen preek
-
Zo lezend en verbindingen zoekend ontstaat het idee om als geraamte van de preek iets te doen met dat genoemde verlangen wat in ieder mens leeft om een ander dichtbij te hebben, om niet alleen te zijn. Om het leven te delen. Dat er iemand is die weet waar je mee bezig bent, wat er diep in je leeft. De komst van Jezus naar deze wereld kan raken aan dat verlangen. In hem is het gebeurd dat er altijd iemand dichtbij is en je kent, God zelf. Immanuël.
Er schiet me te binnen dat ik dat verlangen wellicht kan illustreren met de Top2000. Het gros van de liedjes daaruit gaan over dat verlangen om niet alleen te zijn. Wellicht kunnen we er wel een van luisteren. Maar een stem klinkt vanuit die tweede huiskamer. Maak het niet te zoet en te zacht en te hip! Benadruk dat dat verlangen echt wezenlijk is, en dat als het niet beantwoord wordt dat het dan fikse wonden kan achterlaten. Oh ja, scherp blijven… Maar goed, die noties zitten ook in genoeg liedjes.
Hoe zorg ik dat het rond dit punt niet blijft zweven in mooie woorden, maar dat het echt landt? Ik denk aan die eerdere Godsnaam Ik zal er zijn. Want daarin zien we dat het ‘God met ons’ niet zomaar iets is. Een naam zegt iets over het diepste van je zijn. En voor God is dat dus: Ik zal er zijn. En in wat er aan Israël gebeurde na die naamgeving zien we de waarde van die naam. Israël werd bevrijd. Ze was niet alleen in haar onderdrukking in Egypte. Ze werd niet aan haar lot overgelaten. Er was iemand bij haar. En die bracht ook nog eens bevrijding. Ik denk dat ‘God met ons’ in dit soort taal kan landen. In het kleine, het geslotene van ons leven. Daar waar je gevangen bent, door wat dan ook. Alleen zijn, of pijn in je lijf, of door iets wat verkeerd is gegaan vroeger, of schuld, of ergens niet vanaf komen, of missen, of prestatiedruk. Dat je daarin niet alleen bent. Niet aan je lot overgelaten. Uit die naam Immanuël klinkt de boodschap: Je kan in die situaties omhoog kijken, mens. Er is een kind geboren en daardoor kan je omhoog kijken. Ik zal er zijn.
Om aansluiting te vinden bij de tweede huiskamer moet ik misschien nog wel een stap dieper. Moet ik vertellen over het verdere leven van Jezus, welke gang hij is gegaan. Een gang omlaag, de diepte in. Naar de diepste diepte waarin een mens kan komen. Toen hij stierf aan het kruis. Zo komt Jezus in die tweede huiskamer zelf binnen. Er is iemand die jouw diepte kent, die daar is geweest en daar bij jou kan zijn. Hij staat niet boven of buiten te wachten zoals anderen om je heen die je hebben losgelaten of je niet meer kunnen volgen. Hij gaat mee en is in jouw kamer.
Ik zoek naar voorbeelden van verhalen vandaag waarin God dichtbij bleek en waar dat bevrijdend werkte. Het zou mooi zijn als ik iets weet te noemen uit het leven van een gemeentelid die ook in een van de banken zit, geanonimiseerd natuurlijk. Als teken dat God zelfs hier in ons dorp werkt. Als er niets te binnen schiet kan ik ook vertellen uit de verhalen in IZB | Echo van december 2017 (PDF). Over het beeld in een kerk in Praag. Over de cd in de hel van een stinkend huis. Ja, werkelijk. Hij maakt zijn naam waar. Ook vandaag nog.
-
Het thema van deze Echo (PDF) rengt me op nog een heel ander idee. Het idee om het dichtbij zijn van God te brengen als een verrassing. Want God is in deze tijd meestal ver weg. Althans in veel gesprekken die ik voer binnen en buiten de kerk komt dit gevoelen met regelmaat naar voren. In de student die God maar niet kan beredeneren, ver weg door kennis. In de moeder die God maar niet ervaart, ver weg door niet meer voelen. In de man die beseft dat hij zelf van God is weggegaan, ver weg door zonde. In de oma die het drama in haar leven maar niet met een liefdevolle God kan rijmen, ver weg door vragen. Het is gangbaar dat God ver weg is. En dan komt de boodschap van Kerst: God is dichtbij! Hij heeft de afstand van hemel naar de aarde overbrugt. Hij heeft de afstand die zonde brengt overbrugd. Ik hoop dat dat verassing kan opleveren. En ook het bijzondere ervan laat zien wat Matteüs verkondigt. Hij is dichtbij gekomen.
Tot slot
Goed, zo een inkijk in mijn voorbereiding op Kerstavond. Het zijn een aantal stukjes uit een puzzel die nog helemaal gelegd moet worden. Ik hoop dat het wat inspiratie biedt om het verrassende van God die mens werd te verbinden aan het leven van mensen levend in welke huiskamer dan ook.
Literatuur
-
R.T. France, The Gospel of Matthew TNICNT
-
D.R.A. Hare, Matthew Interpretation
-
M. Green, The Message of Matthew