Preekschets Prediker 2:26 – Dankdag 2024
Danken en bezinnen
Aan een mens die Hem behaagt, geeft Hij wijsheid, kennis en vreugde, maar een zondaar legt Hij een kwellende bezigheid op: een zondaar moet bezit vergaren voor een mens die God behaagt. Ook dat is enkel lucht en najagen van wind. (Prediker 2:26)
- Bijbelgedeelte: Prediker 2:17-26
- Thema: Wat heeft het voor zin?
Liturgisch kader
Dankdag voor gewas en arbeid
Dankdag voor gewas en arbeid: een jaarlijks terugkerend moment om dankbaar terug te kijken op alles wat God ons heeft gegeven. We staan stil bij de vrucht op de gedane arbeid in het algemeen en die van agrariërs in het bijzonder. Deze dag biedt daarom een uitgelezen kans om te reflecteren op de schepping, de natuur én de betekenis van werk. In onze tijd staan beide thema’s volop in de belangstelling: vanwege enerzijds de klimaatcrisis en anderzijds de grote druk die mensen ervaren in hun werk. Prediker reikt, vanuit zijn zoeken naar zin, waardevolle gedachten aan – in het gekozen gedeelte in het bijzonder – of al ons werken wel zin heeft.
Liederen
In de liederen op Dankdag overheerst natuurlijk dankbaarheid over het goede van de schepping: alle variaties op Psalm 8 zijn heel gepast. In het lied ‘God, die leven hebt gegeven’ (LvdK 350) klinkt naast de dankbaarheid een kritische noot: ‘Niet voor schuren, die niet duren, gaaft Gij vruchtbaarheid’. Terwijl ‘Zie ons heden voor U treden’ (LvdK 351) ons werk in het licht van de eeuwigheid zet, en anders ‘duurzaamheid’.
Een fors deel van het gebed wordt gebruikt om woorden te geven aan onze dankbaarheid.
Uitleg
Dankdag en zoeken naar zin
De inleiding van dit Bijbelboek maakt duidelijk dat Prediker – ik laat hier de vragen over het auteurschap rusten – een zin-zoeker is. In dat kader doet hij allereerst zijn best om ‘te ontdekken wat wijs is’. Daarmee is zijn boekje te plaatsen in de wijsheidstraditie van zijn tijd, die meer omvat dan alleen de wijsheidsliteratuur in het Oude Testament (Job, Spreuken, Prediker). Net als het boek Job neemt Prediker een kritische houding aan tegenover de overgeleverde wijsheid: ‘ook dat, zo heb ik ingezien, is enkel najagen van wind’ (1:17). Hoe kostbaar wijsheid ook is, die schiet te kort als het gaat om zin-geving!
Je erfenis
In hoofdstuk 2 geeft Prediker een paar argumenten om die stelling te onderbouwen. Zijn grote frustratie lijkt te zijn, dat al zijn wijsheid hem niets oplevert wanneer hij moet sterven: ‘Hoe bitter dat de wijze sterft, niet anders dan de dwaas.’ (2:16). Met onze tekstkeuze concentreren we ons op twee andere belangrijke bezwaren: 1) dat de wijze er geen invloed op heeft hoe zijn opvolger met zijn erfenis omgaat. ‘Ik zou het moeten achterlaten voor mijn opvolger, en wie zou kunnen zeggen of hij wijs of dwaas zou zijn?’ (18 en 19). In het verlengde van deze erfeniskwestie wijst Prediker erop dat 2) alle opbrengsten van zijn werk hem uit zijn slaap houden. Het bezit van veel goederen garandeert geen (zielen)rust.
Ik sluit met mijn tekstkeuze aan bij de alinea-indeling van de NBV21; terwijl anderen vers 17 bij het voorgaande betrekken. Door de verzen 17 en 18 samen te lezen, komt de afkeer van Prediker extra hevig binnen. In de Hebreeuwse tekst beginnen beide verzen met dit woord ‘afkeer’. De hekel die hij heeft aan zijn gezwoeg, leidt zelfs tot een afkeer van (deze manier van) het leven.
Dat het Prediker dwarszit, dat zijn opvolger profiteert van zíjn inspanningen, kan vreemd overkomen: veel ouders zullen het als een voorrecht zien om hun kinderen iets te kunnen nalaten. Waar het Prediker vooral om gaat, is: wanneer de winst van zijn wijsheid in handen valt van een dwaze erfgenaam die er onverantwoordelijk mee omgaat, is het resultaat alsnog negatief (wiskundig geformuleerd: plus x min = min).
Dankdag en genieten
De voorlopige conclusie van Predikers zoektocht naar zin luidt, dat een mens maar het beste kan eten, drinken en genieten. Dit zal hij nog een paar keer herhalen (3:13, 5:17, 8:15, 11:8-9). Oppervlakkig bezien zou je hier een pleidooi in kunnen beluisteren van een hedonistische levensstijl, uitsluitend gericht op aards genot. Maar Prediker verbindt het consequent met de Gever van al dit goede: ‘ook dat, zo heb ik ingezien, is in de hand van God’. Écht genieten kun je pas, als je weet aan wie je alles te danken hebt.
Dat wordt onderstreept in het laatste vers: wijsheid, kennis en vreugde zijn gaven van God. Prediker ziet ze als een ‘beloning’ voor wie geloven dat God zin geeft aan het bestaan. Je zou kunnen zeggen, dat deze drie gaven verbonden zijn met de ‘verticale’ dimensie van het menselijk leven. Ze zijn de vrucht van een levensstijl, waarin ruimte is voor God. Terwijl de zondaar – de mens die leeft zonder God – ‘veroordeeld’ is tot een leven van ‘bezit vergaren’. Omdat zijn aandacht ‘horizontaal’ gericht is, lijkt hij de zin van zijn leven te zien in het verzamelen van steeds méér spullen. Zonder dat hij beseft dat hij uiteindelijk alles zal moeten loslaten…
Aanwijzingen voor de prediking
Dankdag en de volgende generatie
Je kunt de hoorders allereerst vragen, welke erfenis zij denken na te laten aan de volgende generatie. Met name vanuit de klimaatbeweging wordt die vraag wel gesteld: door onze manier van leven lijkt de aarde steeds minder leefbaar te worden. Temperaturen stijgen, natuurrampen nemen toe, het aantal insecten neemt dramatisch af. Is dit de wereld die we aan onze kinderen willen doorgeven?? Op een heel andere manier zijn veel agrariërs bezig met hun erfenis: zij vragen zich af of er door alle (steeds wisselende) overheidsmaatregelen voor hun opvolgers nog wel wat te boeren valt…
Somberheid
Maak vervolgens de overstap naar Prediker: hij maakt zich zorgen of zijn erfenis wel in goede handen is bij zijn nageslacht. Dat is wel een ander probleem; maar de onderliggende vraag is dezelfde: wat heeft het voor zin? Om (zo hard) te werken? Om bezit te vergaren? Wat heeft al onze welvaart gebracht?
Het zijn vragen waar wij misschien ook wel eens van wakker liggen. Er zullen mensen zijn die het gevoel van Prediker herkennen: dat ze bijna een afkeer zouden krijgen van hun bezigheden, omdat die te zwaar op hen drukken (burn-out); of omdat ze het gevoel hebben dat hun onmogelijk wordt gemaakt (stikstof); of omdat ze niet genoeg verdienen om rond te komen (bestaanszekerheid). Wat heeft het in het huidige politieke en maatschappelijke klimaat voor zin om te vechten voor het voortbestaan van je (boeren)bedrijf?? Of om bewuste keuzes te maken wanneer je boodschappen doet? Prediker had natuurlijk makkelijk praten: hij had alles wat zijn hartje begeerde. Maar leer dan van Prediker deze les: alles hebben is geen garantie voor rust voor de ziel!
Dankdag: een positieve boodschap
Maar blijf liever niet te lang in deze sombere stemming hangen. Uiteindelijk heeft Prediker een positieve boodschap: eten, drinken en genieten…! Niet om onze zorgen weg te drinken, of om de vraagstukken waar we voor staan weg te eten. Genieten van Gods goede gaven is misschien wel de beste manier om onze dankbaarheid te uiten. Je mag er ook best een kritische boodschap aan verbinden: dat we werken om te kunnen genieten van de opbrengst. Niet om op te potten, of om steeds rijker te worden, om méér te bezitten dan je ooit van je leven op kunt maken (‘Geef ons heden ons dágelijks brood’). Er zijn grenzen aan de groei!
Verticale dimensie
Prediker leert ons dat we geloof nodig hebben om die grenzen te bewaken. Door de wijsheid, kennis en vreugde die God ons geeft, ontdekken we de zin van ons leven; en in het verlengde daarvan ook de zin van het werk dat we doen: ‘Want wie kan zich tegoed doen en genieten zonder dat Hij ermee instemt?’ (2:25) Wanneer we geen oog hebben voor die verticale dimensie van ons aardse bestaan, zijn we gedoemd om bezit te vergaren tot we erbij neer vallen, of tot de aarde eraan kapotgegaan is.
Uiteindelijk moet de verkondiging natuurlijk uitlopen op dankbaarheid: vraag de hoorders om bij zichzelf na te gaan wat hun dankbaar stemt. Daarvoor kun je een stilte inlassen. Om vervolgens enkele suggesties te doen: dat jouw werk genoeg heeft opgebracht om van te kunnen genieten? Dat je (wél) zin hebt in je werk? Dat je rust hebt gevonden bij Hem? Dat we met de schepping die we mogen bewerken, en met Gods Woord een geweldige erfenis hebben om door te geven? Enzovoort…
Ideeën voor jongeren
Enkele jaren geleden hoorde je vaak de kreet ‘YOLO’, wat staat voor ‘You Only Live Once’. Voor degenen die die kreet gebruikten, betekende dat: je leeft maar één keer, dus haal eruit wat erin zit. Geniet zoveel als je kunt. Maar je zou ook kunnen zeggen: als je maar één keer leeft, moet je het góéd doen; zoals God het goed vindt. Dat betekent onder andere dat je dankbaar bent voor wat God je geeft en daar op een dankbare manier gebruik van maakt.
Jan Swager is predikant van de Gereformeerde Kerk (PKN) in Doornspijk. Hij is tevens lid van de redactie Prediking van Theologie.nl.
Geraadpleegd
- C.G. Bartholomew, Ecclesiastes, Baker Commentary on the Old Testament, Grand Rapids 2014
- J. A. Loader, Prediker, een praktische bijbelverklaring, Kampen 1984
- S. Paas & S. Wierda, Zinvol leven, Prediker, Zoetermeer 2016