Preekschets Rechters 9:15
Koningschap en broederschap

Tweede zondag in de Veertigdagentijd
En de doornstruik antwoordde: ‘Als u mij werkelijk tot uw koning wilt zalven, kom dan maar hier, in mijn schaduw is het goed toeven. Maar zo niet, dan zal er uit mijn takken een vuur komen dat de ceders van de Libanon zal verteren’. (Rechters 9:15 NBV21)
- Bijbelgedeelte: Rechters 9:1-24
- Preektekst: Rechters 9:15
- Thema: Koningschap en broederschap
Liturgisch kader
Deze zondag is de tweede zondag van de veertigdagen tijd. We zijn voorzichtig onderweg naar Pasen, maar we hebben de woorden van Aswoensdag nog goed in herinnering. ‘Stof ben je, en tot stof zul je weerkeren.’ Het is daarom toepasselijk om stil te staan bij de zondigheid en gebrokenheid van ons mensen. Het boek Rechters kan ons daarbij helpen, aangezien het precies deze zondigheid en gebrokenheid toont. Er zijn lichtpuntjes, en de geschiedenis stuwt naar een punt, maar tegelijk voel je de moeite van mensen om uit de cyclus te breken. Steeds weer maken zij zich los van hun God. Het is dat gevoel dat in de veertigdagen tijd best mag terugkomen wat mij betreft. Wij zijn niet zonder hoop, en wij zijn zeker onderweg naar Pasen, maar tegelijk schijnt het licht van Pasen in een donkere wereld.
De brede liturgie moet zowel het licht van Pasen als de donkere wereld weerspiegelen. Beide mogen niet ontbreken. Het is daarom goed denkbaar dat een schuldbelijdenis gelezen wordt of dat een leefregel gelezen wordt. Wat betreft liederen kan gezongen worden over het koningschap zoals het bedoeld is (tegenover hoe het koningschap in dit hoofdstuk verdraaid wordt). Ook is het goed denkbaar om liederen van spijtbetuiging en verlangen te zingen.
Liederen
- Psalm 72 en/of psalm 133
- Op Toonhoogte 215 – Wat mij dierbaar was
- Op Toonhoogte 259 – Mijn hart wacht stil op U, o Heer
- Hemelhoog 287 – Wees genadig
Uitleg
Rechters
De context van het Bijbelboek Rechters is belangrijk. Kenmerkend is het steeds terugkerend patroon: ongehoorzaamheid van het volk – ellende – inkeer – verlossing door rechter. Dit repeterende patroon kent echter ook een neerwaartse spiraal. De rechters worden steeds slechter. Dit illustreert de neergang van de gesteldheid van Israël: deze slechte rechter is het beste waar God mee kan werken. Als er staat, dat de Geest van de Heer bezitneemt van een rechter, moeten we dat dus niet lezen, alsof God alles wat deze rechter is en doet goedkeurt.
Hoofdstuk 9 staat in de lijn van dit repeterende patroon, maar vormt een bepaalde onderbreking daarvan. Toch toont dit hoofdstuk heel duidelijk de neerwaartse spiraal.
Gideon, de laatste rechter, is overleden in het voorgaande hoofdstuk. God heeft de overwinning gegeven op de Midjanieten, maar zowel volk als Gideon lijken dat niet te herkennen. Het volk biedt Gideon het koningschap aan; op een versluierde manier accepteert Gideon dat, die zich helemaal als koning opstelt. Hij verzamelt een harem aan vrouwen en verwekt 70 zonen. Of eigenlijk, 70+1. Bij een bijvrouw verwerkt Gideon een zoon die hij de naam Abimelech (mijn vader is koning!) geeft. Deze Abimelech wordt de hoofdrolspeler van hoofdstuk 9. Hij neemt volledig de koninklijke pretenties van zijn vader over, met alle desastreuze gevolgen van dien.
Koningen
Door Abimelechs deels Kanaänitische afkomst is hij eigenlijk geen geschikte kandidaat voor het koningschap. Toch weet hij met vies politiek spel in één klap zijn concurrentie voor het koningschap weg te vegen. Of tenminste, bijna alle concurrentie. Eén van zijn halfbroers overleeft het: Jotam, de jongste. En vóór ook deze jongste zoon het toneel verlaat, vertelt hij één van de fabels, die de Bijbel rijk is.
De bomen hebben besloten dat zij een koning(in) nodig hebben. De olijfboom is de logische eerste keus. Die blijft liever zijn nuttige olie afstaan, dus slaat hij af. Vervolgens wordt het koningschap aangeboden aan de vijg en de wijnstok, maar ook zij zien hun nut als belangrijker dan het koningschap. Tot slot komen ze bij de doornstruik. Deze struik biedt niets behalve stekels en is brandgevaarlijk. Zodra de doornstruik echter het aanbod van het koningschap hoort, weet hij van geen wijken. Hij is als een tiran en de keuze is: hem dienen of door hem vernietigd worden.
Broederschap en koningschap
De kwestie Abimelech zet de verhouding tussen broederschap en koningschap op scherp. Volgens Deuteronomium 17:15 moet de koning uit het eigen volk komen en uitgekozen door God. De koning is eerst broeder, daarna pas koning. Abimelech verwart die volgorde, wil liever koning dan broeder zijn. Bovendien gaat hij daar zelf achteraan. Hij smeedt een broederschap met de inwoners van Sichem, maar door zijn verkeerde prioriteiten moet dat uiteindelijk ten onder gaan. Thus always to tyrants. Abimelech is daarmee een voorafschaduwing van de latere koningen van het noorderrijk, zeker omdat zijn koningschap gefinancierd wordt door de tempel van Baäl-Berit.

Aanwijzingen voor de prediking
Juiste koning
De vraag tussen koningschap en broederschap is ook voor ons relevant. Onze maatschappij hecht steeds meer waarde aan krachtige, populistische taal. Aan een Abimelech, die durft tenminste te handelen, die laat niet over zich heen walsen. De vraag is, wie wij als hoorders van deze tekst tot koning willen verheffen. Zouden wij niet goed doen het advies van deze fabel tot ons te laten doordringen? Willen wij zo graag een sterke leider in onze leven dat we uit pure wanhoop de gevaarlijke doorn regering geven? Dit Schriftgedeelte wijst niet af, dat we een koning zoeken, maar wel dat het de juiste koning moet zijn, die met liefde en gentleness dienend regeert. Hier moet ik onwillekeurig denken aan de doornenkroon, waarnaar wij op weg zijn als kerk.
Zélf koning zijn
Een andere invalshoek die het waard is om te verkennen, is die van het zélf koning willen zijn. We leven namelijk ook in een tijd dat je wat moet maken van je leven. En dat moet je zelf doen, voor jezelf. Ieder is zijn eigen koning, iedereen moet naar het hoogst haalbare streven. Net zoals Abimelech zou je je daar wel eens in kunnen verslikken. Hebben wij niet veel meer aan olijven, vijgen, wijnstokken die geen waarde zien in ‘wat wuiven boven de andere bomen’, maar die gewoonweg hun nuttige product delen met hun broeders? Dat is de vraag die aan ons als hoorders misschien wel gesteld wordt: waar kun jij olijf, vijg of wijnstok zijn? En wanneer wordt je zo geheerst door het idee van belangrijk zijn en status, dat je eigenlijk niets meer doet dan ‘wat wuiven’?
Ideeën voor kinderen en jongeren
Kinderen
Voor kinderen is vooral de thematiek van de fabel sprekend denk ik. Die kan uitgelegd worden in termen van belangrijk willen zijn.
Een voorbeeld kan daarmee helpen, bijvoorbeeld iets als het volgende: stel dat twee mensen hun auto gaan schoonmaken. De één zet zijn auto op een plek die goed zichtbaar is, waar veel mensen langskomen. Hij kiest de zaterdagochtend uit, want dan komen er veel mensen langs op weg naar de voetbal of de supermarkt. Vervolgens pakt hij een tuinslang waarmee hij in de buurt van zijn auto hoog in de lucht spuit, maar wel zo dat er maar een paar druppels op de auto zelf vallen. Vervolgens pakt hij allerlei emmers, sponzen, schoonmaakmiddel, trekkers, en andere schoonmaakspullen. En terwijl hij die aan het verslepen is, roept hij luidruchtig: ‘Zo, ik ga eens lekker mijn auto schoonmaken.’ Hij is de hele ochtend heel druk bezig, maar uiteindelijk wordt die auto helemaal niet schoner.
Vergelijk dat met iemand die gewoonweg op een dinsdagmiddag zijn sponsje en een emmer warm water met een scheutje schoonmaakmiddel pakt en binnen een uurtje zijn autootje schoonmaakt. Welke heb jij liever, dat je auto schoonmaakt?
Jongeren
Jongeren zijn erg bezig met hun plek in deze wereld te vinden. Dat geldt op de middelbare school: bij welke club hoor ik? Ben ik wel populair? En daarna: wat voor vervolgopleiding ga ik doen? Wat voor beroep past er bij mij? Daarbij komen er allerlei vragen rondom status, hoogte van opleiding, ambities op een mens af. Denk daarbij ook aan vragen rondom het vinden van een relatie, een huis, een baan.
De thematiek van dit Schriftgedeelte is daarmee zeker relevant in mijn ogen. Want Abimelech is ook op zoek naar status, maar het baat hem uiteindelijk niet. Jongeren kunnen uitgedaagd worden om niet een doorn, maar een olijf, vijg of wijnstok te zijn, juist in het zoeken naar hun plek in de wereld. Belangrijk is om te bedenken dat volwassenen dit vaak net zo goed een uitdaging vinden om olijf, vijg en wijnstok te zijn. Spreek de jongeren dus aan als gelijke.
Heime Leenman is predikant van de gereformeerde kerk in Zuilichem.
Geraadpleegd
- Claassens, Juliana M., The Character of God in Judges 6-8: The Gideon Narrative as Theological and Moral Resource, Horizons in Biblical Theology 23, no. 1 (June 2001): 51–71.
- Evans, Mary, Judges and Ruth, Tyndale Old Testament Commentaries, 2017.
- Midden, Piet van, Gideon-Abimelech. Onderdeel van een lang verhaal, Artikelenreeks op Theologie.nl.
- Paul, M.J., Brink, G. van den, Bette J.C., Bijbelcommentaar Jozua – 1 Samuel, StudieBijbel Oude Testament, Veenendaal, 2006, 408-415.