Preken in tijden van ecologische crises
‘De planeet zal het overleven. De vraag is alleen of wij het zullen overleven.’ Dat schrijft klimaatwetenschapper Katharine Hayhoe. Toen ik eens aan een brugklas uitleg gaf over de christelijke toekomstverwachting zei een jongen: ‘Ik denk altijd over de toekomst: het heeft toch allemaal geen zin meer’. Hoe kun je preken met zo’n donkere toekomst? Daar komt bij dat deze toekomst veroorzaakt wordt door mensen. Hoe preek je dan over thema’s als schuld, verantwoordelijkheid, onmacht, genade, gerechtigheid en hoop?
Voor de afronding van een preekopleiding heb ik antwoord op deze vragen gezocht in de homiletiek Dialoog, dans en duel, Preken voor tijdgenoten van Kees van Ekris. In dit artikel zal ik vier aanbevelingen doen, die gebaseerd zijn op deze homiletiek. Te kort om recht te doen aan de inhoud. De belangrijkste aanbeveling is dan ook: lees het hele boek.
Wat mij helpt in het maken van preken, is de heilshistorische benadering van de Bijbel. In die benadering gaat het om Gods verhaal met deze wereld en hoe wij ons leven kunnen laten passen in dat verhaal. Dan vinden we de zekerheid van ons geloof niet in wat wij doen, maar in wat Christus heeft gedaan en zal doen. Tegelijkertijd biedt dat verhaal ons wel handelingsperspectief. De aanbevelingen uit dit artikel passen heel goed bij deze heilshistorische benadering. Eén van de grote winstpunten is dat Van Ekris zoveel aandacht heeft voor de ‘machten die het leven stuk maken’.
Preek over ecologische crises
De eerste aanbeveling is: préék over ecologische crises. Thema’s die met ecologische crises te maken hebben, zoals consumentisme en mechanisering, komen vaak terug in het boek. Van Ekris schrijft dat schepping en natuur een hoge urgentie in onze samenleving hebben en dat een goede theoloog dat niet uit de weg gaat. Daarbij komt dat in de Bijbel door de profeten wordt gewezen op een geestelijk verband tussen het verval van het land en de manier waarop Israël leeft; ‘Scheppingstheologie (…) kan je ook aangrijpen vanwege de schreeuw om verlossing’. Als er dan zulke grote crises zijn dat zelfs het voortbestaan van de mensheid wordt bedreigd, dan moet daar dus over gepreekt worden.
Machten die het leven stukmaken herkennen
Met de tweede aanbeveling kun je als prediker heel veel: op zoek gaan naar de ontwrichtende krachten, die het leven van de gemeente stukmaken; en breder: welke ontwikkelingen in de maatschappij om een geestelijk weerbare omgang vragen. Van Ekris schrijft dat het een fundamenteel falen is als in de preek de verhouding tussen God en mens steevast geïndividualiseerd wordt, zonder rekening te houden met goden en machten. Die machten kunnen een verzelfstandigde destructieve werking hebben. ‘Het is juist één van de belangrijke bedoelingen van prediking om gemeenteleden onderscheidingsvermogen aan te leren, zodat ze zien waar deze machten zich in hun leefwereld manifesteren.’
Die machten die het leven stukmaken, hebben te maken met afgoderij. En die afgoden hebben een connectie met het geestelijke leven: ‘de Bijbelse mens is niet een willoos slachtoffer van religieuze machten, maar speelt daar zelf een actieve rol in. Hij wordt aansprakelijk gehouden en heeft er zelf ook schuld aan.’ Tegelijkertijd is er sprake van verblinding en betovering. Bij Paulus is de wereld geen neutrale plek, maar staat die onder spanning, onder invloed van machten. ‘Het is dus niet de vraag óf mensen door religieuze machten beïnvloed worden, maar door welke.’
Om deze machten te kunnen herkennen worden vier terreinen genoemd waarop ze zich kunnen manifesteren, zoals Karl Barth die heeft uitgedacht: de staat, het geld, het denken/de ideologie, het aardse/lijfelijke. Met name bij die laatste macht beschrijft Van Ekris hoe die het leven kan stukmaken. Hij schrijft:
‘dat het goede wat aan potentie in de aarde zit, kan worden uitvergroot, verabsoluteerd, overgenomen door corrumperende dynamieken. (…) Natuurlijke hulpbronnen kunnen het menselijk leven verrijken en verdiepen. Maar (…) de aarde kan ook uitgeput worden. Op een roboteske manier mechaniseren we onze gulzigheid. Daarbij onderwerpen we de natuurkrachten aan onze eisen en verlangens. De machten ontwrichten uiteindelijk de mensen, de samenleving, de dieren en de leefomgeving.’
Op pagina 205 wordt als voorbeeld hiervan verteld over een schrijver die de wereld van Amazon is ingedoken om te laten zien welke machten een rol spelen in dat bedrijf en welke invloed dit heeft, onder andere op het geestelijk leven van mensen. Van Ekris betoogt dat predikers weet moeten hebben van het effect dat machten kunnen hebben op het fysieke, geestelijke en gezamenlijke leven en hij vraagt zich retorisch af: ‘Hoe klinkt dat door in je prediking?’
Het lijkt mij belangrijk om hoorders te laten zien hoe verblinding en betovering werkt, wat de uitputting is als gevolg van deze machten, wat dat met ons geestelijke leven doet en wat ons aandeel en dus onze schuld daarin is. En ook lijkt het me belangrijk dat hoorders aanvoelen dat je als prediker begrijpt hoe machtig deze machten kunnen zijn of eigenlijk: kunnen lijken.
Tot zover de herkenning. Maar hoe preek je dan hoopvol?
Zet de ontmoeting met God centraal
In hoofdstuk 4, over de mysticus, wordt betoogd dat prediking haar ‘werkelijkheids-openende’ kracht weer zou moeten ontwikkelen, ook tegenover de optimistische mythes die we graag in stand houden, terwijl we graag onze ogen sluiten voor allerlei slechte maatschappelijke ontwikkelingen, waaronder de schepping die wordt uitgewoond met dakloosheid en werkloosheid als gevolg.
En dan zegt hij dat het in de prediking eenvoudigweg om de ontmoeting met Jezus Christus gaat, zodat dieptelagen in ons bestaan genadig aan het licht kunnen komen. ‘Terwijl een goede macht je omgeeft, zie je plotseling diep in jezelf. Dan kun je weliswaar diep aanvoelen, dat je leven eigenlijk seculier, schuldig of godloos is, maar als Jezus Christus tegenwoordig is, houdt dat geen stand. Dan wil je dat eigenlijk niet meer’. Als prediker kun je hier misschien niet direct iets mee, want zo’n ontmoeting met God is niet te forceren. Maar je kunt wel proberen om er ruimte aan te geven. In hoofdstuk 8 schrijft Van Ekris nog eens:
‘Uiteindelijk gaat het over het “loswrikken uit deze tegenwoordige kwade eeuw”. Dan kan het zijn, dat God en mens elkaar ontmoeten (…) Daardoor word je anders in het leven neergezet: moediger, getrooster, minder bang, beschikbaarder.’
Wat ik interessant vind, is dat de ontmoeting met God als vanzelf tot verandering leidt. Zeker met de ecologische crises, die zo allesomvattend zijn dat zelfs tieners al de hoop verliezen. Belangrijke hoop! Je wilt dan niet meer meewerken aan de krachten, die het leven stuk maken. De ontmoeting met God is dus de brug naar de heiliging en daarmee ook naar de vierde aanbeveling.
Richt je op de eenheid en eenvoud van het leven
In hoofdstuk 7 wordt geschreven over het belang van hoe de gemeente leeft in een wereld van afgoderij: ‘Binnen de christelijke gemeenschap zijn menselijke gegevenheden, waar machten snel grip kunnen krijgen, relatief. Ze worden genormaliseerd.’ Voor prediking doet Van Ekris de aanbeveling: dat de waarheid wordt gezegd, tegenover onwaarheid. Daarnaast moet de gemeente weten hóé te leven; dat heeft te maken met gehoorzaamheid, christelijke praktijken en het gevoed worden door goede woorden. Deze elementen hebben de eenvoud en de eenheid (die vat ik hier ook op als ‘heelheid’) van het leven op het oog, zonder dat de gemeente zich terugtrekt. ‘De gemeente zoekt een smalle weg, met aan de ene kant concentratie en afstand, aan de andere kant: liefde.’
In hoofdstuk 5 gaat het over de prediker als theoloog en dan wordt een mooi voorbeeld gegeven van die afstand, maar ook van liefde. Van Erkis schrijft over Thomas Merton, die zich moest bekeren van een soort ‘wereldverachting’:
‘zijn leven lang heeft hij geprotesteerd tegen een maatschappij, die gelukkig is, omdat ze Coca-Cola drinkt of whisky en door de atoombom denkt beschermd te worden. Dat leven is zo dwingend, dat het verzaking vraagt; geestelijke beschutting en concentratie. Maar een christen wendt zich niet af van de andere schepselen (…). Merton zag zijn leven als monnik als “living as a listener” – iemand die zich concentreert op God, en dus luistert, met het oog op mensen die gekleineerd worden door deze tijd, van wie het leven onleefbaar gemaakt is.’
Deze aanbevelingen, om je te richten op eenvoud, verzaking en liefde, betekent voor de prediking mijns inziens dat je liefdevol spreekt over de mensen die stuk worden gemaakt. Dat kunnen zowel de mensen in Bangladesh zijn, die tot slaven worden gemaakt, als de mensen hier die worden gereduceerd tot consument (en soms ook de-humaniserend werk moeten doen). En het betekent ook vast dat je liefdevol spreekt over de dieren en al het andere leven.
Als het gaat over de eenvoud van het leven zou ik als prediker, naast de aanbeveling tot verzaking, ook wel concreet handelingsperspectief willen bieden, juist omdat de ecologische crises zo allesomvattend zijn en dat zo verlammend kan werken. Het lijkt mij daarom goed om genuanceerd, maar wel vrijmoedig, te vertellen over initiatieven als Repair Cafés, kledingbeurzen, natuurbeheer, fairtrade of fairchain keurmerken, eenvoudige manieren van protest en ook dromen en inzichten over hoe een andere manier van leven mogelijk is. Het lijkt mij ook gerechtvaardigd om dat te doen, omdat God ons wil leiden met zijn Geest, en ons toch ook verstand heeft gegeven, een stem, creativiteit en de mogelijkheid tot handelen. Bovendien biedt het leven in een gemeenschap juist mogelijkheden tot het delen van zorgen, twijfels, geloof, hoop, liefde, dromen en ideeën, maar ook van eten en spullen; veel kerkelijke gemeenschappen hebben ook letterlijk gedeelde grond om iets moois mee te doen. Het lijkt me goed om dat ook in preken te noemen, terwijl natuurlijk de ontmoeting met God centraal moet blijven staan.
Spreek een heilzaam woord
De aanbevelingen uit dit artikel kunnen het beste worden samengevat met dit citaat, dat doorklinkt in de hele homiletiek: ‘God roept mensen om in ontwrichtende omstandigheden chaos te weerstaan, hoop te belichamen en een heilzaam woord te spreken.’
Nienke Hofsink is theoloog, docent en kerkelijk werker in Amsterdam.
Geraadpleegd
- Hayhoe, Katherine, Hoop voor de aarde, Utrecht, 2022
- Van Ekris, Dialoog, dans en duel, Preken voor tijdgenoten, Utrecht, 2022
- De Ruijter, Kees, Horen naar de stem van God. Zoetermeer, 2013
Kees van Ekris. Dialoog, dans en duel. Preken voor tijdgenoten. Utrecht: KokBoekencentrum, 2022. 320 pp. €24,99. ISBN 9789043537872.