Menu

None

Psychisch lijden en samen gemeente zijn

Terugblikken op de Theologencolumn (nr. 3)

We blikken terug op drie jaar de Theologencolumn. Deze week reageert Nelleke Plomp op Hanneke SchaapsGoede theologie en de ggz.

Zalvende of juist harde woorden liggen misschien voorin de mond, maar schieten tekort.”

portret Nelleke Plomp

Nelleke Plomp

Vrijwel elke zondag hangt hij rond de ingang van de kerk. Strak in pak. Kind van de gemeente en tegelijkertijd man met onberekenbaar gedrag. Psychoses, waanbeelden, stalkgedrag richting meerdere vrouwen en dreigende woede-aanvallen maken dat de toegang tot het kerkgebouw hem ontzegd is. Dat kon niet anders. Tegelijkertijd voel je zijn hunkering om mee te mogen doen. Wat kun je als kerkelijk werker, predikant, of geestelijk verzorger betekenen in deze rafelige realiteit?

Goede theologie houdt het in de ggz, schreef Hanneke Schaap vorig jaar in een theologencolumn. “En de diepte van de ervaringen van mensen met psychische problemen is onmisbaar om de diepste noties van de theologie te verstaan. Tweerichtingsverkeer dus.” De bijzonder hoogleraar klinische godsdienstpsychologie pleit voor meer ruimte voor ervaringen van mensen die psychisch lijden. Voor verhalen van wanhoop, angst, verlatenheid en leegte. Goede theologie is diep, houdt rekening met de breuken en barsten in het bestaan, schrijft ze.

Als christelijke gemeenten maken we volop deel uit van een maatschappij waar (psychische) nood het liefst zo snel mogelijk opgelost of uit het zicht gehouden wordt.

Het pleidooi van Schaap voor ruimte voor rauwe rafelrandjes in de kerk vraagt om theologie die het houdt. Ik sluit me graag aan bij haar pleidooi en voeg eraan toe: de kerk heeft mensen nodig die deze theologie delen en toepassen. Onze weerbarstige wereld vraagt om theologen die naar diepe, zware ervaringen van mensen durven luisteren én naar de diepe, zware teksten en verhalen uit de Bijbel en traditie, om ze vervolgens in gesprek te brengen.

Spade dieper steken

Gelukkig zijn er in kerken mensen aanwezig die zo’n spade dieper kunnen steken. Vrouwen en mannen die onderlegd zijn in exegese en hermeneutiek. Die weten waar in de Bijbel, de kerkgeschiedenis en christelijke traditie aanknopingspunten te vinden zijn waarin ervaringen van duisternis en diepe nood resoneren. Mensen die thuis zijn in de psalmen, in Job. Die Bijbelse verhalen kennen over onrecht en onderdrukking, over personen die gebukt gaan onder uitsluiting, ziekte en geweld. Theologen die bekend zijn met het ritme van het kerkelijk jaar, waarin momenten van licht en feest en diepe duisternis elkaar aanvullen. Denk aan de veertigdagentijd – niet voor niets ook wel lijdenstijd genoemd, waar de pijn van God zelf en de gebrokenheid van mensen bij elkaar komen.

Theologen – predikanten, kerkelijk werkers, geestelijk verzorgers – hebben de bijzondere taak om te luisteren naar de stemmen uit de praktijk, deze te herkennen, te duiden en in gesprek te brengen met de stemmen uit Bijbel en traditie.

Ambivalentie en spanning

Deze kerkelijk werkers, predikanten en geestelijk verzorgers zijn hard nodig! Als christelijke gemeenten maken we volop deel uit van een maatschappij waar (psychische) nood het liefst zo snel mogelijk opgelost of uit het zicht gehouden wordt. Wat is het moeilijk om écht te luisteren, om het uit te houden naast mensen die schijnbaar onoplosbaar (psychisch) lijden. Gemakkelijke antwoorden, of moeilijke antwoorden die niet doorleefd zijn, liggen op de loer. Onze tijd kan theologen, geschoold in exegese, hermeneutiek en pastoraat, goed gebruiken. Mensen met moed, die met twee woorden durven spreken. Mensen die, zoals Hanneke Schaap schreef, ambivalentie en spanning kunnen brengen in ons spreken over redding en kerk.

Het verrijkt de gemeente om weet te hebben van duisternis en pijn en welke rol God en geloof kan spelen.

Moed

Om terug te komen bij het voorbeeld uit de introductie, het vraagt om moed om te erkennen dat iemand écht ziek is – en slachtoffer van trauma’s uit zijn vroege jeugd – en tegelijkertijd laakbaar omdat hij geen zorg accepteert en de veiligheid van kwetsbare gemeenteleden in gevaar brengt. Het vraagt om pastorale tact, om kennis van bijbelverhalen die hiermee resoneren en om taal en handelingen, waarmee een gemeente geholpen wordt om zich te blijven verbinden aan deze broeder. Zalvende of juist harde woorden liggen misschien voorin de mond, maar schieten tekort. Zowel naïef vertrouwen op Gods bescherming als genoegen nemen met een gebiedsverbod zijn theologisch oppervlakkig.

Stem

Het is goed dat er protocollen zijn en dat complexe zorg aan professionals in de ggz wordt overgedragen. Maar een predikant, kerkelijk werker of geestelijk verzorger kan de stem van deze persoon wel vertegenwoordigen. In gebed en in het benoemen van de gebrokenheid en in het uitspreken van het verlangen dat uitsluiting ooit niet meer nodig is.

Mensen met psychische problemen kunnen vaak niet fysiek aanwezig zijn in een kerkdienst of op bijbelkring of vinden het te kwetsbaar om zelf hun verhaal te delen. Wat is het mooi als in een gekozen tekstgedeelte, de preek of het gebed ontmoetingen uit het pastoraat resoneren. Het verrijkt de gemeente om weet te hebben van duisternis en pijn en welke rol God en geloof kan spelen. Theologen kunnen zo een actieve rol spelen om diepe theologie over angst, uitsluiting en pijn geen ver-van-je-bedshow, maar een werkelijkheid te maken die er mag zijn.

Nelleke Plomp is praktisch theoloog, gespecialiseerd in jonge generaties en de kerk. Ze werkt op het kenniscentrum van de Protestantse Theologische Universiteit.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken