Reactie op Onweerstaanbaar aangeraakt van Gerrit Immink
Deze bijdrage van Bas Van der Graaf is gehouden op 2 oktober tijdens de presentatie van Gerrit Immink over zijn nieuw verschenen boek Onweerstaanbaar aangeraakt.
Geachte aanwezigen, beste Gerrit,
Allereerst feliciteer ik je hartelijk met je nieuwe boek. Het is een rijk gevuld boek geworden waar je volgens mij veel van je lange ervaring in kwijt hebt gekund.
Het was vooral de ondertitel van je boek – Levensecht geloven in een postchristelijke tijd – die mij enorm nieuwsgierig maakte. Nieuwsgierig, omdat wat daar staat raakt aan twee dingen die mij in toenemende mate bezig houden en mijn hart hebben.
Het eerst is de missionaire vraag die uit die worden klinkt. Wat is geloven nog in een postchristelijke tijd en wat betekent dat voor de missie van de kerk? Als hoofd Toerusting van de IZB houdt die vraag mij dagelijks intensief bezig. Hoe kunnen we gemeenten helpen het Evangelie op een in onze tijd en voor nieuwe generaties (Gen Z en inmiddels ook Gen Alpha) geloofwaardige manier open en toegankelijk maken? Dat dat – in wat Charles Taylor het tijdperk van de authenticiteit noemt – op een levensechte manier moet gebeuren is heel duidelijk. Maar wat ik levensecht dan? Ik was heel benieuwd wat je ons daarover zou leren in je nieuwe boek.
Dat woord levensecht raakt meteen ook aan het tweede ding wat mij bezig houdt en mijn hart heeft: geestelijke vorming van het leven. De afgelopen jaren ben ik, zeker ook in de missionaire context, steeds intensiever bezig geweest met de vraag hoe de christelijke gemeenschap daadwerkelijk een oefenplaats kan zijn in het gevormd worden naar het beeld van Christus. Het zijn juist zoekende mensen – en de heel markt van zingeving is er vol van – die op zoek zijn naar vormende praktijken voor het goede leven.
Met andere woorden: geloof moet over het echte leven gaan, het geleefde leven. En dan is natuurlijk de vraag: zal de kerk in staat zijn om rentmeester te zijn over de rijkdom van haar bronnen en praktijken, om die daadwerkelijk te openen en beschikbaar te maken voor mensen van nu? Zeker op dat punt was ik heel nieuwsgierig naar wat jouw boek daarin zou brengen.
Wat vond ik zoal?
Wat vond ik in je boek? Het eerste antwoord veel. Voor mijn gevoel af te toe té veel. Ik vond het lastig om uit de veelheid van enorm waardevolle gedachten de echt springende punten eruit te halen. Het lezen van je boek was op zichzelf een oefening in aandacht en geduld. Uiteindelijk kwamen onder andere deze punten bovendrijven. Het zijn punten die je in het begin van je boek zelf als volgt verwoordt.
Het eerste punt: ‘Het gaat in dit boek over geloof zoals dat gestalte krijgt in een mensenleven. Dan kun je kijken naar de buitenkant, naar het gedrag en de levenshouding. Maar je kunt ook de binnenkant in ogenschouw nemen.’
Ik denk je hiermee een cruciaal punt aansnijdt voor de missie van de kerk vandaag. Johan Mark Comer heeft dit punt – in navolging van zijn en mijn leermeester Dallas Wilard trouwens – met zijn platform Practicing the Way heel concreet op de agenda van de kerk gezet. Zijn drieslag Bij Jezus zijn, op Jezus lijken, als Jezus leven blijkt zeker bij een jongere generatie een diepe snaar van verlangen te raken en velen zijn via zijn boeken concreet aan de slag gegaan met dat ‘gestalte krijgen’ in hun mensenleven.
Het tweede punt wat ik wil noemen is de aandacht voor de aspecten van ons menszijn. In jouw woorden: ‘Levensecht geloven is een zaak van overtuiging, emotie en wilskracht. In dit geestelijke leven kun je jezelf wel oefenen, maar je kunt het niet zelf bewerkstelligen. Het voltrekt zich als verborgenheid. In vrijheid en niet door dwang.’
Ik ben heel blij dat je in je boek ruim aandacht geeft aan die aspecten van menszijn, dus aan de vraag hoe de vorming van die afzonderlijke aspecten kan bijdragen aan de vorming van ons menszijn. Daar kom ik nog even op terug.
Wat draagt het boek bij?
Ik ben op zoek gegaan naar wat jij hebt toegevoegd aan wat er op dit moment in Nederland beweegt op het terrein van geestelijke vorming. Ik noemde al even het werk van John Mark Comer, die op zijn manier het werk van Dallas Willard voor een nieuwe generatie ontsluit. Ikzelf heb – min of meer in diezelfde lijn – ook een duit in het zakje gedaan met mijn boek Levenslessen van Jezus, over de Bergrede als leerweg om met Jezus te leren leven in het Koninkrijk. Daarnaast moeten we natuurlijk ook de Ignatiaanse spiritualiteit noemen, waarvoor ook onder protestanten en zoekers een toenemende belangstelling is.
Wat vond ik in je boek? Het eerste antwoord veel.
Jij voegt daar nadrukkelijk stemmen uit de brede gereformeerde traditie toe. De verrijking zit hem voor mijn gevoel in elk geval al in het samenbrengen van twee stromingen die elkaar niet op natuurlijke wijze vinden en ontmoeten: de nadere reformatie en de ethische richting. Eenkennig ben je zeker niet en dat is naar mijn mening ook precies wat we nodig hebben in onze zoektocht naar wat er nu nodig is.
Ik moet zeggen dat ik wel gegrepen werd door wat je doorgeeft vanuit de nadere Reformatie. Het was goed om te merken hoe overtuigd de vertegenwoordigers ervan waren van de noodzaak van geestelijke oefening en groei in het geestelijke leven. Van passiviteit is geen sprake, maar juist van grote hartstocht. Verrassend vond ik bijvoorbeeld de grote aandacht van Voetius voor contemplatie en meditatie, twee geestelijke disciplines die vandaag alle aandacht zouden moeten hebben. Naar mijn waarneming zijn juist ook de noties van de aanvechting, van de levensernst, van de gerichtheid op Gods waarheid en het nieuwe leven in Christus belangrijke aanvullingen op de andere bewegingen die ik noemde.
Bij het hoofdstuk over de ethische beweging trof mij opnieuw de grote aandacht voor het natuurlijke/ schepselmatige in het geestelijke leven, de aandacht voor de psychologie bijvoorbeeld. Juist in het gesprek met allerlei aanbieders en gidsen op de markt van zingeving zijn dat noodzakelijke aandachtspunten.
En dus liggen Voetius, Brakel, Noordmans en Gunning weer op mijn bureau om mee te doen in mijn zoektocht naar wat geestelijke vorming in Christus vandaag kan zijn, voor mensen in de kerk, maar ook voor zoekers.
Wat betekent dit voor de praktijk?
Laat ik tenslotte de vraag stellen wat je boek voor de praktijk van geestelijke oefening betekent.
Dan begin met ik een kritisch opmerking. Je boek is een boek over de geloofspraktijk, maar het niet echt een praktisch boek geworden. Vergeleken met de boeken die ik hiervoor genoemd heb valt dat des te meer op: die boeken bevatten volop oefeningen, praktijkvoorbeelden en handvatten om de oefeningen ook werkelijk te doen. Aan dat soort boeken is in onze tijd heel veel behoefte. Wat mij betreft vraagt dat nog om een ander boek, meer een werkboek. Misschien is dat boek al door iemand anders geschreven, ik kan het gereformeerde veld in brede zin niet goed overzien op dit moment, maar anders zou het een goed ding zijn als er nog een vervolg op zou kunnen komen.
Dit is zeker ook voor de missionaire praktijk een aangelegen punt. Als IZB organiseren wij in november een toerustingsdag voor gemeenten rond het thema: Help, er klopt een bekeerling aan! Die hulpvraag is bepaald niet uit de lucht gegrepen. Want kunnen gemeenten de zoekers die aankloppen dan ook werkelijk helpen om dieper ingewijd te raken in het geheim van het leven met Christus in het Koninkrijk? Er blijkt in de praktijk echt verlegenheid over te bestaan.
In je boek geef je ook aandacht aan de delen van ons menszijn die daarbij gevormd zullen moeten worden: onze ziel, onze geest, ons lichaam. Je werkt die dynamiek verder niet echt uit, zoals Dallas Willard dat in zijn Renovation of the Heart wel diepgaand heeft gedaan. Wat mij betreft ligt daar nog een veld open in onze geloofspraktijk en ik lees je boek als een aanmoediging daar serieuze aandacht aan te schenken. Ook daar zou een update vanuit onze gereformeerde traditie een vruchtbare en kansrijke oefening zijn.
Eén ding is wat dit betreft heel duidelijk: zoekers zijn op zoek naar ‘levensecht geloven’, een geloof dat gaat over het vormgeven van het leven met God in hun leven van elke dag. En aangezien het bij veel zoekers vaak met een ervaring begin – niet zelden een mystieke ervaring, zie het getuigenis van schrijfster Lieke Marsman – vraagt dat van de gemeente vandaag om praktische kennis wat betreft het verhelderen en inbedden van die ervaring in de levenskennis van het evangelie en de traditie.
Jouw boek reikt wat mij betreft mooie bouwstenen aan voor zo’n inwijdings- en oefenpraktijk aan en ik hoop van harte dat deze er door zal worden verdiept en verbreed.
Bas van der Graaf is theoloog, coach en geestelijk begeleider. Hij is sinds 2025 hoofd van de afdeling Toerusting van de IZB.
Gerrit Immink, Onweerstaanbaar aangeraakt. Levensecht geloven in een postchristelijke tijd. Uitgeverij: Utrecht, KokBoekencentrum Uitgevers, 2025. 304 pp. € 22,99. ISBN 9789043543873
