‘Samaritaanse vrouw, geef mij te drinken’
Mmapula … ging naar de rivier om water te halen voor haar planten. Bij de bron zat een vrouw, roerloos, in het wit gekleed. Zij hield haar hoofd gebogen en haar blik gericht op haar open handen. Mmapula liep langzaam, zich afvragend wie zij was en wat ze daar deed op deze plaats en tijd. Mmapula ging bij de bron zitten en begon haar container met water te vullen. Net toen ze weer wilde gaan, keek de vrouw in het wit op en zei: ‘Samaritaanse vrouw, geef mij te drinken.’ Mmapula gaf haar te drinken. ‘Samaritaanse vrouw, ga en roep je echtgenoot’, zei ze. Mmapula’s kalebas hield ze vast zonder het water te drinken. ‘Ik ben geen Samaritaanse en ik heb geen echtgenoot.’ De vrouw in het wit sloot haar ogen gedurende een paar seconden en zei: ‘Je heb juist gesproken, Samaritaanse vrouw. Je hebt geen echtgenoot. Feitelijk behoort de echtgenoot die je hebt niet jou toe maar de mijnen. Ik ben gekomen om je levend water te drinken te geven’, zei ze terwijl ze Mmapula de kalebas met water aanreikte. ‘Ga terug naar je dorp en vertel dat er een profetes gekomen is die heling van gebroken harten brengt.’ ‘Er is een profeet gekomen die heling voor Borolong brengt.’ Het nieuws verspreidde zich met de snelheid van een grasbrand door het kleine dorp…