Slavernijverleden
Om een beetje mee te tellen dezer dagen moet je, zeker als geprivilegieerde witte oude man, beschikken over een slavernijverleden. Het mooist is natuurlijk als je nog oude VOC- en WIC-aandelen in de kluis hebt liggen, maar een familienaam die teruggaat tot de regenten uit de 17e of 18e eeuw is ook goed. Dan kun je tenminste meepraten over de plaatsvervangende schuldgevoelens waar je mee worstelt, de rijkdom die je familie met deze misdadige handel heeft vergaard en misschien zelfs een beetje boete doen.
Zonder dit soort harde bewijzen van medeplichtigheid wordt het moeilijker om te dealen met dat slavernijverleden. Dat is te meer zo in onze calvinistische moerasdelta, waar elke suggestie van verantwoordelijkheid of schuld een open zenuw raakt en daarom onmiddellijk leidt tot overspannen reacties, variërend van ‘Maar ik heb er toch niks mee te maken’ en ‘Ik ga geen sorry zeggen voor iets wat ik niet heb gedaan’ tot ‘Wij zijn slecht’ en ‘We moeten boete doen’. Ik herken het bij mezelf. Ook in het dagelijkse verkeer heb ik grote moeite met het concept schuld.
Mijn vrouw (prettig katholiek) kan me nog niet het geringste verwijt maken, in de orde van nalatigheid met afwas of vuilnis, of ik schiet in de morele modus waarmee ik ben opgegroeid. Gewoon sorry zeggen en weer doorgaan en een beetje zakelijk naar de kwestie kijken, iets met bonbons of zo, is me niet genoeg. In mijn hoofd zit een snelrechtbank die alle aspecten van mijn gedrag afweegt, inclusief de verzachtende omstandigheden en het recidivegevaar, met als beoogde uitkomst dat ik niet schuldig ben. Want in dat laatste geval zou ik meteen een morele kras hebben opgelopen en als ik daaraan begin, ben ik volkomen bezoedeld als ik eindelijk bij de finish beland.
Het is kortom lastig om zonder emoties de verantwoordelijkheid te nemen en ook te begrenzen voor dat slavernijverleden. Het wordt al snel alles of niets en dat is jammer, want het kan ons helemaal niet schaden om kennis te nemen van en volledig te beseffen wat er in die eeuwen is gebeurd. We hoeven alleen maar te erkennen dat dat duistere verleden er is en daarin schuilt het goedmaken. Nu en in de toekomst eerlijk zijn over wat er is misdaan. De weg naar de hel mag dan geplaveid zijn met goede voornemens, de weg naar de hemel ook.
Willem van Reijendam is schrijver en freelance uitvaartbegeleider.