Toekom(s)t. Kerk zijn voor en na 2025

Toekom(s)t. Kerk zijn voor en na 2025 verschijnt bij het afscheid van René de Reuver als scriba van de Protestantste Kerk in Nederland. Toch is dit boek geen afscheidsboek waarin alleen maar wordt teruggekeken. Het is eerder een vooruitkijkboek. Hoe bepalend het verleden ook is, de kerk leeft vanuit de toekomst, vanuit dat wat op ons toekomt. Het boek kent drie delen: Wat valt er te leren van het begin van de kerk? Bijzondere ervaringen van de scriba, die zijn visie op kerkzijn verdiepten en verrijkten. En ten slotte een visie op de kerk in en na 2025. Een boek dat de lezer inzicht geeft en bemoedigt over de toekomst van de kerk.
Dit boek is een cadeautje aan de kerk. Aan u dus. Aan het einde van mijn periode als scriba van de Protestantse Kerk in Nederland voel ik de behoefte om bijzondere ervaringen die ik in de afgelopen negen jaar als scriba heb mogen meemaken met u te delen. Bijzondere leeservaringen en ontmoetingen die mij inspireren en hoop geven voor de kerk van vandaag en morgen. Zoals dat verhaal over de eerste kerkvergadering waar de kerk op scheuren stond en ‘synodeleden’ in het spoor van de Geest een weg vonden die ze met vreugde samen konden gaan. Of de korte belijdenis van een van de daklozen uit Amsterdam toen we op Goede Vrijdag de kruisweg van Jezus liepen. Het vallen en opstaan van Jezus motiveert hem om telkens opnieuw toch weer op te staan. Momenten van ‘ervaren waarheid’ van Gods nabijheid.
Hoewel dit boek verschijnt bij mijn afscheid als scriba, is het geen afscheidsboek maar een ‘doorgeefboek’. Mijn afscheid als scriba ervaar ik als het overdragen van het estafettestokje aan mijn opvolger. Dankbaar voor ‘het rondje’ dat ik als scriba mocht lopen. In dit boek geef ik door wat ik in de afgelopen jaren heb ontvangen, om met goede moed vol vreugde ook na 2025 kerk te zijn. Ik doe dit in de vorm van een essay. Het gaat mij niet om een theoretische verhandeling of in beton gegoten stellingen, maar om wat mij raakt en theologisch en spiritueel vormt. Het biedt de ruimte om persoonlijke keuzes te maken. Mijn eigen impressie geeft een unieke, persoonlijke en contextuele betekenis aan dit boek. Mijn vingerafdruk staat erop.
Kortom: dit essay is mijn cadeau aan u. Het bestaat uit drie delen. In het eerste doe ik verslag van mijn leeservaring over het allereerste begin van de kerk. Als kerk staan we immers op de schouders van hen die ons zijn voorgegaan. We staan in een lange, rijke traditie. Ik zoom in op de eerste veelzeggende naam die aan christenen werd gegeven en op de allereerste spannende kerkvergadering.
In het tweede deel beschrijf ik een aantal bijzondere ‘kerkervaringen’ die ik als scriba mocht opdoen. Gouden momenten, vol van Gods nabijheid, die ik niet snel zal vergeten. In het laatste deel kijk ik vooruit, verder dan 2025. Mijn blik wordt gericht door een ‘wachtwoord’ voor de kerk van vandaag en morgen. Niet als formule of als eind van alle tegenspraak, maar als focus en bron van vreugde voor kerk-zijn vanuit Gods toekom(s)t. De ‘s’ zet ik tussen haakjes om de dubbele eschatologische lading van deze toekom(s)t te benadrukken: de toekomst van God en zijn koninkrijk en God die in het hier en nu op ons toe komt.
Theologisch gezegd: het eschaton (de nieuwe hemel en de nieuwe aarde waarop gerechtigheid woont (2 Petrus 3:13)) en Gods eschatologische nabijheid (daar waar Christus is en Gods koninkrijk oplicht). Ik hoop dat dit essay u inspireert en moed geeft om met vreugde kerk te zijn, ook na 2025.
***
Om maar direct met de deur in huis te vallen: mijn periode als scriba is geen meetbaar succes geworden. Toen ik in 2016 aantrad waren er nog ruim 1,8 miljoen Nederlanders lid van de Protestantse Kerk in Nederland. Nu, negen jaar later, zijn dit er nog ‘slechts’ 1,45 miljoen. Deze cijfers zouden voor elk groot bedrijf reden zijn voor een uitermate kritisch gesprek met de CEO. De titel van dit essay lijkt hierdoor op een gotspe. Je moet wel moed hebben om in deze tijd hoopvol over de toekom(s)t van de kerk te schrijven.
Hoe wereldvreemd de titel ook lijkt, toch kies ik er bewust voor. De kerk is nu eenmaal geen bedrijf en ik ben niet de CEO van de kerk. Hoewel ik in den lande nog weleens aangekondigd wordt als ‘de baas van de kerk’, ben ik ook dat niet. De kerk is van God. Christus is het hoofd van de kerk. En deze ‘baas’ is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen (Marcus 10:45). Aan het einde van zijn leven was het aantal van zijn volgelingen geslonken tot slechts enkele vrouwen die destijds maatschappelijk nauwelijks meetelden.
Ook al leek de beweging van Jezus op niets uit te lopen, anno 2025 is de beweging wereldwijd springlevend. Bovendien rekenen we in de kerk een beetje anders dan erbuiten. De kerk is geen kwestie van tellen en prognose, maar van geloof. We geloven in de kerk omdat ze niet van ons, maar van God is.
Nieuwe kerken
Toen ik in 2016 aantrad als scriba van de generale synode van de Protestantse Kerk in Nederland was de krimp van de kerk al jaren gaande. In de afgelopen negen jaar heeft dit zich onverminderd doorgezet. Dit geldt niet alleen voor de Protestantse Kerk, maar ook voor de Rooms-Katholieke Kerk. Toch treft niet alle kerken ditzelfde ‘lot’. Sommige kerken zijn spectaculair gegroeid. In Veenendaal ging in 2012 Mozaiek van start. Deze evangelische kerk legt alle nadruk op Christus die van een succesvol of mislukt leven een kunstwerk maakt, als onderdeel van een prachtig mozaïek. Nu, twaalf jaar later, is Mozaiek te vinden in veertien plaatsen verspreid over Nederland. Wekelijks bezoeken duizenden mensen de diensten.
Ook al leek de beweging van Jezus op niets uit te lopen, anno 2025 is de beweging wereldwijd springlevend
Maar ook een kerk als de Oosters-Orthodoxe Kerk groeit. Deze groei is niet alleen te verklaren uit de instroom van vluchtelingen, ook Nederlandse jongeren sluiten zich aan bij deze kerk. Zij voelen zich onder meer aangetrokken tot de klassieke orthodoxe liturgie.
In de laatste decennia zijn er meer dan een miljoen ‘migrantenchristenen’ naar Nederland gekomen. Zij hebben de christenheid verrijkt. De kerk in Nederland is veelkleurig en heel divers geworden. In de Haagse Moerwijk, waar ik van 2008 tot 2016 predikant was, gaan er op een zondag meer Nederlanders met een migratieachtergrond naar de kerk dan Nederlanders zonder migratieachtergrond. De komst van deze nieuwe Nederlanders ervaar ik als een geschenk van God aan onze samenleving en aan de kerken in Nederland in het bijzonder. Indringende gesprekken met nazaten van slaafgemaakten hebben mijn ogen geopend voor het donkere slavernijverleden, ook van de rechtsvoorgangers van de Protestantse Kerk in Nederland.
Ook maakten zij mij bewust van de voortdurende theologische dominantie van witte, westerse kerken. Op 30 juni 2023, 150 jaar na de afschaffing van de slavernij, werd in de Nieuwe Kerk van Amsterdam een herdenkingsdienst gehouden. Het was een bijzonder moment om als scriba van de Protestantse Kerk in deze dienst voor God uit te spreken:
Wij belijden voor U,
dat wij als kerken bijgedragen hebben
aan het in stand houden van de slavernij, dat wij door onze theologie
het misbruik van mensen gerechtvaardigd hebben, dat wij niet opgekomen zijn
voor rechtvaardigheid en voor de vrijheid van zusters en broeders,
dat ook de kerken hebben deelgenomen aan slavernij door de uitbuiting van tot
slaaf gemaakt mensen.
Wij belijden voor U,
dat wij er ook vandaag onvoldoende in slagen werkelijk inclusiever
gemeenschappen te zijn, dat wij vandaag te weinig doen
tegen huidige vormen van slavernij, racisme en discriminatie.
Kyrie, heb medelijden met ons,
Eleison.
Om tot een gelijkwaardige oecumenische relatie met elkaar te komen is het van groot belang dat we als kerk ons rekenschap geven van dit verleden en ons bewust worden van de doorwerking van slavernij in het heden.
Rouw
Sommige kerken zijn dus gegroeid, maar aan de Protestantse Kerk lijkt die groei voorbij te zijn gegaan. In de afgelopen jaren zijn er nauwelijks nieuwe gemeenten ontstaan. Wijkgemeenten zijn samengevoegd of opgeheven, kerkgebouwen gesloten, de betrokkenheid en de ‘bestuurskracht’ van gemeenten is verminderd en de plek van de kerk in de samenleving is kleiner geworden. Zeker, dit geldt niet voor alle gemeenten. Er zijn levendige protestantse gemeenten, doorgaans met een helder inhoudelijk profiel en maatschappelijk relevantie, die groeien en bloeien. Toch zijn zij, helaas, meer uitzonderingen dan regel. Overall geldt krimp.
Zijn essay gaat ook over hoop
In 2023 heeft Aarnoud van der Deijl hierover een boekje opengedaan. Hierin beschrijft hij eerlijk hoe hij als predikant enthousiast aan zeven initiatieven heeft meegedaan om het tij te keren. Terugkijkend moet hij concluderen dat het niet mocht baten. Al deze goede plannen typeert hij als trade-offs: inhoudelijke aanpassingen die onbewust de ontkerkelijking eerder hebben versneld dan vertraagd. Hij wijt dit aan een maakbaarheidsidee gevoed door markt- en marketingdenken. Het illustreert juist, zo is zijn conclusie, dat de kerk niet maakbaar is.
De neergang grijpt Van der Deijl aan. Hij vergelijkt het met een stervensproces en spreekt dan ook over rouw. En terecht. Ik herken het. Het sluiten van het kerkgebouw waarin je als kind bent gedoopt en belijdenis hebt gedaan doet zeer. Het verdampen van kerkelijk leven raakt diep.
Terecht vraagt Van der Deijl aandacht voor deze verlieservaring. Toch schrijft hij niet alleen over rouw. Zijn essay gaat ook over hoop. Niet om de rouw hiermee te bagatelliseren, maar omdat dit stervensproces ook een keerzijde heeft. Bevrijd van het marktdenken, zo stelt hij, komt er weer ruimte om te doen waar de kerk toe geroepen is. Hoopvol, zonder overspannen activisme of verlammend schuldgevoel.
René de Reuver is scriba van de Protestantse Kerk in Nederland.
René de Reuver. Toekom(s)t. Kerk zijn voor en na 2025. Uitgeverij: Utrecht, KokBoekencentrum Uitgevers. 128 pp. € 13,99. ISBN 9789043543316.