Menu

Basis

Vergaderopening: Met ontferming bewogen – Marcus 6:31 en 34

Er voor staan. Vergaderopeningen

Kerntekst

‘Rust een weinig… en werd met ontferming bewogen.’
Marcus 6:31 en 34

Schriftlezing

Marcus 6:30-34

Uitleg

De discipelen waren ‘op stage’ geweest. Tot hun verbazing mochten zij in Jezus’ naam tekenen van het koninkrijk oprichten, zieken genezen en demonen weerstaan. Verrukt, maar vermoeid komen zij terug bij Jezus.

Dan is de Heer echt ‘pastor pastorum’, herder van de herders: ze krijgen rust. Retraite. ‘Rust een beetje’, zegt Jezus. Even bezinning op een eenzame plaats. Het was druk geweest. Druk met mensen, die af en aan kwamen om Jezus te zien en te horen. Per schip voeren zij over naar een geschikte rustplaats.

Maar de ‘schare’ bleef verlangend om bij Hem te zijn. Ze liepen te voet naar de overkant van het meer en waren het schip voor. Toen de discipelen wilden landen zagen ze de mensenstroom weer voor zich op de oever. Weg rust…

Maar Jezus is onvermoeibaar. Hij ‘zag’ een grote schare. Zijn ‘zien’ is geen oppervlakkig kijken, maar doorzien tot op de bodem van de harten. Hij weet: deze herderloze mensen hebben leiding van God nodig. Ze zijn als schapen zonder herder. Jezus is met ontferming bewogen.

‘Ontferming’. Het grondwoord heeft te maken met ‘ingewanden’, zelfs met ‘moederschoot’. Zoals een moeder een kind in haar schoot draagt, zo wil messias Jezus mensen als zijn kinderen voeden en beschermen. ‘En hij begon hun vele dingen te leren’: het woord van het Evangelie gaat open voor mensen die hunkeren naar het echte Leven.

Overweging

Christus gunt zijn dienaars en dienaressen op tijd hun rust. Kerkenwerkers mogen hun werk zo nu en dan onderbreken voor de nodige ontspanning en bezinning. Ook in de kerk hoeven we elkaar niet te overvragen. Daarin hebben we op elkaar te letten.

Maar als Christus de mensen ziet, mensen van voorheen en mensen van nu, dan ‘ziet’ Hij ze echt. In hun noden, zorgen, zonden, verdriet vooral. En in Hem overweegt niet de boosheid of toorn, hoezeer Jezus ook de zonden verafschuwt. In Hem wint het de bewogenheid. Hij wordt helemaal warm, barmhartig, wanneer Hij de mensen ziet. Zo ver van huis. Zo ver van God. Niets liever wil Hij dan van al die mensen van toen en nu de Herder zijn, de Verlosser, de Leidsman.

God toont zich een genadig God en laat dat zien in zijn Zoon Jezus. De liefde wint het van de toorn. De herder buigt zich over de verloren schapen. Met persoonlijke aandacht voor ieder individueel. Dat is ‘ontferming’, moederlijke zorg.

Hij leert ons. Dat woord ‘leer’ is een beweeglijk woord. Jezus ‘leert zichzelf’: zijn persoon is het hart en het wezen van ons geloof. Het is de leer van genade voor zondaars, van waarheid en recht, van vrijspraak in het gericht. Evangelie, blijde boodschap, bestemd voor mensen, volkeren en culturen.

Gebed

Here God,
ontferm U over ons,
dwaalzieke mensen,
verloren schapen,
toch zo verlangend naar liefde.
Wees bewogen over ons
over de kerken
en over de wereld
over allen die zich verloren voelen.
En open wijd uw armen
om ons in liefde te omvatten en te beschermen.
Leer ons bewogen en ontfermend naar mensen te kijken
met de ogen van Jezus.
Amen.

Ter bezinning

‘Liefde betekent (…): dat ene willen, alles op die ene kaart kunnen zetten. Liefde betekent ook: nee kunnen zeggen tegen een heleboel andere dingen, die afleiden. (…) Je verknoeit je tijd met deze dingen, die heus wel belangrijk zijn, maar je hebt geen oog meer voor dat ene, dat je kan “redden”, dat de kern en de rode draad kan zijn. Voor dat Ene, dat je zalig kan maken.’

(Klaus Berger, Wie was Jezus werkelijk?, Kampen 1996, 67.)

Deze vergaderopening is eerder verschenen in ‘Er voor staan’, onder redactie van Aart Peters en Arie Romein. Bekijk alle vergaderopeningen.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken