Menu

Premium

Vergeving en gerechtigheid

13e zondag van de zomer (Exodus 32,7-14 en Matteüs 18,21-35)

In de kerk gaat het nogal eens over Gods vergevende liefde, die als voorbeeld gesteld kan worden voor onze eigen opstelling tegenover onze medemensen. In de Bijbel zien we echter ook een heel andere God, die woedend wordt en dat niet onder stoelen of banken steekt. Hoe kunnen we dat uitleggen?

De perikoop uit Exodus valt midden in het grote verhaal van het volk Israël, dat een verbond sluit met JHWH bij de Sinai. Mozes, als vertegenwoordiger van het volk, is boven op de berg en krijgt daar de Wet te horen, de Tien Woorden, door JHWH zelf gegrift op twee stenen tafelen. Maar voor de mensen onderaan de berg duurt het allemaal te lang. Zij eisen van Aäron dat hij wat doet om hun nieuwe zekerheid te verschaffen. En zo ontstaat het gouden kalf.

Dit is niet Mijn/mijn volk

Nog voordat het volk de Tien Woorden ontvangen heeft, wijkt het er al van af. Ze hebben zich al een ‘godenbeeld’ (Ex. 20,4 – NBV21) gemaakt. JHWH distantieert zich van zijn volk en benoemt het als volk van Mozes: ‘Jouw volk, dat je uit Egypte hebt geleid, misdraagt zich’ (32,7 – NBV21). In grote woede dreigt Hij het volk te verteren (32,10). Mozes spreekt JHWH tegen: het is niet zijn volk, maar het volk van JHWH zelf. Niet Mozes, maar JHWH heeft het volk uit Egypte geleid. Wat zullen de Egyptenaren niet denken als het volk nu vernietigd wordt? En heeft JHWH niet beloofd het volk tot een groot volk te maken en het beloofde land in bezit te geven? Uiteindelijk ziet JHWH ervan af om zijn volk te treffen (32,14).

Dit gesprek komt eerder menselijk dan goddelijk over. Dat kun je ontroerend, maar ook beschamend vinden. Wat is dat voor God als Hij door mensen weer in het rechte spoor gebracht moet worden?

Laat Mij!

De cruciale zin om te begrijpen wat zich hier afspeelt, is vers 10. JHWH zegt daar: ‘Houd Mij niet tegen’ (NBV21), of ‘Laat Mij begaan’ (HSV). Het Hebreeuwse woord hannichah, van de stam noech (rusten) betekent: ‘laat (Mij) rusten’, ‘laat (Mij) met rust’. In de Talmoed wordt al gespeculeerd over dit ogenschijnlijk overbodige woord. De suggestie van de joodse wijzen is dat JHWH hier heel bewust een deur openzet voor Mozes om te bemiddelen tussen het volk en JHWH. Tenslotte is dat de taak van Mozes! JHWH had ook zonder meer het volk kunnen vernietigen. Dat Hij dit niet doet, maar tegen Mozes zegt: ‘Houd Mij niet tegen,’ geeft Mozes de kans om JHWH tóch tegen te spreken en Hem (met succes) over te halen zijn volk niet te vernietigen. JHWH vergeeft niet alles. Hij wordt hier afgeschilderd als een hartstochtelijke God, die gekwetst is door het verraad van het volk. Uiteindelijk vergeeft Hij niet zozeer, maar houdt Hij zich aan zijn belofte, ooit gedaan aan Abraham, Isaak en Jakob. Het gaat hierbij eerder om gerechtigheid dan om vergeving.

Omgekeerd perspectief

Ditzelfde thema vinden we in de perikoop uit Matteüs. Gaat het om vergeving of om gerechtigheid? In Jezus’ antwoord op de vraag van Petrus lijkt het om vergeving te gaan. Je moet je broeder of zuster die tegen jou zondigt, niet tot zevenmaal, maar tot zeventig maal zevenmaal vergeving schenken (Mat. 18,22). In de gelijkenis die daarop volgt, wordt er echter maar eenmaal vergeving geschonken, en dat wordt later zelfs weer ongedaan gemaakt.

Hier is de gerechtigheid toch ook heel belangrijk. Het feit dat de man die een grote schuld kwijtgescholden krijgt, zelf een ander diens kleine schuld niet kwijtscheldt, is zo onrechtvaardig dat hij alsnog zijn schuld moet terugbetalen.

Zoals Jezus vaker doet in zijn parabels, wordt het perspectief omgedraaid. De vraag van Petrus was: hoe vaak moet ik mijn broeder of zuster vergeven? Dit is dus het perspectief van de (ver)gever. Het antwoord is een verhaal over iemand die enorm veel vergeven wordt, maar zelf niet iemand anders kan vergeven. Het is het perspectief van de ontvanger. Als we – zoals Jezus zelf lijkt te doen (vs. 35) – de koning mogen vergelijken met God, is God niet alleen maar liefdevol en vergevend. God is daarnaast ook rechtvaardig.

Menselijke vergeving

In de joodse gedachtewereld zijn mensen beelddragers van God. Wij hebben de verantwoordelijkheid om te proberen op God te lijken, en dus liefdevol, vergevend, en rechtvaardig te zijn. Als wij niet onze medemensen kunnen vergeven, hoeven we ook niet op Gods vergevingsgezindheid te rekenen.

Hierbij is het wel belangrijk om een pastorale kanttekening te maken. In elke gemeente zitten wel mensen aan wie zo veel onrecht of leed is aangedaan, dat ze dit de dader niet kunnen vergeven. Zij kunnen zich door deze parabel, of door onze overweging, ook door God afgewezen gaan voelen, omdat zij niet vergevingsgezind genoeg zijn. Bij vergeving in de Bijbel is echter altijd de vooronderstelling dat de dader het slachtoffer om vergeving vraagt. Je kunt een ander pas vergeven als die ander daar om vraagt. En daarnaast: een ander een som geld schuldig zijn is een totaal andere situatie dan een ander zo beschadigd hebben dat deze met diepe trauma’s is achtergebleven.

Het is daarom misschien beter om de andere kant van het verhaal te benadrukken. Als jij een ander leed hebt aangedaan, rust op jou de verantwoordelijkheid om te proberen dit leed ongedaan te maken. Je hoort te proberen in het reine te komen met de ander, en pas daarna kun je om Gods vergeving vragen. Je kunt niet blind varen op Gods liefde en genade als je je naaste in de kou laat staan. Vergeving en gerechtigheid gaan hand in hand.

Deze exegese is opgesteld door Marise Boon.

    Wellicht ook interessant

    None

    Geestelijke begeleiding – William A. Barry en William J. Connolly

    Geestelijke begeleiding is een inspirerend boek voor wie anderen wil helpen bij het ontwikkelen en onderhouden van hun relatie met God. William A. Barry en William J. Connolly benadrukken dat God voortdurend spreekt via gevoelens, verlangens en ervaringen. De rol van een geestelijk begeleider is om te helpen zelf Gods stem op het spoor te komen. Het boek beschrijft diverse aspecten van geestelijke begeleiding en geeft praktische tips. Deze klassieker is geworteld in de oudste christelijke traditie en de inzichten van Ignatius van Loyola.

    None

    Het geheim van Handelingen – Tom Wright

    In Het geheim van Handelingen opent Tom Wright, een van de meest vooraanstaande nieuwtestamentici, een frisse en toegankelijke kijk op dit centrale boek uit het Nieuwe Testament. Met zijn diepgaande inzicht in theologische nuances en culturele context laat Wright het verhaal van de vroege kerk tot leven komen. Dit inspirerende commentaar is perfect voor wie zijn eigen bijbellezing wil verdiepen en de verborgen kracht van de kerk wil herontdekken. Een onmisbare gids voor zowel beginners als doorgewinterde lezers van de Bijbel.

    Nieuwe boeken