Verzet kent vele gezichten
Wie je bent, waar je vandaan komt en wat je nodig hebt, kleuren je verzet en je verlangen naar bevrijding. In het verhaal van Esther lezen we over twee moedige vrouwen. De positie en mogelijkheden van Wasti waren anders dan die van Esther.
Allereerst verschijnt Wasti op het toneel. Ze wordt ontboden bij het feestmaal dat haar man, koning Ahasveros, heeft aangericht voor alle hooggeplaatste mannen in de stad. De wijn heeft al rijkelijk gevloeid en Wasti bedankt voor de eer. ‘Zeg maar tegen de koning dat ik wel wat anders te doen heb, ik kom niet’. Hiermee riskeert ze haar hoge positie en misschien zelfs haar leven, maar ze heeft haar zelfrespect gered. Geen wonder dat ze met die uitspraak in feministische geschriften wordt genoemd. Haar verzet is krachtig en zichtbaar.
En dan Esther, een vrouw met een heel andere aanpak. Zij verzet zich ook, maar veel subtieler. Ze maakt zich mooi en smeekt om de gunsten van de koning. Ook zij neemt grote risico’s en springt in het diepe als ze zich ongevraagd en onaangekondigd meldt bij de koning. Esther komt uit een minderheidsgroep en is nieuw aan het hof. Zij heeft een heel andere positie dan koningin Wasti. Esther lijkt op het eerste gezicht onderdanig, maar ze zet die onderdanigheid in met een hoger doel: het redden van haar volk.
Bevrijding en verzet in de sloppenwijken
De Braziliaanse katholieke theologe Ivone Gebara werkt met de allerarmste vrouwen in Brazilië. Vanuit de boodschap van het evangelie kijkt Gebara wat de vrouwen nodig hebben. De bijbelse woorden ‘bevrijding’ en ‘verzet’ hebben in de sloppenwijken een eigen betekenis. Gebara probeert met haar theologie aan te sluiten bij de concrete noden van de vrouwen: toegang tot water en voedsel, een dak boven het hoofd en toegang tot onderwijs. Zo ziet bevrijding eruit in de sloppenwijken van Brazilië. Verzet is daar vooral verzet tegen al die krachten die de toegang tot een normaal leven voor de allerarmsten belemmeren.
Wie je bent, kleurt je verzet
Om diverse vormen van onderdrukking te doorbreken, hebben we zowel de moed van Wasti als de subtiliteit van Esther nodig. En zoals Wasti en Esther gebonden waren aan hun eigen mogelijkheden, zijn wij dat ook. Verzet hangt immers samen met wie je bent en waar je vandaan komt.
Een jonge moslima vertelde hoe bevrijdend het voor haar was om een lange tuniek te dragen en een hoofddoek, zodat ze zich geen zorgen hoefde te maken over hoe ze eruitzag in een strakke spijkerbroek. Een hoofddoek kan worden gezien als symbool van onderdrukking, maar dezelfde hoofddoek kan het voor iemand mogelijk maken om buitenshuis te werken. Dit laat zien hoe belangrijk het is om elkaars verhalen te horen en onze dagelijkse realiteit te delen.
Claudia Sarti studeerde Theologie & Religiewetenschappen aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Zij is redactielid van Open Deur en werkt als studentenpastor/geestelijk verzorger bij Rap100 in Leiden.