Vrede

Bij vrede denken we tegenwoordig vooral aan de afwezigheid van oorlog. Wanneer er geen sprake is van een militair conflict, heerst er vrede. Zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament heeft vrede echter een bredere betekenis.
In het Oude Testament wordt vrede met het Hebreeuwse woord sjalom aangeduid. In het Nieuwe Testament gebruikt men het Griekse woord eirènè. Het woord sjalom is afkomstig van een woord dat ‘heelheid, compleetheid, volmaaktheid’ betekent. Die heelheid kan gelden op verschillende vlakken. Hierbij kun je denken aan politieke, economische, lichamelijke en ook geestelijke heelheid. Telkens gaat het om een staat die rust, tevredenheid, heelheid en compleet zijn omvat. Het nieuwtestamentisch gebruik van eirènè staat in diezelfde lijn, en kent daarnaast nog enkele eigenheden.
Vredewens
Een veel voorkomend en alledaags gebruik van het woord vrede in de Bijbel is dat van de vredewens. Men wenst elkaar dikwijls vrede toe. Dit was een standaard groet (Exodus 4,18). Vrijwel alle nieuwtestamentische brieven openen of sluiten af met een vredesgroet (alleen Jakobus en 1 Johannes niet). Zo opent (pseudo-)Paulus zijn brieven steevast met de wens ‘Genadezij u en vrede van God, onze Vader, en van de HeerJezusChristus’, of een variatie daarop. Hier combineert Paulus de Joodse manier van groeten (sjalom/eirènè) met een verwijzing naar de Griekse standaardgroet (chairein), door het verwante woord genade (charis) te gebruiken. Door vrede en genade op die manier te combineren geeft Paulus zijn groet een eigen, door Gods giften gekleurde klank. Ook Jezus gebruikt de vredesgroet vaak: ‘Ga in vrede’ (Marcus 5,34, Lucas 7,50, 8,48). In al die gevallen krijgt de standaard manier van groeten een belangrijke bijklank. Waar aan de ene kant Paulus bij het groeten zorgvuldig zijn woorden kiest, laat ook de schrijver van Lucas en Handelingen de kans niet schieten om het thema van vrede te benadrukken. Meer dan een gewone groet!
Vrede wordt in stand gehouden door rechtvaardig met elkaar om te gaan
Persoonlijke vrede
Vrede betekent in het Oude Testament voor ieder individueel persoon: een goed, gezond, veilig en lang leven, onder de bescherming van God. Ook een rustige dood na een lang leven wordt in het Oude Testament als vrede gezien (Genesis 15,15, Jeremia 34,4-5).
Waar in het Oude Testament vrede betrokken wordt op sociale relaties en op lichamelijk welzijn, wordt vrede in het Nieuwe Testament vanuit het idee van die door God gegeven vrede, ook betrokken op een individuele, innerlijke staat van rust en harmonie. Soms betekent vrede in het Nieuwe Testament rust in iemands hart, een vrede die door God geschonken wordt (Filippenzen 4,7). Het is het tegenovergestelde van een angstig en bezorgd gemoed (Johannes 14,27). In Galaten 5,22 wordt deze vrede een vrucht van de Geest genoemd (zie ook Romeinen 15,13).
Oorlog en vrede
Zoals gezegd heeft ons idee van vrede vooral te maken met de afwezigheid van oorlog en conflict tussen twee of meer partijen. Ook in de Bijbel wordt de term vrede gebruikt om de relatie tussen twee of meer volken, naties of families te beschrijven. Vrede houdt in dat de twee partijen een goede relatie hebben. Dit omsluit niet alleen een afwezigheid van conflict, maar behelst het naleven van wetten, rechtvaardig handelen en een oordeel wanneer dit niet het geval is.
Daarbij kan het gaan om vrede tussen verschillende volken (Lucas 14,32), maar ook om vrede tussen bijvoorbeeld familie om leden (Matteüs 10,34; Lucas 12,51). In de nieuwtestamentische brieven worden christenen meerdere malen aangemoedigd de vrede te bewaren in hun relatie met andere mensen, vooral met medegelovigen (zie Romeinen 14,19, Efeziërs 4,3, Hebreeën 12,14).
De profeet Zacharia benadrukt dat vrede, waarheid en rechtvaardigheid samengaan (Zacharia 8,16-17). Vrede wordt in stand gehouden door rechtvaardig met elkaar om te gaan. Zo schrijft ook Jesaja dat gerechtigheid vrede zal stichten, waarbij vrede staat voor rust, veiligheid en vertrouwen (Jesaja 32,17-18). Hetzelfde verband wordt in de brief van Jakobus gelegd, waar gerechtigheid en vrede onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn (Jakobus 3,18).
In Jesaja 11 wordt een visioen van vrede voorgeschoteld (teruggrijpend op de eeuwige vrede van Jesaja 9,5-6), waar rechtvaardigheid en gerechtigheid samenkomen met afwezigheid van oorlog en conflict. Een paradijselijke voorstelling die leunt op het verhaal van de tuin van Eden uit Genesis, waar kwaad niet langer aanwezig is en rechtvaardigheid zich uit in de bescherming van zwakken. Zo is vrede een terugkeer naar de complete staat die aan het eind van de schepping bestond, en die werd gevolgd door een periode van rust (Genesis 2,1-3). Elders in de Bijbel komen gelijksoortige omschrijvingen voor. Hosea spreekt over een verbond met dieren en een eind aan geweld, zodat Gods kinderen in rust en vrede in hun land kunnen leven (Hosea 2,20). De profeet Ezechiël heeft het zelfs over een ‘vredesverbond’ (Ezechiël 34,25-31; 37,26-28). Onder dat vredesverbond zal Gods volk veilig kunnen leven in een vruchtbaar land. Ook het evangelie volgens Lucas presenteert de tijd die aanbreekt met Jezus’ geboorte als een tijd van vrede voor degenen die God liefheeft (Lucas 2,14).
Vrede door God
Achter die verschillende soorten vrede ligt volgens de vele schrijvers van al die uiteenlopende bijbelboeken uiteindelijk maar één bron. God is de ultieme gever van vrede. Er is geen échte vrede zonder God. Zo verbindt de priesterzegen uit Numeri 6 vrede met de aanwezigheid van God. Psalm 29,11 presenteert vrede als een zegening die door God aan zijn volk of aan een persoon wordt geschonken. Jesaja 52,7 laat zien dat Gods vrede redding betekent voor de mens. Gods belofte voor de toekomst is een belofte van vrede (Psalm 85,9).
Jezus en vrede
Maar vrede is niet alleen een gift van God. Je moet er zelf ook moeite voor doen. Zo zegt Jezus in zijn zaligsprekingen in Matteüs 5,9: ‘Gelukkig de vredestichters’. Op die manier roept Jezus mensen ertoe op zelf mee te werken aan vrede. Tegelijk wordt Jezus in het Nieuwe Testament als gever van vrede gepresenteerd: hij zorgt voor de harmonieuze eenheid van heel de mensheid en hij is de hersteller van de band tussen God en de mensheid. Joden en heidenen brengt hij in vrede bij elkaar (Efeziërs 2,14-15). Voordat mensen tot geloof komen, zijn zij vervreemd van God (Efeziërs 4,18, Kolossenzen 1,21). Maar door Christus zijn ze met God verzoend. Dankzij hem is er weer vrede gekomen tussen God en de mens (Romeinen 5,1, Efeziërs 2,16, Kolossenzen 1,20).
Zoals eerder genoemd legt de auteur van Lucas en Handelingen graag de nadruk op vrede. Al in het eerste hoofdstuk van zijn evangelie maakt hij duidelijk dat vrede een gift is van de barmhartige God, door Jezus, zodat diens volgelingen de weg van de vrede kunnen bewandelen (Lucas 1,78-79). Paradoxaal genoeg komt die vrede er slechts door de verdeeldheid die Jezus’ boodschap brengt (Lucas 12,51). De sterkste beklemtoning van het belang van vrede binnen Jezus’ missie vinden we in Handelingen 10,36, waar de auteur bij monde van Petrus duidelijk maakt dat het hele evangelie – het goede nieuws van Jezus Christus – samen te vatten is met het woord vrede. Vrede voor alle mensen.
Marijn Zwart is bijbelwetenschapper bij het Nederlands Bijbelgenootschap.
Literatuur
Gordon D. Fee, The First Epistle to the Corinthians (NICNT) (Grand Rapids: Eerdmans, 1987).
Gerald F. Hawthorne, “Peace.” In: B.M. Metzger en M.D. Coogan (red.), The Oxford Guide to Ideas & Issues of the Bible (Oxford: Oxford UP, 2001), 390-391.
Hans-Josef Klauck, Ancient Letters and the New Testament (Waco: Baylor UP, 2006).
Zie ook de volgende link: https://www.debijbel.nl/kennis-achtergronden/christelijk-geloof/2327/vrede.