Menu

Premium

Waar begin je aan?

Bij Deuteronomium 30,15-20 en Lucas 14,25-33

Gesprek

Wie van jullie heeft er een spaarpot? Wie weet hoeveel er nu al in zit? En waar sparen jullie zoal voor? En hoe weet je nu of je al genoeg geld hebt?

Wij zijn gewend om te sparen voor dure spullen, maar in veel landen is dat helemaal niet mogelijk. Geld wordt vaak meteen uitgegeven. Er is vaak ook genoeg wat betaald moet worden. Als je in veel niet-westerse landen rondrijdt, kom je huizen tegen die maar gedeeltelijk zijn afgebouwd. Er ontbreken nog kamers, ramen, deuren of soms zelfs een hele verdieping. De reden? Tijdens het bouwen van een huis ontdekte de mensen dat het geld om verder te bouwen op is. En dus stopte ze met bouwen, totdat er weer geld was. Dat is wat Jezus hier bedoelt: denk goed na waar je aan begint.

Verhaal

Al weken zeurde Sanne over het cadeau voor haar verjaardag. ‘Mama, je weet toch echt dat ik een bruin konijntje wil?’ ‘Ja, dat weet ik,’ zei moeder, terwijl ze haar hoofd liet hangen. Dit was pas de derde keer deze week dat Sanne erover begon. Maar haar moeder had ook uitgelegd wat er nog meer bij hoorde: je kocht niet alleen een konijn, maar moest ook zorgen voor een hok, voer, een waterflesje en stro. ‘Ja, maar daar heb ik geld voor gevraagd, zodat ik dat allemaal kan kopen,’ was het antwoord van Sanne. Wat was Sanne blij toen ze eindelijk jarig was! Ze kreeg heel veel geld en een mooie bon van papa en mama met daarop een bruin konijn. Met die bon kon ze morgen met mama een konijn en alle spullen gaan kopen.

De volgende dag stond Sanne in de dierenwinkel. Van al het verjaardagsgeld kocht Sanne een hok, mooi speelgoed om erin te doen, een waterfles, voer en een voerbakje, stro en natuurlijk een schattig bruin konijntje. Samen met haar moeder zette ze alles buiten in de tuin. Ze hadden ook nog een prachtige driehoekige ren gekocht waarin Saar, zo heette het konijn, op het gras kon rondrennen.

‘Bah,’ riep Sanne een week later, ‘wat is dat vies, zeg! Moet dat ook, mam?’ Sannes moeder moest vreselijk lachen, toen ze Sanne een vies gezicht zag trekken. ‘Ja, ook het konijnenhok schoonmaken hoort erbij. En elke week bijhouden, hoor.’ Nu begreep Sanne dat zorgen voor een hok ook het schoonmaken ervan betekent. Was ik er maar nooit aan begonnen, dacht Sanne even. Maar toen ze de lieve oogjes van het konijn zag, ging ze toch maar verder met schoonmaken.

Prentenboek/spiegelverhaal

Max Velthuijs, Het rode kippetje, Leopold, 2007.

Wellicht ook interessant

None

En in één Heer, Jezus Christus

‘Jezus is Heer’ is de centrale belijdenis van het Nieuwe Testament. Het is een geweldige bemoediging in een context waarin we ons vaak klein en machteloos voelen tussen allerlei machten die ons leven bepalen. Politieke machthebbers die koste wat kost hun invloedssfeer willen vergroten; economische systemen die het moeilijk maken om voor de zwakken en de aarde op te komen; persoonlijke verslavingen die ons gevangenhouden. Veel mensen in de marge van de maatschappij weten dat natuurlijk allang. Voor mijzelf hebben acht jaar in de Centraal Afrikaanse Republiek, één van de armste en onrustigste landen in Afrika, bijgedragen aan dat bewustzijn. Het is de laatste jaren versterkt door politieke ontwikkelingen in de Noord-Atlantische wereld waar ik me toch lang veiliger heb gevoeld.

Bijbelwetenschappen
Bijbelwetenschappen
Premium

De zekerheid van het geloof

Hebreeën 11 begint en eindigt met de mededeling dat er van oudsher mensen zijn geweest die om hun geloof geprezen worden (11,2.39). Daartussen wordt eerst een reeks mensen genoemd met een voorbeeld van hun geloof: Abel, Henoch, Noach, Abraham en Sara, Isaak, Jakob en Esau, Mozes, Rachab, Gideon en Barak, Simson en Jefta, David en Samuel. Daarna volgt nog een aantal groepen: profeten die leeuwen de muil toeklemden of vijandelijke legers op de vlucht deden slaan, vrouwen die hun doden terugkregen, martelaren en andere rondzwervende, mishandelde en vernederde geloofsgetuigen.

Premium

Bestaanszekerheid

‘Niet voor schuren die niet duren gaaft Gij vruchtbaarheid, maar opdat op aarde, in uw goede gaarde, niemand honger lijdt’ (LB 718). We zongen het vrijwel ieder jaar in de oogstdienst. Hoewel enigszins stukgezongen is het nog steeds een adequate weergave van Lucas 12,13-21. Jezus waarschuwt voor hebzucht en het oppotten van bezit. Goederen verzamelen zal je niet helpen als je leven in het geding is. Maar erger nog: je ziel loopt gevaar als je alleen voor jezelf leeft en niet deelt met anderen.

Nieuwe boeken