Wat gold voor Jezus, geldt ook voor zijn leerlingen

Wat met Pasen in gang is gezet, kan met Pinksteren door iedereen gevierd worden.
Zeven keer zeven, plus één
Pinksteren betekent ‘vijftigste’, omdat het valt op de vijftigste dag na Pasen. Een symbolisch getal, want vijftig is immers zeven maal zeven, plus eentje. En zeven is het getal van de volheid: zeven dagen vormen een week, zeven kleuren heeft de regenboog, Maria Magdalena werd gekweld door zeven demonen, Petrus moest leren om zeven maal zeventig maal te vergeven. (En wij zijn misschien wel eens in de zevende hemel geweest, omdat we niet in zeven sloten tegelijk liepen.)
Maar die ene extra, wat betekent die dan? Als we daarover nadenken, komen we uit bij zaken die niet meer van normale menselijke proporties zijn. Bij het getal acht komt God om de hoek kijken. Daarom worden joodse jongetjes op de achtste dag besneden. Als we in de Bijbel lezen over de achtste dag, moeten we onze oren spitsen. De bijbelvertellers weten dat. Op deze vijftigste dag gaat het gebeuren en wie ‘vijftig’ hoort, zit op het puntje van zijn stoel.
Oogstfeest
Om Pinksteren goed te begrijpen, moeten we ons realiseren dat het vanouds een oogstfeest was. Of misschien kunnen we beter zeggen: het is het tweede oogstfeest. Pasen is het eerste oogstfeest: dan wordt de gerstoogst gevierd. De priester neemt van de boeren de eerste halm aan, zwaait die in het rond en roept dat straks de oogst voltooid zal zijn. Met Pinksteren is ook de tarweoogst binnen; dan komt diezelfde boer met twee broden naar de tempel. De belofte van Pasen wordt dus met Pinksteren ingelost. Pinksteren is het grote oogstfeest, compleet met de vruchten van die oogst.
Opstandingskracht, ook voor de leerlingen
Met Pasen ontdekten de leerlingen van Jezus dat hun grote voorbeeld gestorven was, maar dat de dood Hem niet kon overmeesteren. Hij leeft en God heeft Hem door de dood heen vastgehouden. Dat is de ervaring van Pasen. Het troost hen, maar ze moeten toch zonder Hem verder. Tot Pinksteren – dan realiseren ze zich dat deze opstandingskracht ook henzelf betreft. Dat de dood niet alleen op Jezus geen greep kon houden, maar dat ook zijzelf vrijuit en vrolijk mogen leven. Als dat besef doorbreekt, stralen de leerlingen. Zozeer dat omstanders denken dat ze iets teveel op hebben. Maar dat is het niet. Het is het besef dat dat wat voor Jezus gold, ook voor hen geldt – en daarmee voor de hele wereld.
Niemand uitgezonderd
Het beeld van Jezus als korenaar kenden de leerlingen al, dat was hun Paaservaring: Jezus die stierf als een graankorrel en zo vrucht ging dragen. Maar dat zijzelf ook als graankorrels de wereld in mochten gaan, uitgestrooid in alle windrichtingen, dat ontdekken ze vijftig dagen later. Van een treurend groepje dat zonder leider achterbleef, worden ze mensen met een missie. Hun boodschap is vanaf nu: de liefde van God is sterker dan al het duister, en dit geldt voor iedereen.
Maar dan ook echt voor iedereen. Niemand wordt uitgesloten van dit feest, iedereen doet mee: Parten, Meden, Elamieten, Friezen en Achterhoekers, Limburgers en Zeeuwen. Iedereen verstaat het in zijn eigen taal: niet de wurggreep van de angst, niet onze bezorgdheid heeft het laatste woord, maar de Geest van liefde, zoals Jezus die heeft voorgeleefd. Een nieuwe aarde voor iedereen, dat is de belofte van het Pinksterfeest.
Folly Hemrica is theoloog en redactielid van Open Deur. Zij werkte o.a. als justitiepredikant en straatpastor.
[In Handelingen 2 lezen we over het Pinksterfeest.]