Menu

None

Zeldzaam goede samenwerking

Twee kinderen die achter de laptop zitten en juichen
Beeld: StartupStockPhotos

In de praktijk grijpen kerken geregeld naar samenwerking vanwege een algeheel gebrek aan mensen, ideeën dan wel geld. Of geloof. Samenwerking kan kerken helpen om te overleven. Maar werkt dat ook zo? Pieter van Winden noemt enkele misverstanden en een aantal positieve kenmerken.

In de praktijk is samenwerking ingewikkeld. Het valt soms tegen. En ik vraag me ook af: is overleven per se beter dan stoppen?

Hieronder enkele kenmerken van zeldzaam goede samenwerking in de praktijk. Zeldzaam, want als samenwerking goed gaat, dan kan het vaak ook zeldzaam goed gaan. Maar ook zeldzaam, omdat het zo vaak tegenvalt.

Er zijn drie misverstanden waar veel samenwerking op stukloopt. En er zijn vier kenmerken die helpen om samenwerking te doen slagen. Als je de drie misverstanden vermijdt en de vier kenmerken in de gaten houdt, wie weet kom je dan tot die zeldzaam goede samenwerking.

Geen fusie

Het eerste misverstand is dat samenwerking hetzelfde zou zijn als fusie. Dit misverstand is hardnekkig. Een voorbeeld. Twee gemeenten starten onderhandelingen over hun samenwerking. Ze praten over het samen optrekken met hun jeugdwerk. In beide kerken is een enkel gezin met tieners betrokken. Dus misschien is het beter om samen het tienerwerk te doen. Zo gezegd, zo gedaan.

Iedere deelnemende kerk is vrij om mee te doen, of om eruit te stappen

Daarna blijkt echter dat kerk A financieel op omvallen staat. Daarom wil kerk A ook samen een predikant delen en één kerkenraad vormen en één financieel beheer. Op dat moment deinst kerk B terug: dit is toch niet wat we willen? Kerk A is teleurgesteld over hun reactie: de samenwerking ging immers zo lekker en christenen moeten toch solidair zijn?

Kortom, hier is het misverstand. Er is een principieel verschil tussen samenwerking en fusie. Bij samenwerking bewaren de deelnemers altijd hun zelfstandigheid. Bij een fusie of samengaan van kerken geeft ieder de zelfstandigheid op. Samenwerking is daarom geen opstapje in de richting van fusie of samengaan.

Mocht je vanuit een samenwerking over een fusie willen gaan nadenken, dan moet je dat met elkaar eens zijn en heel bewust oppakken als een eigen proces. Dit artikel gaat op dát proces verder niet in.

Niet automatisch goed

Terug naar de samenwerking: een tweede misverstand is de gedachte dat samenwerking op zich goed is. Dat is het namelijk niet. Samenwerking kost namelijk energie. Het wordt pas goed als je er iets goeds mee bereikt vanuit een samen delen van het goede, het goede van God, de inspiratie, het besef van roeping. Wat is dat dan?

Een voorbeeld: kerk X en kerk Y besluiten te gaan samenwerken. De achtergrond is dat hun woonplaatsen door nieuwbouw aan elkaar zijn gegroeid. Ze willen samen contact leggen met de mensen in de nieuwbouw. De beide predikanten van X en Y kunnen het goed met elkaar vinden. Ze beleggen avonden van gebed en ontmoeting in een theaterzaaltje in die nieuwbouwwijk.

Dat slaat aan. Die nieuwe inwoners vinden het leuk dat de kerken samenwerken: dat zie je helaas ook weleens anders, toch? Dit missionaire doel helpt de kerken X en Y om hun samenwerking vol te houden en te financieren. Want het levert hun positieve beeldvorming op en ze zien hoe nieuwe mensen opbloeien qua geloof.

Is dit een goed voorbeeld? Je moet niet gek opkijken als zo’n samenwerking na een paar jaar stopt. Dat is goed. Zeldzaam goed misschien zelfs. Want samenwerking werkt alleen zolang je er beide vanuit je geloofsrelatie en motivatie wat mee opschiet. Waar doe je het anders voor?

Geen balans

Een laatste misverstand is dat je gaat leunen op een ander. Maar dat is geen samenwerking. In samenwerking hebben alle deelnemers iets wezenlijks in te brengen.

Onbewust weegt iedere deelnemer in de samenwerking namelijk continu of ieder bijdraagt naar vermogen. Daar wil je allemaal een balans in voelen. Zodra een van de deelnemende kerken niet meer in staat is om voldoende bij te dragen, krijg je een hulp-relatie. Dat is misschien ook mooi. Maar dat is geen samenwerking. Dit waren de misverstanden.

Een A-B-C-D van samenwerken

Nu de vier positieve kenmerken van zeldzaam goede samenwerking tussen kerken. Ze zijn samen te vatten met de eerste vier letters van het alfabet. De A staat voor autonomie: in samenwerking is iedere deelnemende kerk vrij om mee te doen, of om eruit te stappen. In een goede samenwerking raak je daarvan niet in paniek.

Je kunt samenwerking nooit vastzetten

Daar hoort de B bij van de brede kijk: je kunt samenwerking nooit vastzetten in één dingetje wat je samen doet. Je kunt starten met samen jeugdwerk doen maar daar kan een gezamenlijk muziekaanbod op volgen en een serie over mystieke omgang met Christus. Goede samenwerking impliceert een relatie met elkaar, waarin je met elkaar meebeweegt. Het kan dat je dingen stopzet en nieuwe start. Want je hebt immers dat doel waar je het voor doet?

Dat is namelijk de C van de centrale ambitie (critical ambition noemt de literatuur dit): met je samenwerking beoog je samen verder te komen dan ieder voor zich. Die missionaire aanpak van de kerken X en Y is daar een voorbeeld van. Dat doel is – wat het ook is – altijd verbonden met gedeeld geloof. Soms moeten de kerken in een samenwerkingsverband opnieuw uit gedeeld geloof putten, om hun samenwerking weer leven in te blazen.

Dat hangt samen met de vierde voorwaarde, de D van ‘design leiderschap’: de mensen die de samenwerking bestuurlijk ondersteunen (waarschijnlijk je kerkenraden), ontwerpen beweging. Voor veel kerkenraden is dit lastig. Van nature zijn kerkenraden vaak gericht op toekomst-bestendigheid. Zeldzaam goede samenwerking vraagt om toekomstgerichtheid. Dat kan eng zijn. Maar het kan ook geloofsvertrouwen opleveren, nieuwe inzichten. En zeldzaam goede samenwerking.

Meer letters…

ABCD dus. Dat is de basis. Er is meer. Een greep: de T van tijd bijvoorbeeld. Samenwerken kost tijd. Heb je dat? En hoe staat het met de E van energie? En hebben de degenen die samen optrekken, de V van vertrouwen in elkaar?

Samenwerking bestaat uit vele letters. Het past niet in een schema. Je gaat samen het avontuur aan. De woestijn is de plek waar je je identiteit vindt. De crisis is de plek waar blijkt waartoe je leeft. Dat is de plek waar je dus bewust samen bent en samen gaat werken.

Pieter van Winden is interim-predikant.


Samenwerking
Woord & Dienst 2024, nr. 11

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken