Zo blij
Bij Lucas 1,39-45 / Bij Lucas 1:39-45
Er waren eens twee vrouwen. Allebei waren ze zwanger van een jongetje. De een, Elisabet, was oud. De ander, Maria, was jong.
Op een dag kwam Maria op bezoek bij Elisabet. En weet je wat er gebeurde? Het jongetje in de buik van de oude vrouw ging heel erg bewegen. Het leek wel of het danste, zo blij was het! En Elisabet was net zo blij!
Ken je dat? Dat je kriebels in je buik krijgt, als je iemand tegenkomt die je heel aardig vindt? Dat je wel wilt huppelen omdat je zo blij bent, of niet meer kan stoppen met praten?
Zo blij was het kindje van Elisabet ook. Weet je hoe dat kwam?
Het kindje in de buik van Maria was Jezus. Het andere kindje zou Johannes gaan heten.
De kleine Johannes was, toen hij nog in de buik van zijn moeder zal, al blij dat hij Jezus ontmoette. Hij kon hem natuurlijk niet zien, en ook niet horen. Maar hij kon hem wel voelen. Dwars door de dikke buiken van hun moeders heen, ontmoetten de jongetjes elkaar.
Zo is het nu ook met Jezus. Je kunt hem niet zien, en ook niet horen. Maar je kunt hem wel voelen, dwars door je kleren heen. Dan word je blij en warm van binnen. Je hoeft er dus niet bang voor te zijn.
Je voelt het vooral als er lieve mensen om je heen zijn, oude en jonge, allerlei mensen die veel om elkaar geven. Let maar eens op!
Gebed
Jezus, U was al bij ons
voor we werden geboren,
en U bent er nog steeds en voor altijd.
Als we dat per ongeluk vergeten,
of eng vinden,
of even niet meer geloven,
wilt U ons dan kriebels geven,
blijde kriebels in onze buik,
en een huppeltje in ons hart?
Gewoon, omdat U het bent!
Amen.