Menu

Basis

Zomaar te gaan op de vierkante meter

Op het moment dat ik dit schrijf, verkeren we in een gedeeltelijke lockdown vanwege Covid-19 en is er de kans op een totale lockdown. Lockdown. Een woord dat ik tot aan dit jaar nooit in mijn mond nam. Vreemd hoe snel de tijd verandert. Geen idee hoe de wereld er uitziet als deze column verschijnt.

We leven op de vierkante meter. Soms voelt dat als een cel. Het herinnert aan al die keren dat we niet welkom waren om te zijn wie we zijn; dat we ons opsloten in onze innerlijke cel, om maar niet geraakt te worden, afgewezen, uitgesloten. Juist nu ben ik blij en dankbaar dat er een plek als de kerk is. Een plek waar we blijven zoeken naar verbinding, ook in de eenzaamheid, naar zin, ook in het gemis, naar toekomst, ook in de lockdown; een plek waar we kunnen tasten naar wie of wat groter is dan wij. Juist nu, in deze ongrijpbare tijd, heb ik dat nodig als tegenwicht tegen de onrust, bezorgdheid en angst.

Ik voel me verbonden met mensen die ik niet ken, die ooit – in de perikelen van hun tijd – begonnen met vieren, zingen, breken en delen. De gemeenschap waar ik nu deel van uit maak, begon in 1972. Toen was ik tien. Ik las de kinderbijbel van Anne de Vries. Nederland zou de finale van het wereldkampioenschap voetbal nog gaan verliezen.

In 1972 leerde ik een liedje van Hanna Lam: ‘Zomaar te gaan, met een stok in je hand. Zonder te weten…’ In die zin is niet zoveel veranderd. Laten we gaan. Al is het op onze vierkante meter.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken