17.4. Ons gebed en Zijn leiding van ons leven
Zie ook
Heidelbergse Catechismus
Zondag 49
Vraag 124: Wat is de derde bede?
Antwoord: Uw wil geschiede op de aarde zoals in de hemel. Dat wil zeggen: geef dat wij en alle mensen onze eigen wil prijsgeven en Uw wil, die alleen goed is, zonder enig tegenspreken gehoorzamen; opdat aldus ieder zijn opdracht en roeping even gewillig en getrouw mag vervullen als de engelen in de hemel.
Relatie van het thema tot het hoofdthema
De derde bede uit het Onze Vader brengt ons bij het hart van het hoofdthema: biddend onderweg zijn. Bidden is immers een uiting van vertrouwen op God. Die God Die ons Zelf ertoe oproept om Hem te laten delen in alles wat wij onderweg bedenken en doen, en die ons belooft de weg door het leven te banen (Spr. 3:5-6). Daarom zoeken we in het gebed naar de wil van God voor onderweg. Die wil heeft Hij ons bekendgemaakt in de Bijbel. Door het lezen van dit Woord van God ontdekken we wat Zijn wil is met deze wereld en met ons persoonlijk. En wanneer we gehoorzaam de weg van het geloof gaan, zullen we ook in concrete levenssituaties weten wat ons te doen staat.
De leefwereld van de hoorder
Woorden als ‘Uw wil geschiede’ roepen in eerste instantie vervreemding op. Het botst met het autonomiedenken van deze tijd, waarmee ook christenen besmet zijn. Velen zijn ook kopschuw geworden van een mogelijke wil van God. Want wat is precies Gods wil en hoe kunnen wij die kennen? Is in het verleden vaak niet veel te snel gezegd: ‘God wil het’? Bijvoorbeeld in de kruistochten of in de Tweede Wereldoorlog van Hitler-Duitsland. Of nog recenter in de Golfoorlog in 1991 en na 11 september 2001. Wat een arrogantie om zo onze eigen wil voor de wil van God te houden. Hoeveel schade is en wordt hierdoor niet aangericht.
Daarbij komt dat Gods wil ook nogal eens betrokken wordt op dingen die ons overkomen en die wij niet begrijpen. Bij hoogtepunten als de geboorte van een kind of bij dieptepunten als iemand ernstig ziek wordt of overlijdt. Dan wordt weleens − al te gemakkelijk − gezegd: het zal Gods wil wel zijn dat dit gebeurt. Alsof de wil van God een noodlot is, dat helemaal buiten ons om gaat. Alsof we zo onszelf kunnen verontschuldigen en alle verantwoordelijkheid voor menselijk lijden van ons af kunnen schuiven. Dergelijk denken en spreken heeft gevolgen. Mensen vragen zich af of Gods wil eigenlijk wel goed is en of Hij wel echt het goede met hen voorheeft.
Er zullen dus bij dit thema eerst een aantal misverstanden moeten worden opgeruimd zoals het bovenstaande (dus het misverstand dat het hier gaat over Gods voorzienigheid in plaats van onze gehoorzaamheid), voordat positief, helpend op deze derde bede met betrekking tot Gods wil en leiding kan worden ingegaan. Het gaat in deze bede niet om de vraag of wij het eens kunnen worden met wat God doet in ons leven (die vraag hangt samen met Zondag 10 van de HC), maar of Hij het eens kan zijn met wat wij doen.
Met het oog op de tieners
Juist de tieners van de gemeente zullen op hun niveau moeten worden betrokken bij het thema. Zij zijn vaak veel meer dan de ouderen in de gemeente bezig met de vraag hoe God hun leven leidt op het gebied van bijvoorbeeld werk en partnerkeuze – ook omdat deze zaken niet meer vanzelfsprekend zijn en ze veel keuzemogelijkheden hebben.
Voor andere tieners kan het spreken over de wil van God ver van hen af staan. Zij zijn vooral bezig met hun eigen wil te ontdekken. Wie ben ik eigenlijk, wat wil ik eigenlijk? Welke keuzes maak ik? Vaders wil is niet meer wet. En dat is ook goed, het hoort bij het volwassen worden. Sommige jongeren denken dat in Gods wil alles voorgeprogrammeerd is, zodat het geen zin heeft om te bidden. De aanvoegende wijs (van deze bede) is overigens voor de meeste tieners onbekend. Ze zullen het veelal opvatten als: ‘Uw wil geschiedt’, alsof de situatie in de wereld, de status quo, zonder meer gelijkstaat aan wat God wil. Wel zijn ze bij het zoeken naar hun eigen weg ook op zoek naar oriëntatiepunten. Juist helderheid over Gods wil kan hun houvast geven en een leidraad zijn te midden van alles wat op hen afkomt. Meer daarover bij ‘Relevantie van het thema’. Veel jongeren hebben overigens het idee dat geloof meer met gevoel of verstand te maken heeft dan met hun wil.
Met het oog op de kinderen
Kinderen kunnen op een natuurlijke manier bezig zijn met de wil van God. Zij stellen bijvoorbeeld vragen als: ‘Wat vindt de Heere God ervan dat oom Johan niet meer naar de kerk gaat?’ of: ‘Zou God ook willen dat ik dit aan mijn vriendje vertel?’ Het is belangrijk in de preek positief aan te sluiten bij deze ervaringen en daarop een helder antwoord te geven.
Uitleg
We moeten de derde bede van het Onze Vader lezen in nauw verband met de tweede bede: ‘Uw Koninkrijk kome’. Calvijn vat deze bede op als een uitleg van de vorige bede: ‘dat namelijk God dan Koning in de wereld zal zijn, wanneer allen zich aan Zijn wil zullen onderwerpen’ (Institutie, III.20.43). Ook Evans wijst hier op bij zijn uitleg van de tweede bede (Het Onzevader, p. 56 vv.). Daarom zegt antwoord 124 ook dat wij en alle mensen moeten leren om onze eigen wil prijs te geven. Leven naar Gods wil is allereerst iets persoonlijks. Tegelijk is het ook waar dat wie God als Vader leert kennen, een verlangen krijgt dat andere mensen Hem als Vader erkennen.
Het is daarom opmerkelijk dat deze bede in de weergave van het Onze Vader door de evangelist Lukas ontbreekt. Deze afwezigheid en de grote overeenkomst ervan met de eigen bede van de Heere Jezus zoals we die bij Mattheüs vinden (Mat. 26:42) heeft tot de veronderstelling geleid dat dit een latere toevoeging is. Toch is deze derde bede passend, omdat hierdoor de bede om het Koninkrijk wordt ondersteund en er tegelijk ook een persoonlijke dimensie aan wordt toegevoegd.
Nu is vanouds bij de behandeling van deze derde bede in verschillende catechismusverklaringen (zoals bijvoorbeeld in Kennen en vertrouwen) nagedacht over de vraag wat we hier onder de wil van God moeten verstaan. In de dogmatiek heeft men namelijk onderscheid gemaakt tussen de wil van Gods besluit of Zijn verborgen wil, en de wil van Gods bevel of Zijn geopenbaarde wil. Gods geopenbaarde wil vinden wij in Zijn Woord met daarin Zijn geboden. Gods verborgen wil ziet op Zijn heilsplan met deze wereld.
Het maken van dit onderscheid tussen Gods verborgen en geopenbaarde wil bij de behandeling van de derde bede, is echter vergezocht. Dit onderscheid heeft veel meer te maken met de belijdenis van Gods voorzienigheid en verkiezing van eeuwigheid (zie hoofdstuk 7). Deze schets gaat daar niet over, omdat de derde bede daar niet over gaat. En ook de catechismus zelf zwijgt hierover.
Vervolgens wordt er gesproken over het gehoorzamen van Gods wil ‘zonder enig tegenspreken’. Dat valt inderdaad niet mee, want we hebben onze eigen wil. Maar die moeten wij leren prijsgeven, verloochenen. En de Heilige Geest leert ons Gods wil te doen, de wil die alleen goed is. Het komt aan op gehoorzaamheid. Zo komt in gebedsvorm met deze derde bede de slotzin van antwoord 1 terug: de Heilige Geest ‘maakt mij van harte gewillig en bereid om voortaan Hem toegewijd te leven’.
Ten slotte verwijst de catechismus, naar aanleiding van de woorden ‘gelijk in de hemel alzo ook op de aarde’, naar de engelen in de hemel. Hoewel de Heere Jezus het Zelf niet over engelen heeft in deze bede, verwijst de catechismus er dus wel naar. De engelen in de hemel worden als voorbeeld gesteld voor het doen van Gods wil. De hemel is vol van Gods wil, daar is alles zoals Hij het bedoeld heeft. Alles is daar tot eer van God. De wil van de engelen is volledig in overeenstemming met de wil van God. Zij doen nooit hun eigen wil en gaan nooit hun eigen gang.
En nu wordt in dit gebed gevraagd dat het zo ook op aarde zal worden. Dat alles wat wij zeggen, denken, doen en willen een lofprijzing zal zijn op Gods naam. Dat spreekt niet vanzelf. Dat vraagt om bekering. En daarom bidden we hartstochtelijk: ‘Uw wil geschiede.’
Door ons ‘gelijk… alzo…’ te leren bidden, spoort de Heere Jezus ons aan om hier en nu de wil van de Vader te doen. De catechismus richt zich daarom in antwoord 124 heel praktisch op het dagelijks leven van de christen. De gehoorzaamheid aan de wil van God wordt vooral zichtbaar in het ‘gewone’ leven van elke dag. Vandaar dat hij spreekt over ‘het vervullen van onze taak en roeping’. In dit antwoord keert de Reformatie zich tegen de opvatting dat God het beste gediend kan worden in een leven dat zich van de wereld afwendt, zoals het geestelijke leven in de Middeleeuwen en door de latere dopersen gezien werd. De mens heeft Gods wil te doen daar waar hij zijn plaats gekregen heeft. Vanuit de kerk komen wij zo midden in de samenleving terecht, met de roeping om daarin gewillig en getrouw ons werk te doen.
Relevantie van het thema
De catechismus is relevant omdat hij uitlegt hoe wezenlijk het is dat een christen in het gebed zoekt naar de wil van God voor onderweg. We zeiden al eerder dat het Onze Vader het model voor onze zelfgeformuleerde gebeden geeft, om zo onevenwichtigheid in ons bidden te voorkomen. Immers, de bede ‘Uw wil geschiede’ vinden wij moeilijk om te bidden. Dat kan met wantrouwen te maken hebben: ‘Heeft God wel echt het goede met mij voor?’ We durven niet te vertrouwen op God die wil dat wij allen tot bekering komen (2 Petr. 3:9). Het antwoord dat de catechismus geeft, gaat uit van de overtuiging dat Gods wil goed is. Hoe kun je van harte bidden dat Gods wil geschiedt, als je niet gelooft dat Gods wil goed is? Gods wil is goed omdat God Zelf goed is. Hij is onze Vader.
Ook onze eigenwijsheid zorgt ervoor dat deze derde bede voor ons een moeilijk gebed is. Om ons heen horen we elke dag: ‘Doe wat je wilt!’ Zelf beslissen is in onze tijd zo ongeveer het belangrijkste wat er is. Alsof onze eigen keuzes, onze eigen wil automatisch leiden tot geluk! De Bijbel leert ons: wie Gods geboden volgt, en niet de zondige opwellingen van zijn eigen hart, die komt goed uit. Daarvoor moeten we gehoorzaamheid leren: onze eigen wil zo gebruiken dat we hem in dienst van God stellen.
Vervolgens helpt de catechismus ons ook om een juist zicht te krijgen op de wil van God. Wat is die wil wel en wat is die wil niet? Misverstanden te over. Denk alleen maar aan wereldleiders die zich op Gods wil beroepen. In het verleden en heden kom je voorbeelden tegen van oorlogen waarbij beide partijen ervan overtuigd zijn Gods wil te doen.
Daar komt nog bij dat wij ‘Uw wil geschiede’ vaak lezen in de zin van: ‘Als God wil dat ik ziek word, geen partner vind, geen kinderen kan krijgen, dan moet ik mij daar maar bij neerleggen.’ ‘Gods wil’ leggen wij dan uit als ‘de levensweg die wij nu eenmaal moeten gaan’ (inclusief teleurstellingen). Dat wordt echter niet bedoeld met ‘Gods wil’. Gods wil waarmee wij moeten rekenen, zo laat de catechismus zien, zijn allereerst Zijn geboden en beloften. Die vertellen ons Zijn wil en die vinden we in de Bijbel. Wat een zegen dat er een God is die het goede wil met deze wereld. En die ons leven tot Zijn doel wil brengen.
Met het oog op de tieners
De uitleg van de catechismus kan tieners verrassen, omdat zij ontdekken hoe bevrijdend het gebed ‘Uw wil geschiede’ is. Bevrijdend allereerst met betrekking tot het punt ‘Gods wil en onze wil’. Het betekent namelijk niet dat zij hun eigen wil moeten ‘uitschakelen’ en laten vervangen door Gods wil. God wil niet dat wij robots worden. Hij heeft ons geschapen met onze eigen wil. Het gaat er alleen om dat we onze wil goed gebruiken, dat wil zeggen dat we hem in dienst van God stellen. Onze wil is een goede wil als hij gedreven wordt door de liefde tot God en de medemens. Daarom moeten we onze wil laten (her)vormen door God Zelf, zodat die gericht wordt op God en op onze medemens.
Bevrijdend ook met betrekking tot het leren kennen van Gods wil voor ons leven, omdat het niet gaat om het ‘ontdekken’ van Gods wil in allerlei concrete situaties van het leven, met het (verkeerde!) besef: ‘Als het me niet lukt om Zijn wil’ (die dan als een soort hemelse ‘blauwdruk’ gezien wordt) ‘te ontdekken, kan ik me zomaar van Hem vervreemden en ga ik Zijn zegen missen. Bijgevolg moet ik nu als een tweederangs christen door het leven gaan.’
En ten slotte ook bevrijdend dat God onze wil bevrijdt tot een aan Hem toegewijde wil om het goede te doen.
Met het oog op de kinderen
De uitleg van de catechismus ondersteunt het door kinderen ervaren besef dat de wil van God te maken heeft met ons gewone leven van elke dag. Het is van belang om in de preek voorbeelden te geven van situaties uit hun eigen leven, waarin het belangrijk is om keuzes te maken die passen bij de wil van God. Het doel daarvan is dat ze nog meer onder de indruk komen van wie God als Vader voor Zijn kinderen is: Hij heeft het beste met ons voor.
Relevante bijbelgedeelten
Als Schriftlezing is Mattheüs 26:36-46 aan te raden, omdat de Heere Jezus het beste voorbeeld is van iemand die naar Gods wil wilde leven, zelfs al kostte Hem dat strijd en uiteindelijk ook Zijn leven. In Hem zien we hoe waar het is wat Hij Zelf zegt (Joh. 4:34): ‘Mijn voedsel is dat Ik de wil doe van Hem Die Mij gezonden heeft en Zijn werk volbreng.’ Bovendien is dit gedeelte geschikt om meteen vanaf het begin van de preek de kinderen ‘mee te nemen’.
Als lezing uit het Oude Testament is te denken aan Psalm 119 (bijv. vs. 89-112). De dichter beschrijft hoe heerlijk het is om Gods wil te doen. Ook Psalm 25 is passend, omdat de dichter hier bidt om kennis van Gods wil in een concrete levenssituatie: ‘heere, maak mij Uw wegen bekend, leer mij Uw paden.’
Aanwijzingen voor de leerdienst
Doelstelling
Na deze dienst heeft de gemeente geleerd om op een positieve manier te kijken naar de wil van God: als een wil die gericht is op ons behoud en die bedoeld is om door ons gedaan te worden in een leven van gehoorzaamheid aan Gods geboden. Een tweede doel is dat de gemeente concreet geholpen wordt in het ontdekken van Gods wil en leiding bij concrete keuzes en beslissingen.
Homiletische aanwijzingen
In de inleiding van de preek kan worden ingegaan op concrete vragen die leven bij deze derde bede. Zoals: Hoe kunnen wij Gods wil in ons leven kennen? En hoe zit het met mensen die zich op Gods wil beroepen en daarmee God voor hun karretje spannen? En wat is er mis met mijn eigen wil? Laat zien wat in de derde bede wel en niet met Gods wil is bedoeld.
Vervolgens kan aan de hand van het eerste gedeelte van antwoord 124 (‘geef dat wij en alle mensen onze eigen wil prijsgeven en Uw wil, die alleen goed is, zonder enig tegenspreken gehoorzamen’) worden ingegaan op de vraag: ‘Wat wil God?’ Gods wil wordt hier als bekend verondersteld en geduid als ‘goed’. Illustreer dit aan de hand van verschillende bijbelgedeelten zoals Mattheüs 18:14, 1 Timotheüs 2:4, 2 Petrus 3:9.
Direct na de vraag ‘Wat wil God?’ volgt de vraag: ‘Wat wil God van ons?’ ‘Uw wil geschiede’ betekent namelijk allereerst: ‘Uw wet geschiede in ons leven.’ Immers, wat God van ons wil, ontdekken we in wet en Evangelie. Het gaat hier om een houding van gehoorzaamheid aan Gods geopenbaarde wil in de Bijbel. Het is levensecht dat de catechismus daarbij zegt dat we onze eigen wil moeten prijsgeven, op de tweede plaats stellen. Teken de strijd om Gods wil te doen aan de hand van concrete voorbeelden van zelfverloochening. Schets vervolgens positief hoe de gehoorzaamheid aan de wil van God zichtbaar wordt in het ‘gewone’ leven van elke dag. Doe dat aan de hand van wat in de catechismus staat over het vervullen van onze opdracht en roeping, even gewillig en getrouw als de engelen in de hemel.
Nu komt er ook ruimte voor de vraag: ‘Wat wil God met ons?’ Want hoe zit het nu met Gods wil in persoonlijke levensvragen waarop wij niet direct in de Bijbel een antwoord vinden? Zoals: Welke studierichting of beroep zal ik kiezen? Waar zal ik gaan wonen? Waar kan ik Hem het beste dienen in Zijn Koninkrijk? De Heere geeft ons geen briefje uit de hemel. Wel kan Hij ons langs verschillende wegen Zijn leiding en wil duidelijk maken. Ds. L.M. Vreugdenhil noemt zes wegen die kunnen helpen (Vriendschap met God, p. 76-87):
-
We zoeken Gods leiding door Zijn Woord;
-
we zoeken Gods leiding door goed na te denken;
-
we zoeken Gods leiding door het advies van anderen;
-
we zoeken Gods leiding door de omstandigheden;
-
we zoeken Gods leiding door Zijn vrede in ons hart;
-
we zoeken Gods leiding door te wachten op God.
Last but not least: wijs op Christus, wiens hele leven in het teken stond van het doen van Gods wil. Gods wil te doen was voor Hem alles. Het was Zijn dagelijks voedsel. Hij leefde er dus van! Hij bad ons de bede ‘Uw wil geschiede op de aarde zoals in de hemel’ niet alleen voor, opdat wij het zouden nabidden; maar Hij bad het ook voor ons, omdat wij het zo moeilijk nazeggen. In Hem ligt de vervulling van dit gebed en ook de aansporing tot dit gebed: ‘Heere, leer mij Uw wil kennen en doen.’
Met het oog op de tieners
Tieners kunnen met hun vragen bij deze derde bede wellicht worden aangesproken door het volgende fragment: ‘Weet wat je wilt! Hoe vaak hoor je dat niet? Je moet weten wat je wilt, want anders wordt er over je heen gelopen. Als jij niet weet wat je wilt, zullen je vrienden bepalen wat je gaat doen. Als jij niet weet wat je wilt, wie stippelt dan je toekomst uit? Maar tegelijk is het soms knap lastig om te weten wat je wilt. Welke opleiding moet je kiezen, welke vrienden moet je kiezen? Hoe wil je eruitzien? De Heere Jezus geeft ons houvast, want Hij leert ons bidden: Uw wil geschiede.’ Maak tieners vooral ook duidelijk dat het zoeken naar Gods wil in je leven niet het oplossen van een puzzel is, waarvan God al weet hoe de stukjes liggen. Met als gevolg de angst dat als je niet goed genoeg ‘gepuzzeld’ hebt, je Gods goedkeuring misloopt.
Het lied ‘Heer, wijs mij Uw weg’ van Sela kan tieners helpen om in afhankelijkheid van God hun weg te gaan (zie www.sela.nl).
Met het oog op de kinderen
Het is belangrijk om speciaal voor de kinderen bepaalde onderdelen in de preek op een eenvoudige manier onder woorden te brengen. Denk aan wat hierboven bij de ‘Homiletische aanwijzingen’ gezegd is over ‘Wat wil God van ons?’ en ‘Wat wil God met ons?’. Geef voorbeelden van situaties uit hun eigen leven waarin het belangrijk is te vragen wat God wil en wat Hij daarover zegt in de Bijbel.
Pastorale aanwijzingen
Vrijwel iedereen herkent het voor ons vervreemdende karakter dat deze derde bede kan oproepen. De prediker kan hier een voorbeeld noemen uit zijn eigen leven. Tegelijk dient het positieve van het kennen en doen van Gods wil de volle aandacht te krijgen. Wel moet voorkomen worden dat de hoorder een te mooi beeld krijgt van het kennen en doen van de wil van God hier op aarde. Het blijft in deze aardse bedeling weerbarstig en gebroken, zolang de hemel nog niet op aarde is gekomen. Zie ook schets 17.3.
Met het oog op de tieners
Bemoedig tieners dat het ‘loont’ om Gods wil te doen en naar Zijn wil te vragen. Hij wijst ons niet af als we falen in het doen of zoeken van Zijn wil. Mogelijk zijn er tieners van wie de wil totaal uitgeschakeld is geraakt door misbruik van deze bede. ‘God wil dat jij naar mij luistert als ik dit met jou doe…’ ‘Uw wil geschiede’ krijgt dan een nare bijklank.
Soms kan het zoeken naar Gods wil verward worden met eigen keuzestress. Door de onzekerheid die het (niet) kunnen kiezen uit veel mogelijkheden oplevert, kan op een ongezonde manier naar Gods wil gezocht worden, meer gegrond op faalangst dan op geloofsvertrouwen.
Met het oog op de kinderen
Stimuleer kinderen in het vragen naar de wil van God in allerlei concrete levenssituaties. Maak tegelijk duidelijk dat geloven geen glijbaan is, juist ook als het gaat om het doen van en het zoeken naar de wil van God.
Liturgische aanwijzingen
-
Psalm 25, 33, 86, 103, 119 en het Gebed des Heeren.
-
Liedboek voor de Kerken Gezang 222, 228 en 304.
-
Als kinderlied: Op Toonhoogte 94, 229, 448.
Helpende vormen
Maak een hand-out met daarop de belangrijkste punten van de preek en het genoemde lied van Sela. Gemeenteleden hebben dan ook iets in handen om in de week over door te denken (biddend te verwerken).
Met het oog op de tieners
Laat tieners dingen opschrijven over Gods leiding in hun leven zoals ze die ervaren hebben.
Met het oog op de kinderen
Aan (oudere) kinderen kan hetzelfde worden gevraagd. Verrassend hoe zij soms (of misschien wel vaak) Gods hulp ervaren bij de beslissingen die zij moeten nemen.
Literatuur
-
C.F. Evans, Het Onzevader. Baarn, 1998.
-
W. Markus, Multiple Choice? Over Gods leiding en jouw leven. Zoetermeer, 2014.
-
L.M. Vreugdenhil, Vriendschap met God. Zo kun je groeien in geloof en toewijding. Zoetermeer, 1998.