38 jaar
Ze zat in de hal van het ziekenhuis. Eindelijk had de grote riskante operatie plaatsgevonden en het was goed gegaan. Na de eerste revalidatie mocht ze nu naar huis.
In haar vroege jeugd was bij haar die chronische kwaal ontdekt. Nooit kon ze vrijuit meespelen. Altijd was ze meteen moe of het ging haar te snel en dan was iedereen al uit beeld voordat zij met haar fiets met zijwielen ook gearriveerd was. Haar jeugd en studietijd stonden in het teken van ziekenhuisopnames en veel ziek thuis zijn. Na het overlijden van haar ouders was ze ook veel alleen geweest. Een betaalde baan werd nooit een vast contract. Eindelijk hadden de artsen het aangedurfd haar te opereren, op haar 38e.
Wachten
Nu wachtte ze op de taxi naar huis. De verpleegkundige had haar tot dicht bij de deur van het ziekenhuis gebracht. Al wachtend mijmerde ze een beetje. De taxi zou zo komen om haar op te halen en de buurvrouw had beloofd haar thuis op te wachten. Zou vanaf nu alles anders worden? Maar hoe doe je dat, na zoveel jaren? Hoe bouw je weer een vriendenkring op? Zou ze met haar ziektegeschiedenis werk vinden bij een baas die het met haar aandurft?
Opnieuw beginnen
Ze was opgegroeid met de Bijbel. Het verhaal van die man uit Betsata had bij haar al een paar keer door het hoofd gespeeld. Was hij ook niet 38 jaar ziek? Ze had het opgezocht. Het klopte: hij was 38 jaar ziek. Ze was toen ook tegengekomen dat het getal 38 in de Bijbel nog een keer voorkomt.
Ooit stond het volk Israël vlak voor het beloofde land, maar het was daar niet binnengetrokken, omdat ze bang waren; er woonden immers reuzen. Na 38 jaar mocht een nieuwe generatie opnieuw optrekken, had ze gelezen.
Ja, zo voelde het voor haar ook wel: na 38 jaar opnieuw beginnen. Waar zou zij staan als ze 40 was? Een mooie stip aan de horizon, dacht ze. Als ik 40 ben, wil ik zelf kunnen autorijden. Dan schrijf ik mij in op een dating site. Dan ga ik met een reis mee.
Ze schrok van haar eigen gedachten. Kan ik dat wel? Durf ik dat? Ze voelde dat er allerlei tegenvallers konden komen. Natuurlijk gaat zoiets niet zomaar in één keer goed, zonder slag of stoot. Wil ik nog meer teleurstellingen? Zei Jezus dat ook niet tegen die man? Wil je gezond worden? Die man zag er misschien ook tegenop. Hij wist niet hoe het moest, hij had niemand, alles werkte tegen. Maar toch kon hij met zijn matras onder zijn arm het badhuis verlaten.
Ja ik wil
Ze pakte haar tas op met daarin haar hoofdkussen. Ze had het meegenomen van thuis om beter te kunnen slapen. Ze gniffelde: dat is toch ook bijna een matras? De taxi stopte en ze liep door de grote draaideur het ziekenhuis uit.
‘Ja ik wil’, zei ze toen ze in de draaideur stapte. Ze lachte toen in het andere vak van de deur een paar mensen omkeken. Buiten voelde ze de frisse lucht en de zon op haar huid. Ze stapte haar nieuwe leven in. Ze wist het zeker: ja, ze wilde. En nee, voor reuzen was ze niet bang.
Jacqueline Dam-Oskam is ambulant predikant bij de Protestantse Kerk, gedetacheerd in Bennekom.