Ander einde in de laatste zaal
Marnix van der Sijs bezocht deze zomer de tentoonstelling ‘Van Gogh in Auvers. Zijn laatste maanden’ in het Van Gogh Museum te Amsterdam. Hij was onder de indruk van het werk van deze kunstenaar die schilderde tot het bittere eind. En van iets anders.
Het bijzondere van de tentoonstelling was dat het Van Gogh Museum werken uit heel de wereld bijeen had gebracht, ook uit particulier bezit. Dus was er veel te zien dat niet eerder in het echt bekeken kon worden. Ik was zeer onder de indruk en raakte ontroerd, niet alleen door de schilderijen, minstens zozeer door een ritueel dat mij volkomen verraste.
Nergens in die velden zijn mensen te zien
In de laatste twee weken van zijn leven schilderde Van Gogh vooral de velden rondom Auvers. Hij maakte landschappen op een voor hem nieuw formaat, van vijftig centimeter bij een meter. Van Gogh schrijft over de laatste drie van een serie van twaalf: ‘Het zijn immense uitgestrekte korenvelden onder woeste luchten en ik heb nadrukkelijk geprobeerd er triestheid, extreme eenzaamheid in uit te drukken.’ Nergens in die velden zijn mensen te zien. In die periode ging Van Gogh mentaal achteruit. Hij leed aan ‘melancholie’.
Vitaal en neerslachtig
‘Korenveld met kraaien’ is een van die schilderijen op het formaat van twee keer een vierkant. Je ziet een dreigende lucht met kraaien. Ik ‘hoor’ ze krassen in de stilte voor de storm. Het is een dramatisch tafereel, zeker met de kennis van nu over het nabije levenseinde van de kunstenaar. Van Goghs emotie bij het schilderen was zo sterk dat het penseel bijna uit zijn hand viel, zo schijft hij in een brief.
Zijn laatste zelfportret raakt me. Hij nam het uit Saint-Rémy mee naar Auvers. Zijn
gezichtsuitdrukking is rustig, maar de achtergrond is zeer onrustig. Rust en onrust in één beeld. Midden juli 1890 schreef hij aan zijn moeder en zus dat de onrust in zijn hoofd ‘zoveel bedaard’ was. Hij is gespannen, maar hij staat er ongebroken.
Wat een vitaliteit, ondanks alles! Verbeeldde hij zo hoe hij standhield in zijn mentale onrust? Met een ijzeren wil en hard werken kwam hij tot dan toe zijn neerslachtigheid te boven. Maar het moet
hem veel energie gekost hebben.
Het schilderij dat op de ezel stond na de dood van Van Gogh, heet ‘Boomwortels’. We zien een wirwar van kleuren en grillige vormen. Het stelt een helling met boomstammen, stronken en wortels voor. Dat beeld van ontwortelde bomen kwam bij hem binnen. Hij schreef er ook over: ‘… mijn leven is aan de wortel aangetast, ook ik sta niet meer stevig op mijn benen’ (10 juli 1890).
Het zijn bomen boven op een mergelafgraving, zoals die rond Auvers te vinden waren. Een paar jaar geleden werd, dankzij de vondst van een oude ansichtkaart, de locatie ontdekt die Van Gogh voor ogen had.
Een potloodstreepje als subtiel protest
Het werk is niet voltooid. Andries Bonger, zwager van broer Theo, schrijft in een brief: ‘Den morgen vóór zijn dood had hij een sousbois (bosgezicht) geschilderd, vol zon en leven.’ Dat was op 27 juli. Die avond probeerde hij een einde aan zijn leven te maken. De groeiende eenzaamheid, de grote onzekerheid over de toekomst en het idee dat hij zijn broer Theo alleen maar tot last was, droegen hier mogelijk aan bij.
Twee dagen later overleed hij. De symboliek van de stronken die op het punt staan te vallen, is veelzeggend.
Geweigerd
De begrafenis vond plaats op 30 juli 1890. Van Gogh lag in de achterkamer van het café waar hij een zolderkamer gehuurd had. Zijn kist was bedekt met een witte doek met daarop gele bloemen:
dahlia’s en zonnebloemen. Het afscheid zou in de kerk van Auvers plaatsvinden, maar de pastoor weigerde dat omdat Van Gogh zelf zijn leven had beëindigd en omdat hij protestants was. Zelfs de lijkwagen van de kerk werd hem niet gegund.
Op de uitnodiging voor de begrafenis is de kerk doorgestreept. Een potloodstreepje als subtiel protest door zijn familie tegen deze uitsluiting …
Sacrale sfeer
Het Van Gogh Museum bood nazorg in de laatste zaal. Er werd gewezen op het belang van praten bij gedachten over zelfdoding: ‘Vraag ernaar, luister met aandacht en zoek samen hulp. Dat kan bijvoorbeeld door te bellen naar 113 of de website van Stichting 113 Zelfmoordpreventie.’
Ik was geroerd door een aanzet tot actie:
Vaak beseffen we pas wat iemand voor ons betekent wanneer deze persoon er niet meer is. We delen gevoelens van dankbaarheid, waardering, erkenning, liefde en vriendschap met degenen die
achterblijven, in plaats van met degene tegen wie we het niet meer kunnen zeggen. We nodigen je uit na te denken over wie voor jou veel betekent en waar jij diegene dankbaar voor bent (…).
Er lagen kaartjes en kleurige lintjes waarop die gevoelens genoteerd konden worden. De lintjes konden ter plekke worden opgehangen. En dat was massaal gedaan. Er hing een sacrale sfeer in de ruimte die half verduisterd was vanwege de tekeningen die daar te zien waren. Het ritueel voorzag kennelijk in een grote behoefte. Het was een soort Allerzielen in de zomer. En dat in een tempel van de muzen. Ik hing mijn lintje op en verliet het museum. Aangedaan.
Marnix van der Sijs is ambulant predikant van de Protestantse Gemeente in Naarden.
De citaten uit de brieven zijn gevonden in: Nienke Bakker, Leo Jansen, Hans Luijten (red.), Brieven van Vincent van Gogh, Troost voor bedroefde harten, Amsterdam 2020.
In 2023 is het vijftig jaar geleden dat het Van Gogh Museum zijn deuren opende. Dat wordt gevierd met drie bijzondere tentoonstellingen. Bezoekers worden daarmee dichter bij de mens en de kunstenaar gebracht, staat op de site van het museum. ‘Van Gogh in Auvers. Zijn laatste maanden’ is de tweede tentoonstelling. De eerste tentoonstelling ging over de familie van Vincent, de derde en laatste heet ‘Van Gogh aan de Seine’ en is te zien van 13 oktober tot en met 14 januari 2024. www.vangoghmuseum.nl