Vreemdeling zonder NCRV-gids
Daarop zeiden ze tegen elkaar: ‘Brandde ons hart niet toen Hij onderweg met ons sprak en de Schriften voor ons ontsloot?’ Lucas 24:32
Waaraan herkenden de Emmaüsgangers dat Jezus met hen meeliep? En waaraan kunnen wij hem herkennen? Een verhaal over teksten en tekenen.
In april dit jaar overleed cabaretier Paul van Vliet (1935–2023). In de afgelopen maanden heb ik geregeld teksten van zijn liederen en gedichten erbij gepakt. Op een van mijn zoektochten kwam ik een brief van hem tegen, geschreven aan God. Hierin verhaalt hij over zijn strenge geloofsopvoeding en vroege conclusie dat Hij niet zou bestaan.
Met deze brief probeert Van Vliet opnieuw contact te leggen. Hij schrijft daarin: ‘We hoeven niet af te spreken dat ik U kan herkennen aan een rode roos in Uw knoopsgat of de NCRV-gids onder Uw linkerarm. Ik zal weten dat U het bent als ik mij onvoorwaardelijk heb overgegeven en mijn eenzaamheid zal zijn verdwenen.’
Teleurstelling
God herkennen, in de persoon van Jezus, staat centraal in het verhaal over de Emmaüsgangers. We lezen over twee leerlingen van Jezus en ze doen er een tijdje over om hem te herkennen. En ik betwijfel of ze hem wel meteen hadden herkend als hij een NCRV-gids bij zich had gehad! Eigenlijk weten we niet zo veel over hen. Ze behoren tot de marge van Jezus’ volgelingen. Het zijn dus twee randfiguren die nu teleurgesteld weggaan van de plek waar het allemaal gebeurd is, en waarvan zij gehoopt hadden dat er nog zoveel meer zou gebeuren. De beloftes waren groot. Maar nu komen ze van een koude kermis thuis. Ze zijn afgehaakt en onderweg naar een klein onbeduidend plaatsje. Zelfs de geruchten over een leeg graf kon hen niet vasthouden in Jeruzalem.
Misschien herkennen wij ons wel in die twee leerlingen. We kennen allemaal wel het gevoel dat iets tegenvalt. We hadden ons er zo op verheugd maar het is niet wat we ervan verwacht hadden. Staat de Bijbel niet vol beloftes over ‘wie klopt op de deur zal worden open gedaan’ of ‘vraag het aan de Vader en het zal u gegeven worden’? Misschien heeft u het zelfs weleens letterlijk geprobeerd. We kunnen ons allemaal de situaties voorstellen waarin we zuchtend, smekend God om iets vragen. Maar een reactie blijft uit. Hoe teleurgesteld zijn we dan? Gefrustreerd? Haken we zelf ook af? Zien wij die Emmaüsgangers lopen, zien we misschien onszelf daar lopen … Weg van de plek waar we zoveel van verwacht hadden. Zo kan het gaan met geloof. De brief van Paul van Vliet getuigt van dat proces, van het geestelijk weggaan van waar we vandaan komen.
Herkenning
En daar is opeens die Vreemdeling. Die zich voegt bij die twee onbeduidende leerlingen. Hij vraagt (ik kan me zo inbeelden, met een licht-komische naïviteit): ‘Waar hebben jullie het over?’ En ze beschrijven wat er zich de afgelopen periode allemaal in Jeruzalem heeft afgespeeld. De Vreemdeling vraagt dan – en als ik het zo lees, opnieuw met een komische, bijna liefkozende opmerking: ‘Zijn jullie nou echt zo dom?’
Weg van grote verwachtingen
Dat hij het niet verwijtend of spottend bedoelt, wordt duidelijk als hij uitgebreid opnieuw alles uitlegt. Deze twee randfiguren zijn afgehaakt maar hun wordt nóg een keer al wandelend verteld wat die boeken van Mozes en de profeten nou eigenlijk te zeggen hebben. Pas bij het delen van het brood herkennen de Emmaüsgangers in de Vreemdeling Jezus.
Kunnen wij ons nog steeds identificeren met de Emmaüsgangers? Allereerst wil ik benadrukken dat Jezus er niet voor kiest om direct naar zijn inner circle terug te keren maar eerst deze twee buitenbeentjes opzoekt. Omdat Jezus niet alleen maar komt voor wie in hem gelooft, maar juist die randfiguren blijft opzoeken, zelfs na zijn dood en verrijzenis.
Ten tweede, vol geduld legt hij het allemaal nog een keer uit. Moet u nagaan: dit waren twee leerlingen van Jezus. Ze hebben hem wonderen zien doen, ze hebben zijn lessen uit eigen mond mogen horen, ze hoorden zelfs van dichtbij de geruchten over een leeg graf. Als zíj al twijfelen!
Vol geduld wandelt hij met ons mee, zelfs als we hem niet herkennen. Zelfs als we teleurgesteld zijn, de moed in onze schoenen is gezakt en we twijfelen over alles en iedereen: Jezus wandelt naast ons.
Ten derde krijgen we concrete handvatten mee om Jezus uiteindelijk zelf te herkennen.
Samen over de teksten praten
Daarvoor worden drie aanwijzingen gegeven. De eerste daarvan is: blijf met elkaar in gesprek. We lezen dat de leerlingen met elkaar in discussie waren op hun weg naar Emmaüs. In het Grieks heeft dat woord ‘discussie’ een diepe lading, het gaat echt ergens over. Duidelijk is: praat met elkaar over het geloof. Praat met elkaar over de twijfel. Praat met elkaar over de betekenis van het evangelie. Maar – als tweede – blijf ook betrokken op de Bijbel als geheel. Jezus legt de gebeurtenissen in Jeruzalem uit aan de hand van het Oude Testament. De Bijbel is geen makkelijk boek. Sterker nog, het kan behoorlijk vervreemden. Maar daar kan het vorige punt dan weer bij helpen: praat er met elkaar over!
Ten slotte kunnen we Jezus herkennen in onder andere de tekenen van brood en wijn. Of nog liever gezegd, we kunnen Jezus herkennen in het delen in gemeenschap.
Geleidelijk besef
We zijn met elkaar gemeenschap rondom Christus en delen daarom brood en wijn, lichaam en bloed. Deze tweeduizendjarige traditie brengt ons in direct verband met zijn discipelen op de avond voor zijn kruisdood én met de Emmaüsgangers na zijn opstanding. Die gemeenschap is dus veel groter dan de aanwezigen in een Nederlands kerkje.
Vandaag de dag staan wij in plaats en in tijd verder weg van Jezus dan de twee Emmaüsgangers. Het kost ons dus logischerwijs iets meer moeite om hem direct te herkennen. Uit eigen ervaring weet ik hoe lastig het is om dit überhaupt te doen, laat staan vol te houden.
Maar als we onderweg zijn, dring er dan bij die Vreemdeling op aan om te blijven. Daarom hoop ik ook dat na verloop van tijd heel geleidelijk iets van een besef komt: hé … is dat ’m nou? Zie ik het nu goed? En dat u zult beseffen dat al die tijd uw hart al brandde van verlangen. En dan, dan is er sowieso geen roos nodig in het knoopsgat, of een NCRV-gids onder de arm, om hem te herkennen.
Gerard Ekelmans is predikant in opleiding aan de Protestantse Theologische Universiteit.