‘Anti-Israëlklimaat schept plaveisel voor Jodenhaat’
Rood en zwart in Europa: deel van hetzelfde palet
In deze Korte Metten reflecteert rabbijn Lody van de Kamp op de toename van antisemitische uitingen in Europa. Terwijl protesten tegen het geweld in Gaza veel mensen mobiliseren, ervaart hij dat de maatschappelijke sfeer voor Joodse gemeenschappen grimmiger wordt. Van de Kamp pleit voor morele bezinning: hoe voorkomen we dat verontwaardiging omslaat in vijandigheid, en wat betekent verantwoordelijkheid in een tijd van groeiend wantrouwen?
Donkere wolken pakken zich samen boven Europa. Het zijn niet alleen oorlogswolken, maar ook onheilspellend gekleurde wolken. De kleur van de Rode Lijn verspreidt zich in razend tempo: door een niet aflatende demonstratiedrang kleuren pleinen, straten, cultuurtempels, gemeentehuizen en sportevenementen rood. Iedereen lijkt mee te doen. Immers, zo klinkt het: “Wie niet rood doet, staat aan de verkeerde kant.”
Maken rood en zwart deel uit van hetzelfde palet?
Tegelijk met verkleuring vestigt in een dikke nevel het zwart van Jodenhaat zich opnieuw in de westerse wereld. Scheldpartijen, bedreigingen, ophitsing en zelfs aanslagen zijn onderhand dagelijkse gebeurtenissen — overal waar maar Joodse gemeenschappen aanwezig zijn.
Maken het rood en het zwart deel uit van hetzelfde palet?

Jodenhaat: uitbanning en terugkeer
Enkele tientallen jaren mochten Joden zich ‘koesteren’ in de schaduw van de Holocaust. De vernietiging van onze gemeenschappen was zo verschrikkelijk geweest, daar schaamde niet-Joods Europa zich diep voor. Jodenhaat werd verbannen uit het dagelijks leven — maar die uitbanning was maar van korte duur.
Het begon na de Tweede Wereldoorlog, toen de onvoorstelbare omvang van eeuwenlang anti-judaïsme — met als dieptepunt de concentratie- en vernietigingskampen van nazi-Duitsland en haar handlangers — niet langer ontkend kon worden. Maar nog voor de eeuwwisseling was dat uitsluiten van Jodenhaat alweer opgeheven. Het geheugen van Europa, met haar eigen geweten waar het de Joodse gemeenschap betrof, bleek van korte duur.
Verantwoordelijkheid weegt zwaarder dan schuld
Ik hoor het de Rode-Lijners zeggen, bijna dagelijks: “Nee, echt niet. Wij hebben geen schuld aan de Shoa, de Holocaust. Wij haten natuurlijk geen Joden. Wij maken ons alleen heel veel zorgen over wat er in Gaza gebeurt.”
Ik zal ze daar maar gelijk in geven: schuldig zijn zij niet. En het stempel antisemitisme opplakken zal bij verreweg de meesten niet aan de orde zijn.
Maar naast schuld bestaat er een woord dat zwaarder weegt: verantwoordelijkheid.
Joden opnieuw neergezet als Untermenschen
De rode pijlen van de demonstraties richten zich op één land in het Midden-Oosten: een land met tien miljoen inwoners, van wie acht miljoen Joden. Onder het rode vaandel waarvoor duizenden de straat op gaan, worden miljoenen Joden andermaal in de beklaagdenbank gezet Zoals het ooit eerder ging. Er worden opnieuw boycotten uitgesproken. En opnieuw worden Joden beschouwd en neergezet als Untermenschen.
De zwarte eeuwen van Jodenhaat verdwenen kortstondig in de schaduw van de Holocaust. De walging van de Joodse medebewoner verdween eventjes uit het zicht, maar achter de horizon bleef zij onuitwisbaar aanwezig.
De dames, heren en kindertjes in hun rode truien en sjaals haten vast geen Joden. Maar de Jodenhaters die opnieuw over Europa uitzwermen, zien in dit eenzijdige anti-Israëlklimaat hun kansen schoon. De demonstraties, de uitsluiting, de negatieve sentimenten — allemaal gericht op dat kleine land met acht miljoen Joodse inwoners — scheppen het plaveisel voor een samenleving waarin de zwarte wolken van Jodenhaat weer vrij spel krijgen.
Nieuw rood en oud zwart: deel van hetzelfde palet
De zichtbare werkelijkheid voor elke Jood: scheldpartijen, bedreigingen, ophitsing en aanslagen zijn onderhand dagelijkse kost — ook in ons Nederland
Op het Haagse Malieveld of het Amsterdamse Museumplein zal men zich ook deze keer hullen in de geruststellende overtuiging alle schuld aan anti-Joodse sentimenten van zich af te werpen.
Maar hoe zit het met dat zwaardere woord: verantwoordelijkheid?
In een samenleving waar Jodenhaat opnieuw volop aanwezig is en zichtbaar wordt uitgedragen, zal de zware last van medeverantwoordelijkheid voor de anti-Joodse stemming moeten worden meegedragen — ook door de komende generaties.
Het rood van vandaag en het zwart uit verleden en heden maken, wis en waarachtig, opnieuw deel uit van hetzelfde palet.
Met een onveilig gevoel op weg naar de synagoge
Onderhand loop ik in ons Nederland als een gewaarschuwde Jood, tijdens de cyclus van Joods-religieuze feestdagen rond deze tijd van het jaar, naar de synagoge — over mijn schouder kijkend. In deze tijd weet je maar nooit. De gevaarlijke elementen zijn overal aanwezig. Echt niet alleen in Manchester, Parijs of Brussel; ook hier zien zij hun kansen schoon. Het klimaat is ervoor geschapen.
Eenmaal om de hoek bekruipt me een wat veiliger gevoel. Een eenheid van de Koninklijke Marechaussee bewaakt de toegang tot mijn gebedshuis.
Naast schuld bestaat er een woord dat zwaarder weegt: verantwoordelijkheid
Aan het mogelijke gevaar voor mijn mede-synagogebezoekers zijn de Rode-Lijn-demonstranten niet schuldig. Maar het gevoel van medeverantwoordelijkheid voor het scheppen van een bedreigende leefomgeving voor hun Joodse medeburgers zullen zij niet van zich af kunnen schudden.
Ondertussen hoor ik van onze kinderen in het Engelse Manchester, na de jongste aanslag op een synagoge op Grote Verzoendag, over de angst en onzekerheid binnen de gemeenschap. De scholen in die grote Joodse wijk gaan weer open — maar hoe waarborg je de veiligheid van al die kinderen? Van de Jood in Europa, in het jaar 2025?
Rood en zwart in Europa.
Over de auteur
Lody Benno van de Kamp (Enschede, 29 september 1948) is orthodox-joods rabbijn, schrijver, maatschappelijk denker en ondernemer. Hij zet zich in voor interreligieuze dialoog en publiceert regelmatig over jodendom, Israël en hedendaagse vormen van antisemitisme.