Menu

Basis

Brood en rechtvaardigheid in tijden van klimaatcrisis

Cornelia füllkrug-weitzel en de missie van ‘brot für die welt’

Recent is onder redactie van Cornelia Füllkrug-Weitzel, presidente van ‘Brot für die Welt’, het boek Klima geht uns alle an. Gedanken zur Lage der Schöpfung verschenen. De bijdragen laten zien hoe de klimaatcrisis vooral mensen in het zuiden van de wereld treft en daarmee een beroep doet op de hulp en solidariteit uit het noorden van de wereld. Sterker nog, wat in de afgelopen decennia gewonnen is aan welzijn en waardigheid in de leefomstandigheden van de armsten, dreigt nu weer verloren te gaan.
Cornelia Füllkrug-Weitzel is predikant en sinds 2000 president van ‘Brot für die Welt’, de niet-gouvernementele ontwikkelingsen hulporganisatie van de protestantse kerken in Duitsland. Zij is tevens president van ‘Diakonie Katastrophenhilfe’, de humanitaire noodhulporganisatie. Beide organisaties zijn lid van ACT Alliance.

Füllkrug-Weitzel is een expert op het gebied van ontwikkelingsvraagstukken en humanitaire respons. Ze heeft grote ervaring op het gebied van advocacy en strategische politieke lobby op regionaal, nationaal en internationaal niveau. Ze is een bekend spreekster in Duitsland en internationaal op conferenties en in de media, en een veelgehoorde stem in de belangenbehartiging van lokale partners in het zuiden van de wereld.

Wat is de missie en visie van Brot für die Welt als internationale hulpen ontwikkelingsorganisatie?

Brot für die Welt werd in 1959 opgericht en houdt zich internationaal bezig met sociale ontwikkeling. Als teken van dankbaarheid voor de hulp en ondersteuning, die de Duitse kerken en miljoenen vluchtelingen in de periode van de wederopbouw ontvingen van onder meer kerken in Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Nederland en de Verenigde Staten.

Er was in het verscheurde Duitsland van na de oorlog groot gebrek aan de basale levensbehoeften. Terwijl de kerken in die landen zelf hadden geleden onder de Duitse bezetting en de oorlog. Christenen in Nederland, bijvoorbeeld, stuurden tussen 1945 en 1955 204.024 kilo hulpgoederen zoals eten en kleding naar Duitsland. Daarom wilden de kerken in Duitsland op hun beurt mensen in het zuiden van de wereld helpen, toen ze het nieuws en de beelden hadden gezien van de heersende noden daar.

Brot für die Welt is de grootste niet-gouvernementele hulporganisatie in Duitsland. Het is een tastbare uitdrukking van ‘oecumenische diaconie’, de essentiële taak om te zorgen voor allen die in nood verkeren, ongeacht hun godsdienstige overtuiging.

Brot für die Welt is onderdeel van een protestantse koepel voor diaconaat en ontwikkelingssamenwerking: Evangelisches Werk für Diakonie und Entwicklung (EWDE). Als zodanig is het een belangrijke partner op het terrein van zowel nationaal diaconaal werk als van oecumenische diaconie en internationale ontwikkelingssamenwerking.

Het EWDE-kantoor bevindt zich sinds 2012 in Berlijn, waar de drie verschillende sectoren – humanitaire hulp, internationaal ontwikkelingswerk en nationale sociale diaconie – samenkomen. De EWDE wordt door alle grote protestantse kerken in Duitsland en vele andere kleinere kerkgenootschappen ondersteund (www.brot-fuer-die-welt.de/ueber-uns/evangelisches-werk/mitglieder/) en vertegenwoordigt daarmee 34% van de Duitse bevolking, wat gelijk staat aan circa 22,6 miljoen voor het merendeel protestantse christenen.

Waarom deze naam?

Onze bijbelse tradities erkennen de essentiële behoeften van mensen aan voedsel, water, warmte, onderdak, stabiliteit en vrede. Maarten Luther geeft in zijn Catechismus bij de uitleg van de vierde bede van het Onze Vader in brede, alomvattende termen de betekenis van brood weer:

Wat wordt met dagelijks brood bedoeld? Antwoord: Alles wat tot voeding en onderhoud van ons leven dient, zoals eten, drinken, kleding, schoenen, huis, hof, akker, vee, geld, bezit, een goede echtgenoot, goede kinderen, een goed huishouden, goede en trouwe overheden, een goede samenleving, goed weer, vrede, gezondheid, orde en eer, goede vrienden, trouwe buren en dergelijke.’

Daarom hebben Brot für die Welt en haar vele partners een ruime opvatting van ontwikkeling waarin sociale, politieke, economische, culturele en spirituele dimensies met elkaar verbonden zijn.

Welke impact heeft dit op de manier van werken?

Deze voor de Reformatie zo kenmerkende opvatting van ‘brood’, is de reden van de brede en holistische aanpak van Brot für die Welt. We delen niet alleen voedsel uit, maar bieden ook ondersteuning bij het verbeteren van leefomstandigheden.

Brot für die Welt zet niet zelf projecten op, maar ondersteunt – zowel kerkelijke, seculiere en interreligieuze – partnerorganisaties ter plaatse, met het oog op zelfredzaamheid, waardigheid en rechtvaardigheid van kwetsbare groepen, en onafhankelijk van religieuze overtuiging. Jaarlijks ondersteunen we zo’n duizend op ontwikkeling gerichte projecten in meer dan negentig landen.

Zo bereiken en bemoedigen we vele mensen die ervoor vechten om zelf en zelfstandig hun leven te bepalen, om waardigheid, rechten en democratische participatie te bereiken. Mensen die maar al te vaak ten prooi vallen aan onderdrukking, omdat maatschappelijke organisaties geweerd worden in landen in het Zuiden en in het Oosten.

Hoe zijn ‘brood en rechtvaardigheid’ in uw organisatie historisch en theologisch met elkaar verbonden?

Brood en rechtvaardigheid zijn nauw verwant in de profetische traditie van het Oude Testament, bijvoorbeeld in Amos 5:21-25:

‘Ik heb een afkeer van jullie feesten, ik wijs ze af, jullie samenkomsten verdraag ik niet. Ik schep geen behagen in de branden graanoffers die jullie brengen; de vetgemeste beesten van jullie vrede-offers keur ik geen blik waardig. Bespaar mij het geluid van jullie liederen; de klanken van jullie harpen wil ik niet horen. Laat liever het recht stromen als water, en de gerechtigheid als een altijd voortvloeiende beek.’

Rechtvaardigheid brengen aan de verdrukten en brood geven aan de armen is zowel de essentie als de passie van God en van hen die trouw aan God zijn, zie Psalm 146:7. We volgen daarbij de Agenda voor Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties, met als hoofddoel een einde maken aan armoede, verbonden aan kwesties omtrent gezondheid (doel 3) en de kwaliteit van onderwijs (doel 4).

Een einde maken aan armoede en het bevorderen van rechtvaardigheid zijn daarmee twee belangrijke doelen waaraan Brot für die Welt zich gecommitteerd heeft. Echter, zonder hulp van buiten kunnen mensen hun leven en leefomstandigheden alleen verbeteren als ze toegang hebben tot water, voedsel, onderwijs en gezondheidszorg, als hun rechten worden gerespecteerd en als ze in vrede kunnen leven. Dat is waar we voor werken in de hele wereld, in nauwe samenwerking met kerken en partnerorganisaties.

Hoe ziet u de theologische fundamenten van uw organisatie in verband met bijbelse verhalen over brood, zoals bijvoorbeeld het manna in de woestijn, de broodvermenigvuldiging, het Avondmaal en het Onze Vader?

In een samenleving waarin het vergaren en consumeren van goederen hoog in het vaandel staat, krijgen verhalen, zoals de dagelijkse zegening met het manna (Exodus 16) dat God aan de Israëlieten gaf in hun migratie in de woestijn, een spannende nieuwe dimensie. Wat essentieel is in het leven, wordt steeds door God in overvloed gegeven (Matteüs 14:13-21), maar mag niet opgepot en opgehoopt worden. Het moet, daarentegen, gedeeld worden met allen die in nood verkeren.

Het Avondmaal, het gezegende brood delen, is in christelijke gemeenschappen een getuigenis tegen onze kapitalistische consumptiemaatschappij. Het wijst op een voor iedereen gelijkwaardige toegang tot Gods liefde, Gods onvoorwaardelijke rechtvaardigheid en Gods ‘economie van het genoeg’, die dagelijks alles verschaft wat mensen nodig hebben, de kwetsbaren in het bijzonder.

Kleine koe

Zegen, God, mijn kleine koe, zegen, God, mijn verlangen, zegen ons samenleven, mijn koe en ik, en de manier waarop ik haar melk. Zegen, God, elke speen, zegen iedere vinger, iedere druppel die in mijn schaal valt. Zegen, God, mijn kleine koe. Uit: ‘The Carmina Gadelica’

Gebed in: ‘Liedboek – zingen en bidden in huis en kerk’ (2013, blz. 525)

Als organisatie zijn we voortdurend betrokken bij interculturele ontmoetingen en leren we van internationale partners. We voelen ons nederig bij het horen van de verhalen die vertellen hoe christelijke gemeenschappen in het zuiden van de wereld gebrek ervaren, hoe er dagelijks wordt gedeeld, die vertellen van solidariteit en profetisch protest tegen onrechtvaardige structuren. Een realiteit die in onze westerse context lang niet zo intens ervaren wordt. De bijbelse schreeuw om rechtvaardigheid (zie Psalm 17) is een geleefde realiteit; deze taal is actueel voor veel van onze partners, in het bijzonder voor vrouwen, die lijden onder geweld en onderdrukking, en kinderen.

Hoe verandert de (theologische) betekenis van ‘brood voor de wereld’ in deze tijd van klimaatcrisis?

De impact van de zich uitbreidende klimaatcrisis verslechtert de omstandigheden van sociale rechtvaardigheid op wereldwijd, regionaal en plaatselijk niveau. Partners in het zuiden van Afrika (Zimbabwe, Mozambique), in het Pacifisch gebied of in Azië maken gewag van extreme weersomstandigheden, stijgend zeewater en een toenemend aantal stormen en tyfoons.

Dit heeft verwoestende gevolgen dat de voor-uitgang in ontwikkeling van decennia teniet dreigt te doen. De weerstand van bepaalde regeringen om drastisch actie te ondernemen om de CO2-uitstoot te verminderen, vergroot de wereldwijde kloof van klimaatrechtvaardigheid. Zij die er het minste aan hebben bijgedragen, betalen de hoogste prijs als het gaat om klimaatcrisis wereldwijd.

Hoe verlegt dit de focus met betrekking tot brood en rechtvaardigheid?

Het produceren van brood, als duurzaam voedsel voor een leven in waardigheid en gerechtigheid, houdt in dat we de grond waarin het graan groeit en het water dat nodig is voor irrigatie beschermen, dat we voor temperaturen zorgen waarin landbouw bedreven kan worden en die niet leiden tot verwoestijning, en dat we het inkomen van boeren veiligstellen.

Rechtvaardigheid en klimaatbeleid kunnen niet losgekoppeld worden. Met de achteruitgang van het klimaat wereldwijd komen crises mee die draaien om voedsel, migratie en gezondheid. Al deze dimensies van ‘dagelijks brood’ zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Leonardo Boff en paus Franciscus zeiden al dat het luisteren naar de problemen van de armen niet te scheiden is van het luisteren naar het kreunen van de schepping.

Wat is de rol van christelijke belangenbehartiging met betrekking tot klimaatrechtvaardigheid? Hoe kunnen we bruggen bouwen en veranderingen bewerkstelligen op macroniveau?

In Duitsland, bijvoorbeeld, is er in de protestantse kerken een debat gaande over ethisch investeren. Het is essentieel om investeringen terug te trekken uit industrieën en fondsen die belangen hebben bij CO2-productie, om investeren in fondsen die geen duidelijke eigen ethische stan-daard hebben te ontmoedigen, en druk uit te oefenen voor internationale handelscriteria die mensenrechten respecteren.

Een cruciaal onderdeel van deze strategie is de recente campagne om richtlijnen op te stellen met betrekking tot het respecteren van mensenrechten in de internationale keten van leveranciers – van samensteller tot consument – van goederen die Duitsland importeert. Deze zou overgenomen moeten worden door andere Europese landen.

Hoe zijn brood en hoop voor u met elkaar verbonden in een tijd waarin steeds meer mensen zich niet verzekerd weten van hun dagelijks brood door de gevolgen van klimaatverandering?

Brood kan niet los gezien worden van hoop: de materiële en spirituele dimensie van het bevrijdende evangelie van Gods liefde en zijn gerechtigheid gaan hand in hand. Het woord van hoop – en daarmee bedoel ik het evangelie dat bevrijdt – herstelt en bouwt menselijke waardigheid op. Dit gaat samen met het fysieke brood.

Jezus is de belichaming van hoop voor alle gelovigen. Zijn weg laat zien dat Gods liefde boven al het menselijk falen gaat, voorbij aan alle grenzen en tegenwerking, zelfs voorbij aan de dood. Als Jezus in de woestijn verzocht wordt door de satan (Matteüs 4:1-11) citeert Hij Deuteronomium 8:3: ‘De mens leeft niet van brood alleen, maar van alles wat de mond van de Heer voortbrengt.’

Als de kerk deelneemt aan oecumenische diaconie, dan is zij als kerk zelf een teken van hoop tegen het groeiende gevoel van wanhoop in de wereld in. We kunnen iets doen. De dappere en doortastende handelingen en veerkracht die ieder van ons bijdraagt vanuit protestantse en oecumenische solidariteit, zullen een impact hebben en zullen niet voor niets zijn in deze wereld.

Zonder hoop kun je niet werken in een christelijke ontwikkelingsorganisatie waar je steeds geconfronteerd wordt met de groeiende misère en de politieke onwil om de patronen van internationale samenwerking te veranderen ten behoeve van de gemarginaliseerden. Deze hoop ontvangen we van zowel onze partners als ook uit de bijbelse bron van ons geloof (Jesaja 40:31):

‘Maar wie hoopt op de Heer krijgt nieuwe kracht: hij slaat zijn vleugels uit als een adelaar, hij loopt, maar wordt niet moe, hij rent, maar raakt niet uitgeput.’

– Nienke Pruiksma is als theoloog en stafmedewerker verbonden aan de Nederlandse Zendingsraad. Zij is ook hoofdredacteur van TussenRuimte.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken