Menu

Basis

‘Dit lied gaat over Jezus’

Jezus in christelijke gezangen de eeuwen door

Er zijn zoveel liederen over Jezus… we zouden verdwalen. De auteur gaat in dit artikel de geschiedenis door en toont via de liederen hoe Jezus wordt gezien. Een mooi overzicht!

Door de eeuwen heen zijn er vele liederen over Jezus geschreven en gezongen. In dit artikel zullen we, springend van steen naar steen, ons een weg banen door de stroom van liederen. Hoe is Jezus in liturgische gezangen en liederen de eeuwen door bezongen en aangeroepen? Welke verschillende typen gezangen komen we tegen? Welke beelden voor Jezus worden daarin gebruikt? De meeste liederen die ik noem, zijn te vinden in het Liedboek zingen en bidden in huis en kerk.

Een lichthymne, voor bij het aansteken van de lichten in het avondgebed

Jezus als licht

Eén van de oudste gezangen waarin Christus wordt genoemd is Phoos hilaron (‘Vriendelijk licht’). Het wordt al omstreeks het jaar 150 na Chr. genoemd en werd mogelijk ook in de catacomben gezongen. Het lied is een lichthymne en bedoeld om tijdens het aansteken van de lichten in het avondgebed te zingen. Als het daglicht ondergaat, wordt het licht ontstoken, ‘het licht … van de hemelse, de heilige, de zalige Jezus Christus.’

In het Liedboek vinden we verschillende liederen die geïnspireerd zijn op deze vroegchristelijke tekst, zoals ‘Vriendelijk licht van de heilige glorie’ (LB 238), ‘Vriendelijk licht dat heel de dag’ (LB 254) en ‘Zo vriendelijk en veilig als het licht’ (LB 221). Ook in andere vroegchristelijke hymnen komen we de lichtsymboliek tegen in relatie tot Jezus Christus, bijvoorbeeld in ‘O Christus die de zonne zijt’ (LB 239).

Jezus als dienstknecht

In het Nieuwe Testament, met name in de brieven van Paulus, komen verschillende passages voor die een hymnisch karakter hebben. Een voorbeeld daarvan is de zogenaamde Christushymne, ook Filippenzenhymne genoemd (Filippenzen 2: 6-11). Hierin wordt bezongen hoe Jezus de rol van slaaf aanvaard heeft. Toonzettingen van deze hymne (in het Latijn: ‘Christus factus est pro nobis’) worden al sinds de Middeleeuwen in de (Goede-Vrijdag-)liturgie gezongen.

Sytze de Vries maakte een Nederlandse bewerking, ‘Laat onder u de gezindheid zijn van Jezus Messias’. Dit gezang is te vinden in het Liedboek (LB 160b). Als een belijdenis klinkt het refrein ‘Heer is Hij, Jezus Messias, tot glorie van God, de Vader!’

Jezus als kyrios (Heer)

Hetzelfde belijdende karakter vinden we in het Kyrie (‘Heer, ontferm u’), een ordinariumdeel van de liturgie. Vaak wordt bij het Kyrie gedacht aan een smeekbede. Dat is het ook, maar het is allereerst een krachtige belijdenis van Jezus als Heer (kyrios). In de heidense zonnecultus bad men bij het opgaan van de zon ‘eleison hèmas’ (ontferm u over ons).

‘Kyrie eleison’ werd ook de keizer toegeroepen als deze een plechtige intocht hield. Vanaf ongeveer de vijfde eeuw wordt deze tekst in de liturgie gezongen. Niet de keizer, maar Jezus is kyrios (h/Heer). In het Liedboek zijn kyrie-toonzettingen te vinden onder 300 a-c en 301 a-k, maar ook als onderdeel van de ordinariumtoonzettingen en als acclamatie bij de voorbeden (367a-k).

Jezus als lam Gods

Rond de zevende eeuw kreeg het ‘Agnus Dei’ (Lam Gods) een vaste plaats in de liturgie van het vieren van de Maaltijd. Het wordt gezongen tijdens het breken van het brood. Het is een verwijzing naar de doop van de Heer, waarbij Johannes de Doper zegt: ‘Zie het lam Gods, dat de zonden der wereld wegdraagt’ (Johannes 1:29). In het Liedboek zijn onder nummer LB 408-410 verschillende toonzettingen van het Lam Gods te vinden, onder andere het koraal ‘O Lamm Gottes, unschuldig’.

Niet de keizer, maar Jezus is kyrios, de h/Heer

Jezus als herder en koning

De christenen hadden het psalmzingen overgenomen uit de joodse traditie. Als het kerkelijk jaar steeds meer vorm krijgt, zien we dat psalmen gekoppeld worden aan bepaalde zondagen. Psalm 80 (‘O God van Jozef leid, ons verder, hoor ons en wees weer onze herder’) klinkt bijvoorbeeld in de Advent, Psalm 22 op Goede Vrijdag, Psalm 96 en 98 in de Paastijd en Psalm 93 ‘De Heer is koning’ op de laatste zondag van het kerkelijk jaar, in de katholieke traditie zondag-Christus Koning. De beelden uit de psalmen worden zo direct in relatie gebracht met het leven van Jezus.

Het kruis is de troon van Christus, hij regeert vanaf het kruis

Jezus als overwinnaar

Een specifiek genre uit de Middeleeuwen zijn de kruishymnen. In deze liederen wordt het kruis van Christus bezongen als teken van overwinning: een vaandel. Het kruis is de troon van Christus, hij regeert vanaf het kruis. Een voorbeeld hiervan is de hymne Vexilla regis prodeunt van Venantius Fortunatus (ca. 530-600/608). Hij schreef het als een processielied bij het overdragen van een reliek, een splinter van het kruis van Jezus.

Bij de latere kruistochten werden de kruishymnen ook gezongen. En weer later kregen deze hymnen een plaats in de liturgie van de Goede Week. In het Liedboek is een vertaling van Andries Govaart opgenomen van ‘Vexilla regis’: ‘De koningsvaandels trekken uit’ (LB 572). Geïnspireerd door de kruishymne is ook LB 578 ‘O kostbaar kruis, o wonder Gods’.

Jezus als Messias

Een andere bijzondere categorie gezangen zijn de zogenaamde O-antifonen. Deze antifonen worden vanaf de 12e eeuw in de kloosters gezongen in de week voor kerst als omlijsting van de lofzang van Maria. De O-antifonen worden zo genoemd, omdat ze alle zeven beginnen met de uitroep ‘O’, gevolgd door steeds een andere oudtestamentische, messiaanse benaming van Christus: ‘O Radix Jesse’ (Wortel van Isaï), ‘O Oriens’ (Dageraad), etc.

Wie de beginletters van de aanroepingen van achter naar voren leest, ziet Ero cras: Morgen zal ik er zijn. Het lied ‘Veni, veni Emmanuel’ is een berijming van de O-antifonen. In het Liedboek is een vertaling van Willem Barnard te vinden, ‘O wijsheid, daal als vruchtbare taal’ (LB 466).

Jezus als bruidegom

Aan het einde van de twaalfde eeuw treedt er een verandering op in de geloofsbeleving. Een belangrijke gedachte is dat de gelovige ziel zich voorbereidt op de ontmoeting met haar hemelse Bruidegom. Een teder lied van Thomas van Aquino is ‘Adoro te devote’ ‘U, verborgen Christus, bid ‘k eerbiedig aan’ (LB 374). Het is een mystiek lied van Christusaanbidding, in het geheimenis van brood en wijn. Thomas schreef het voor het nieuw ingestelde feest van Sacramentsdag in 1264.

Enkele eeuwen later, rond 1600, grijpen dichters uit de lutherse traditie in Duitsland terug op de middeleeuwse bruidsmystiek. Er ontstaan dan liederen waarin een innige liefdesrelatie tussen de gelovige ziel en Christus centraal staat. Het gaat in deze liederen om een eenwording met Christus de Bruidegom. Voorbeelden van zulke liederen zijn ‘Jesu, meine Freude’ ( Jezus, mijn verblijden, LB 907) en de twee liederen van Philipp Nicolai, ‘Wachet auf, ruft uns die Stimme’ (Op, waak op, LB 749) en ‘Wie schön leuchtet der Morgenstern’ (Hoe helder staat de morgenster, LB 518).

Kenmerkend voor Luther is dat hij de psalmen expliciet christologisch uitlegt

Jezus als vaste burcht

In de 16e eeuw schrijft Luther psalmliederen in de volkstaal. Kenmerkend voor zijn omgang met de psalmen is dat hij ze expliciet christologisch uitlegt. In zijn beroemde bewerking van Psalm 46, ‘Ein feste Burg ist unser Gott’ (‘Een vaste burcht is onze God, LB 898) staat (in het Nederlands): ‘Zo gij ‘t nog niet wist: Jezus Christus is ’t, de Heer van ‘t heelal.’

Ongeveer twee eeuwen later deed Isaac Watts in Engeland iets vergelijkbaars in zijn bundel The Psalms of David Imitated in the Language of The New Testament And Applied to The Christian State and Worship. Een bekend lied uit deze bundel is ‘Christ’s Kingdom among the gentiles’, een christologische interpretatie van psalm 72. Het lied is te vinden in het Liedboek als ‘Jezus zal heersen waar de zon’ (LB 871).

De lijdende Jezus

In de tweede helft van de zeventiende eeuw voelden dichters in luthers Duitsland zich aangetrokken tot voorstellingen van de lijdende Christus uit de middeleeuwen. Een treffend voorbeeld hiervan is LB 576 ‘O hoofd vol bloed en wonden’. De dichter, Paul Gerhardt, was geïnspireerd door een middeleeuwse liedcyclus. Het lied is een persoonlijke meditatie bij de lijdende Christus aan het kruis.

Jezus als vriend

Ik maak een sprong in de tijd. In de Zangbundel van Johannes de Heer (1e druk 1905) gaat een ruime meer-derheid van de liederen over Jezus. In een aantal daarvan wordt Jezus als ‘vriend’ bezongen, bijvoorbeeld in ‘Welk een vriend is onze Jezus’ (lied 150 in de Zangbundel). Ook in het lied ‘Mijn Jezus, ik hou van u’ (Opwekking 362) komen we het beeld van vriend tegen (‘… en noem u mijn vriend’). Een ander voorbeeld dat ik er graag even uitlicht is lied 213, ‘’t Scheepke onder Jezus’ hoede’. De tweede regel luidt: ‘met de kruisvlag hoog in top’. Een mooie verwijzing naar de kruishymne!

Jezus als mens

In de decennia na de Tweede Wereldoorlog verschijnen er in Nederland vele verhalende liederen over Jezus. Het gaat dan vaak om berijmingen van, en/of commentaren op perikopen uit de evangeliën. Voorbeelden zijn ‘Jezus die langs het water liep’ (LB 531) en ‘Daar komt een man uit Nazareth’ (LB 533). Het lied waarvan ik de titel leende voor dit artikel, ‘Dit lied gaat over Jezus’ van Huub Oosterhuis, is een ballade over het leven Jezus. Het is te vinden in onder meer Tussentijds (64) en de rooms-katholieke bundel Gezangen voor Liturgie (430).

Jezus als ‘een zon diep in de nacht’

Het lied waar ik graag mee afsluit is ‘How sweet the Name of Jesus sounds’, ‘O Jezus, hoe vertrouwd en goed klinkt mij uw naam in ’t oor’ (LB 512). In de derde strofe worden vele benamingen voor Jezus achter elkaar genoemd: herder, held, vriend, koning, profeet, priester en ‘mijn weg waarop ik treed’.

Willem Barnard, die deze vertaling maakte, schrijft dat hij vele jaren later getroffen werd door dit lied, en dan met name strofe 5. Daarin wordt Jezus ‘een zon diep in de nacht’ genoemd. ‘Het is, kort samengevat, mijn persoonlijke geloofsbelijdenis’, legt Barnard uit. Hij kwam er toen achter dat hij deze strofe zelf aan het origineel had toegevoegd…

Zolang Gij nog onzichtbaar zijt, een zon diep in de nacht, roep ik uw naam reeds uit omdat ik U verwacht.

Hanna Rijken is theoloog en musicus, is Universitair docent Theologie & Muziek (de kunsten) aan de Protestantse Theologische Universiteit Amsterdam. Tevens is zij docent aan het Rotterdams Conservatorium (Codarts) en dirigent van het Vocaal Theologen Ensemble.


Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken