Menu

Basis

Een plek in de natuur

Het zou mooi zijn om met deze handreiking te werken op een plek in de natuur, waar bomen en vogels zijn en misschien zelfs kikkers. Word dan eerst een tijdje stil en luister naar de geluiden die je hoort en kijk om je heen. Lees dan eens de volgende drie teksten.

Trees van Montfoort noemt in haar artikel een verhaal over de heilige Benno (Duitsland, 11e eeuw):

De man Gods ging vaak de natuur in om te bidden en te mediteren. En op een keer toen hij langs een moeras kwam, was er een spraakzame kikker aan het kwaken in het troebele water. Om te voorkomen dat die zijn contemplatie zou verstoren, beval hij hem om een Serafische te zijn, aangezien alle kikkers van Serafia stom zijn. Maar toen hij een stukje doorgelopen was, schoten hem de woorden te binnen van Daniël: ‘Zeemonsters en al wat in het water zwemt, prijs de Heer, dieren in het wild en al het vee, prijs de Heer.’ En omdat hij bang was dat het zingen van de kikkers misschien aangenamer was dan zijn eigen bidden, richtte hij zijn bevel weer tot hen, dat zij God zouden prijzen op hun eigen manier. En spoedig waren de lucht en de velden vervuld met hun luid gekwaak.

Dat dieren en planten op hun eigen wijze God loven en prijzen, misschien wel beter dan mensen, verwoordt ook Thomas Merton:

Een boom verheerlijkt God door een boom te zijn. Want door te zijn waar God hem voor bestemd heeft, gehoorzaamt de boom aan Hem. Je zou kunnen zeggen dat hij ‘instemt’ met Gods scheppende liefde. Hij geeft uitdrukking aan een idee dat in God bestaat en onderscheidt zich daarmee niet van de essentie van God en dus volgt een boom God na door een boom te zijn. Hoe meer een boom zichzelf is, des te meer lijkt hij op Hem. Als hij zou proberen iets anders te zijn, waarvoor hij nooit was bedoeld, dan zou hij minder op God lijken en dus zou hij Hem minder verheerlijken. Geen twee geschapen dingen zijn volledig aan elkaar gelijk, maar hun individualiteit is geen onvolmaaktheid, integendeel. De volmaaktheid van ieder schepsel ligt niet alleen in de gelijkvormigheid aan een abstract model, maar in zijn eigen individuele identiteit. Deze ene boom zal God eer bewijzen door zijn wortels in de aarde uit te spreiden en zijn takken in de lucht en naar het licht te heffen op een manier die geen enkele boom voor of na hem ooit heeft gedaan of zal doen.

(Zaden van contemplatie, 32).

En over een vogel:

Eén vogel zit stil

En ziet het werk van God:

Eén blad dat omdraait,

Twee vallende bloesems,

Tien kringen op de vijver.

Luister dan nog eens met nieuwe oren naar het loven en prijzen van vogels, dieren en bomen.

Trees van Montfoort stemt in met het beeld dat Sallie McFague gebruikt van de wereld als Gods lichaam. Op de omslag van mijn boek Het bezielde landschap staat een schilderij van de Canadese kunstenaar Emily Carr uit 1939. Het heet Trees in the sky. Alles daarin trilt en golft door de bezielende godsaanwezigheid (zie de afbeelding).

Zij schrijft in haar dagboek: Er is niets zo sterk als groeien. Niets kan die kracht breken die rotsen en plaveisels splijt en zich verspreidt over de velden… Ook al doodt men het of trapt men het plat, het kan niet vernietigd worden. Er zit leven in de bodem. Raak het aan met lucht en licht en het barst naar buiten als een ontstoken lucifer. Niets is dood, zelfs een lijk niet. Het wordt opgenomen in de elementen als de geest het heeft verlaten. Maar zelfs voor de geest die weggaat is er leven, grenzeloos leven, onweerstaanbaar en glorieus, fris en zuiver, God.

Vraag: Kijk eens naar de afbeelding van het schilderij en lees de tekst uit haar dagboek. Wat verandert er in jouw verhouding tot de wereld als je haar zou zien en ervaren als het lichaam van God?

Maaike de Haardt schrijft: ‘Kunstenaarschap, maar ook vakvrouwschap, ambachtelijkheid, creativiteit, scheppend vermogen, ze overstijgen op een bepaalde en veelal onzegbare manier de rationaliteit van het denken, de wetenschap, en het conceptuele. Om die reden is het een vorm van weten en kennen waar door de wetenschap doorgaans op neergekeken wordt. Het is te alledaags, te gewoon en dus kan het niets betekenen, zo luidt veelal het oordeel. Erger nog, deze lichaamskennis is grotendeels gebaseerd op wat niet-intellectueel gekend wordt, wat niet vanuit een theorie verklaard kan worden of wat niet of niet precies onder woorden kan worden gebracht.’ Als we deze uitspraak combineren met het beeld van Sallie McFague, betekent dit dat om de wereld te ervaren als lichaam van God we onze ‘lichaamskennis’ moeten ontplooien en minder van de rationaliteit van ons denken moeten uitgaan. Alledaagse spiritualiteit is dus lichamelijke spiritualiteit. Het is geïncarneerde spiritualiteit. Het is een vorm van kennis die ontstaat door aandachtige omgang met de wereld om ons heen, waar niet alleen ons denken, maar ook ons doen, niet alleen ons verstand, maar ook ons lichaam bij betrokken is.

Vraag: Op welke manieren ontwikkel jij jouw lichaamskennis, jouw vak-vrouwschap, creativiteit, intuïtie?

Suggestie: Maak een wandeling door de wijk waar je woont. Kijk aandachtig om je heen. Word je bewust waar je dankbaar voor mag zijn in datgene wat je om je heen ziet. En formuleer in stilte een gebed voor datgene waarin je een nood, een gebrek waarneemt.

Suggestie: Ga in deze dagen voor kerst eens de natuur in en zoek daarin drie dingen die je namens de wijzen uit het Oosten (de drie koningen) aan het kind van Bethlehem zou willen aanbieden. Word je daarbij bewust waarom je deze drie dingen waardevolle, kostbare geschenken vindt.

Maaike stelt in haar artikel een aantal vragen: ‘Vraag is vervolgens wat dan de aard van die kennis en wijsheid is die in dat alledaagse leven wordt opgedaan. Wat houdt die alledaagse spiritualiteit in en wat “leert” het alledaagse ons over God? Welke spirituele kennis en houding vallen te ontdekken in het alledaagse, bij degenen die hun religieuze en spirituele talenten op creatieve wijze hebben ontwikkeld buiten de “erkende” plaatsen die daar de christelijke beelden en symbolen op eigen wijze handen en voeten gaven.’

Vraag: Welk antwoord zou jij geven op deze vragen van Maaike. Zou je het ook kunnen toepassen op deze tijd van het jaar, de tijd van Advent en Kerst?

Literatuur

Emily Carr, Hundreds and Thousands. The Journals of Emily Carr, Madeira Park 2006, 401.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken