Menu

Basis

Eenheid & meerstemmigheid?

We zijn in de Dom van Keulen. Vele eeuwen is er aan deze grote kerk gebouwd. Eeuwenlang is er gezongen en muziek gemaakt. Eenstemmige en meerstemmige klanken vulden de grote ruimte. We lopen naar het 14de eeuwse altaar van de arme clarissen en bekijken de achterkant. Wat zien we? Een gekruisigde Christus, een duif en een hoogbejaarde man, een kruising tussen de paus en sinterklaas. Dat moet wel de Drie-eenheid zijn!

Friedrich Wilhelm Mengelberg (Keulen 1837 -Utrecht 1919) beschilderde het in 1905 in laat neogotische stijl. We zien hoe God de Vader, Jezus Christus de Zoon en de Heilige Geest zijn omringd door engelen opgenomen in een ovaal, een mandorla. Tussen de engelen zie je de zon, de maan, de sterren en onze wereld. In de vier hoeken van de schildering zien wij vier schrijvende mannen, jong, oud en van middelbare leeftijd, die worden vergezeld door respectievelijk een mens of een engel, een leeuw, een rund en een adelaar. Het zijn de evangelisten Mattheus, Marcus, Lucas en Johannes. Wat kan deze schildering ons vertellen over meerstemmigheid die wél voorkomt uit één bron?

Een worsteling van eeuwen

Maar wat zegt het ons nog: Drie-eenheid, één god in drie personen? De vraag is niet nieuw. Het is een worsteling van eeuwen. Van steeds weer opnieuw pogen om dit grote geheim te formuleren en óók hoe af te beelden. Toch bidden en dopen wij met een zeker gemak: in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Het vraagstuk van de goddelijke drie-eenheid is niet eenvoudig, maar heeft zijn wortels in de Schrift en is de samenvatting van ons christelijk geloof: de Schepper als een goede, barmhartige Vader, de mens Jezus, zijn liefste kind, zijn zoon, die de vader een gezicht geeft. In wie de Vader aan het licht komt als in geen ander omdat hij God doet. En dan hun geest, die waait waar zij wil en mensen in godsnaam aanzet om te doen als God, om Jezus achter na te gaan.

Persona

Eén God in drie personen: maar dat kan niet! roepen velen. Staan we dan met een mond vol tanden? Wij worden op het verkeerde been gezet door het woordje persoon. In onze taal duidt dat op een unieke mens die los staat van andere mensen. Maar het woord persoon, als wij over één god in drie personen spreken, komt via het Grieks uit het Latijn waar het woordje persona masker betekent en verwijst naar het toneel. Toneelspelers droegen in die tijd dikwijls maskers om aan te geven welke rol zij speelden. Eén speler kon bijvoorbeeld drie keer een verschillend persona-masker opzetten om drie verschillende rollen te spelen. De Drie-ene God leert ons dat God op drie manieren mét ons gaat. Zoals je als unieke mens moeder of vader bent, maar ook zoon en dochter en ook nog eens – wie weet – een begeesterende collega op je werk.

Dan de evangelisten. Schrijven zij allen hetzelfde verhaal? Geen sprake van! Bij snelle Marcus is Jezus op zoek naar zijn roeping. Matteus zit boordevol verwijzingen naar de Tenach. Lucas neemt het op voor de armen en Johannes, de theoloog, neemt ons als adelaar mee naar verre hoogten. Dus geen evangelieharmonie meer samenstellen? Nee, nooit meer doen! De achterkant van het oude altaar in de Dom van Keulen leert ons dat God werkt en zijn woord tot ons spreekt in grote verscheidenheid. Zeg maar polyfoon. Maar uiteindelijk is het unisono: één stem. En het afbeelden van de drie-ene God? Laten we het maar niet meer doen, indachtig de uitspraak van Anselmus van Canterbury (11de eeuw): God is datgene, groter dan hetwelk niets gedacht kan worden!

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken