Menu

Basis

Excuses, en dan?

Een pleidooi voor een Nederlandse Waarheids- en Verzoeningscommissie.

Op 19 december 2022 bood premier Rutte excuses aan voor het slavernijverleden. De aanloop ernaartoe was buitengewoon rommelig, daar zijn alle partijen het over eens. Toch maakte de toespraak van Rutte diepe indruk. In Nederland, in Suriname en op de Antillen. Het was een historisch moment. En de toespraak was zelf ook historisch. Waardig, openhartig en met diepgang. Sindsdien is de sfeer omgeslagen. Er is weinig weerstand meer in de Tweede Kamer over het aanbieden van excuses en ook in de samenleving is een kentering gaande.

Rond Keti Koti op 1 juli 2023 zal uitgebreid worden stilgestaan bij deze excuses en de invloed daarvan. En dan? Excuses aanbieden is niet het eindpunt, maar een eerste stap. Rutte refereerde daar ook aan in zijn toespraak. Er is nog een lange weg te gaan. Maar het is nog onduidelijk hoe die weg eruit zal zien.

Helen als centraal woord

Samen met Kathleen Ferrier pleit ik er al een aantal jaren voor om in Nederland een Waarheids- en Verzoeningscommissie op te richten, naar het voorbeeld van de commissie in Zuid-Afrika onder leiding van aartsbisschop Desmond Tutu. In Zuid-Afrika kwam na de val van het apartheidsregime de vraag op hoe om te gaan met de gruwelijkheden die tijdens apartheid begaan waren. Er werd niet gekozen voor een juridische benadering maar voor een heel andere oplossing. De Waarheids- en Verzoeningscommissie wilde recht doen aan het verleden zodat een betere toekomst voor allen mogelijk zou worden. Heling was een centraal woord. En helen begint ermee om naar elkaar te luisteren. Om verhalen te vertellen, en het verhaal en de pijn en angsten van de ander te willen begrijpen.

Vier stappen naar verzoening

Tutu onderscheidt vier stappen op weg naar verzoening: de eerste twee zijn verhalen vertellen en de pijn benoemen. Pas dan komt er ruimte voor de derde stap: verzoening. Verzoening volgt op het openlijke vertellen van de waarheid, van wat er is gebeurd. De vierde en laatste stap is vernieuwen of loslaten. Bij vernieuwing worden onderlinge relaties bevrijd van de schimmen uit het verleden en kan er gewerkt worden aan een werkelijk gedeelde toekomst.

Het begint er dus mee om eens echt naar elkaars verhalen te luisteren, naar álle verhalen. Ook Nederland staat voor de vraag: hoe ga je om met elkaar en hoe ga je verder, als burgers van een land met een verleden waarin de voorouders van de een de voorouders van de ander haar of zijn menselijkheid ontnomen hebben?

Een geheugen van de slavernij

Wij pleiten daarom voor een Waarheids- en Verzoeningscommissie in Nederland, om ons verleden onder ogen te zien en te zorgen voor de heling die noodzakelijk is voor verzoening.

Wij zien een nationale commissie voor ons, door de overheid ingesteld, die bestaat uit mensen van diverse achtergronden, die boven het politieke en gepolariseerde gesprek staan en ter zake kundig zijn. Deze commissie heeft twee opdrachten. Allereerst brengt zij de geschiedenis in kaart door alle onderzoeken die tot nu toe verricht zijn, bij elkaar te brengen en waar nodig opdracht te geven voor verdergaand onderzoek. Ten tweede heeft de commissie de opdracht om alle verhalen te horen die gehoord moeten worden over hoe dit verleden een rol speelt in het heden. Deze getuigenissen worden opgenomen en zijn toegankelijk voor het publiek. Het onderzoek en de verhalen vormen samen een ‘geheugen van de slavernij’.

Het begint met luisteren

De Nederlandse context is heel anders dan in Zuid-Afrika. Het gaat in Nederland om verhalen uit de afgelopen eeuwen. Velen dragen echter die verhalen met zich mee, de pijn is nog steeds voelbaar. Dat komt grotendeels doordat velen zich niet gehoord voelen, zowel zwart als wit. Pas als er geluisterd is, komt er ruimte voor verzoening. De verzoening wordt benadrukt en verstevigd door een betekenisvol ritueel, dat door dichters, kunstenaars, historici, filosofen en theologen van alle richtingen kan worden vormgegeven en verwoord.

Excuses aanbieden, nadenken over financiële schadevergoeding – dat is goed en van belang. Maar er is méér nodig.

Mag ik er zijn?

Excuses aanbieden, nadenken over financiële schadevergoeding, het is allemaal goed en van belang, maar er is méér nodig. Dat begint met het erkennen dat het debat over het slavernijverleden op een spiritueel niveau gevoerd moet worden. Het gaat om een gemeenschappelijk, spiritueel proces dat niet focust op de schuldvraag, maar draait om vragen als: Word ik gezien? Mag ik er zijn? Mag mijn verleden er zijn? En zijn we verbonden genoeg met elkaar?

Deze vragen gelden voor de nazaten van de tot slaaf gemaakten die zich afvragen of de pijn van hun voorouders wordt gezien en aanlopen tegen racisme en discriminatie. Of zij er wel mogen zijn in Nederland. En het geldt voor hen die al generaties hier wonen en zich afvragen of zij nog wel trots mogen zijn op hun eigen land, en bang zijn dat hun dat wordt afgenomen. Het gesprek voeren op deze spirituele laag zou een ontwapenend bevrijdende en verbindende ervaring zijn.

Joost Röselaers is predikant van Vrijburg Amsterdam. Namens de remonstranten is hij lid van de netwerkgroep 2023 Slavernijverleden van de Raad van Kerken. Hij studeerde theologie in Leiden en Kaapstad, en studeerde af op de Waarheids- en Verzoeningscommissie.


Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken