Menu

Basis

Gesprek tussen bewoners van de Ark Haarlem

‘Ik geef knuffels, heel veel knuffels!’

Mensen met een beperking maken iets zichtbaar dat heilig is: een gestalte van Christus in het hier en nu, als een heilig lichaam. In Arkgemeenschappen wonen zij en hun begeleiders samen onder één dak. Als gemeenschap vormen zij een lichaam. Het gaat er soms lichamelijk aan toe: in De Ark Haarlem mag geknuffeld worden! Een verslag van een gesprek tussen de bewoners.

Gods aanwezigheid wordt zichtbaar in kwetsbare mensen, zo leerde Jean Vanier, de onlangs overleden stichter van de Arkgemeenschappen. Toen hij, bewogen door het lot van mensen met een verstandelijke beperking, twee verstandelijk beperkte mannen uitnodigde met hem samen te wonen, was dit zijn grote en aanstekelijke ontdekking. Wereldwijd zijn er inmiddels 168 leefgemeenschappen van mensen met en zonder beperking, in 38 landen. Zij maken iets zichtbaar dat heilig is: een gestalte van Christus in het hier en nu, als een heilig lichaam. Maar nog meer dan dat: het is een scherp commentaar op een wereld waar een gezond, mooi en begaafd lichaam de hoogste waarde heeft.

Ik (Marianne) ga hierover in gesprek met ‘kernleden’ Ilse, Ezra en Paulien en hun woonbegeleiders Zeger, Anouk en Jan Rotger. ‘Zorgboer’ Stefan en ‘gemeenschapsverantwoordelijke’ Marc schuiven ook aan. Om de spontaniteit van de gespreksdeelnemers te laten zien, is gekozen voor een letterlijke weergave.

‘Vaak hebben we de tirannie van ‘het normale’ niet door.’ (Jean Vanier)

Marianne: Onze samenleving heeft een gezond lichaam en succes in de maatschappij heiligverklaard. Beperkingen zijn er om opgeheven te worden. Maar De Ark heeft een heel andere visie op wat van waarde is.

Jan Rotger: Ik werk al lang in de gehandicaptenzorg. Mijn wens was altijd dat ik mensen met een verstandelijke beperking meer om me heen wilde hebben, in mijn persoonlijke leven. De Ark is een plek waar dat kan, waar we gelijkwaardig met elkaar kunnen optrekken. Mensen met een verstandelijke beperking vormen een spiegel voor mijn ziel. Ik leer van mijn huisgenoten om ook mijn eigen beperkingen te aanvaarden. Iedereen is van waarde, zoals we zijn.

Ilse: Vroeger ben ik veel gepest, op school. Ik was heel langzaam met alles. Hier kan ik mezelf zijn en dingen in mijn eigen tempo doen.

Zeger: Een van de lastigste dingen voor mij is snelheid. Ik merk dat ik vaak dingen veel te snel doe en dat kan heftige weerstand oproepen. Voordat ik het weet heb ik iets gezegd of gedaan dat helemaal verkeerd valt. Zo houden mijn huisgenoten mij met hun reactie een spiegel voor.

Ilse: Soms ben ik ook wel eigenwijs.

Zeger: Het is nog een echte zoektocht voor ons. Alles is wennen, er komt veel op je af. Hoe breng je de aandacht voor je huisgenoten, je relatie en jezelf in balans? Dat is dan ook de bedoeling van onze gemeenschap: dat we samen aan en van elkaar leren.

Ezra: Ik wilde graag in De Ark komen wonen omdat het me gezellig leek, met al die verschillende mensen. En dat is het ook. En ook nog lekker in het groen. Ik werk voor het Provinciaal Waterleidingbedrijf Noord Holland als medewerker groenvoorziening. Binnenkort begin ik aan de groenopleiding op MBO2-niveau.

Zeger tegen Ezra: Je leert ook hier in De Ark van alles. Heel praktische dingen om later zelfstandiger te kunnen wonen. Je houdt je kamer schoon, doet je eigen was. En samen kijken we naar je financiën. En daarnaast sport je ook nog veel!

Ezra: Ik ben lid van een hardloopvereniging, loop de halve marathon. En op zaterdag roei ik , in een G-team van de roeivereniging.

Paulien: Ik wandel graag. Ik heb de Vierdaagse gelopen.

Zeger: In het begin hebben we een gesprek gehad met Jean Vanier. Hij spreekt over de ‘cry of the poor, de roep die uitgaat van, ouderwets gezegd, ‘de arme van geest’. Wij vroegen ons af wat voor ons, als beginnende Arkgemeenschap, vandaag de dag de ‘cry of the poor’ is. Op zich is in Nederland de zorg voor mensen met een gemiddelde verstandelijke beperking goed geregeld. Maar we ontdekten dat (jonge) mensen met een licht verstandelijke beperking tussen wal en schip vallen. Vaak zie je op het eerste gezicht niet dat er sprake is van een beperking: ze kunnen zich best aardig redden, zijn soms niet op hun mondje gevallen. Maar ze missen vaak de vaardigheden om te begrijpen wat er gebeurt in de interactie tussen mensen, wat goed is of fout, wie je vrienden zijn of wie er als zogenaamde vriend misbruik van je maakt.

Naast een verstandelijke beperking speelt autisme vaak een grote rol. Deze mensen hebben geen intensieve dagelijkse verzorging nodig, maar wel een grondige begeleiding op weg naar een grotere zelfstandigheid. Onze overheid vindt dat ze met een paar uurtjes begeleiding per week wel zelfstandig kunnen wonen, en dat ze een baan moeten kunnen vinden bij reguliere werkgevers met een inkomen op bijstandsniveau. De grote zorginstellingen nemen ze niet op, omdat ze te weinig zorgbudget inbrengen. Er is veel eenzaamheid, relaties en seksualiteit zijn vaak problematisch.

Toen wij aan Jean Vanier vroegen wat volgens hem vandaag de dag de ‘cry of the poor’ is, benoemde hij precies deze groep mensen, die niet volwaardig deel kan uitmaken van de samenleving. We hebben nu een diverse groep huisgenoten die zorg krijgt van de woonbegeleiders, die zoveel mogelijk meedoen in het huishouden en ook, op hun manier, zorg heeft voor hun huisgenoten.

Ilse: Ik maak mijn eigen kamer schoon. En vandaag heb ik mijn was gedaan. Ezra: Ik maai het gras. En soms heb ik een kookbeurt, samen met iemand anders. Of ik doe de weeksluiting. Dan lees ik een verhaaltje en kies de liederen uit en zo.

Paulien: Ik heb vandaag de bediening gedaan.

Zeger: Paulien werkt twee dagen in de week in een uitspanning in Castricum, een dag hier bij ons in de werkplaats en ook nog bij een zorgboerderij.

Jan Rotger: Het is een voorrecht om met deze mensen het pad te lopen. Kwetsbare mensen roepen mijn zachtheid op, ze spiegelen me, en stellen me steeds de vraag wat nú echt belangrijk is.

Zeger: Een mooi voorbeeld van zorg voor elkaar gebeurde onlangs. Eva, die ook bij ons komt wonen, was in onze wekelijkse viering. Daar was voor het eerst ook onze vaste logé Joey. Joey is vrijwel blind en spreekt ook niet, hij uit zich onder meer door ‘gepruttel’. Eva heeft het downsyndroom. Tijdens de viering kunnen we een kaarsje aansteken voor wat ons bezighoudt. Eva zei: ‘Ik steek een kaarsje aan voor Joey.’ Dat treft me dan, die zorgzaamheid.

Ilse: Ik geef knuffels, heel veel knuffels! Ik liep stage in een instelling en daar mocht dat niet. Maar hier wel. Hier voelt het niet alsof we in een instelling zijn. Het is meer één grote familie.

Anouk: Dit is een van de vele dingen die ik van onze huisgenoten leer: lichamelijkheid. Er is nooit een verborgen agenda, knuffels geven veiligheid en geborgenheid. Zo leren ze mij dat ik er mag zijn, los van wat ik doe. Ik ben vaak van hen onder de indruk. Ik werk ook nog 24 uur als geestelijk verzorger in een instelling. Maar als ik hier terugkom, dan kom ik echt thuis.

Jan Rotger: En het is hier heel makkelijk om grapjes te maken en gekke dingen te doen!

‘Ontmoeten betekent altijd: ik ben niet beter dan jij. Jij bent niet beter dan ik. Er is maar één ding dat telt: relatie. Hou je van me? Hou je van me zoals ik ben? Dat is waar openbaring plaatsvindt.’ (Jean Vanier)

Ezra: Als je van iemand houdt, dan krijg je een warm gevoel. Dat is fijn. En je moet vertrouwen geven.

Ilse: Dat je iemand accepteert zoals ze zijn, dat je iemand in zijn waarde laat. Je leert mensen ook kennen door goed naar ze te kijken. Ze praten soms moeilijk. Maar dan kijk je naar hun ogen. Kwetsbare mensen hebben iets puurs, iets zachts.

Stefan: Op de tuin ontmoeten mensen elkaar op gelijke voet. Mensen die komen oogsten, wordt de weg gewezen door mensen uit de dagbesteding. Buurtbewoners raken in gesprek met mensen die via de GGZ een tijdje meelopen. Het is heel ontspannen. We verbinden ons met de aarde en met elkaar. Dat motiveert me in mijn werk.

Zeger: We gaan ook regelmatig naar de kerk in het ‘keurige’ Bloemendaal. Heel bijzonder dat we een groep bewoners hebben die graag gaan! Het is mooi hoe we welkom zijn, ook al gedragen onze huisgenoten zich soms wat anders, zoals Joey die pruttelt. Een van ons komt uit een pinksterkerk en gaat altijd staan als we gaan zingen, ook al doet niemand anders dat. Vorige week schoot een dame haar aan en zei: ga jij maar gewoon lekker staan hoor! Het hoort bij de doelstellingen van De Ark om een signaalfunctie af te geven aan de maatschappij, teken te zijn, zodat er transformatie kan zijn.

‘Dit is waar de fundamentele vreugde ligt: daar waar we mensen ontmoeten, niet boven ons, niet onder ons, maar als kinderen van God, samen.’ (Jean Vanier)

Marc: Wij zijn geen organisatie maar een gemeenschap. De viering op vrijdagmiddag en de maaltijd daarna is waar iedereen bij elkaar komt. Daar zijn we allemaal gelijkwaardig op elkaar betrokken. Vriendschap, gastvrijheid, muziek – we zingen vaak vierstemmig(!) – en spiritualiteit zijn de kernwaarden waar De Ark om draait.

De Ark Haarlem

Het ontstaan van De Ark Haarlem is te danken aan Ans van Keulen, die eerder aan de wieg stond van een Arkgemeenschap in Kenia. Mede op verzoek van Jean Vanier, stichter van L’Arche, bekijkt zij vanaf 2012 of zo’n gemeenschap ook in de regio Haarlem te realiseren valt. Daarbij betrekt zij al snel haar man Stefan Fokkink, zorgboer, het echtpaar Lisette Tel en Marc Wopereis plus een ‘dragende groep’.

In 2013 komt deze groep in contact met de Congregatie van de Zusters van Liefde van De Goede Herder in klooster Euphrasia in Bloemendaal. De zusters, die in 2014 hun klooster zullen verlaten, willen dat het landgoed een bestemming krijgt die past bij hun gedachtegoed. De Ark sluit daar uitstekend bij aan. De Ark Haarlem wordt een van de drie partners in het herontwikkelingsproject ‘Dennenheuvel, landgoed met een missie’, samen met de congregatie en GroenRood Vastgoed. Sindsdien verleent de congregatie gastvrij onderdak. De Ark gebruikt enkele grote huiskamers, de keuken en de kapel. Al snel vestigt Tuinderij De Ark zich er.

Vanaf 2015 heeft de gemeenschap een voltallig bestuur. In oktober is de stichting Arkgemeenschap regio Haarlem een feit. Helaas overlijdt een paar maanden later Ans van Keulen. Zij wordt op de begraafplaats van de zusters op Dennenheuvel begraven. Om het aanbod van werk en dagactiviteiten te verbreden en aantrekkelijker te maken, ontstaat in 2016 Werkplaats De Ark.

In 2017 komt op het landgoed huize Pelletier vrij. Dit pand wordt als woonhuis aan De Ark beschikbaar gesteld totdat verdere ontwikkelingsplannen en nieuwbouw gerealiseerd zijn. In 2019 zijn er vier woonbegeleiders en vijf huisgenoten (‘kernleden’) met een zorgvraag. Om hen heen staan tientallen vrijwilligers voor de tuin, de werkplaats, de vieringen, de gemeenschapsactiviteiten. De werkplaats heeft een activiteitenbegeleider. De financiën komen uit zorgbudgetten, giften, donaties en uit de verkoop van groente van de tuinderij en producten uit de werkplaats.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken