Menu

Basis

Gevormd door de geschiedenis

Aldith Hunkar ontdekte dat veel wat ze over haar land wist, toch anders lag. Kees Posthumus interviewde haar over haar nieuwe programma.

Voor de vierdelige EO-serie Firma Erfgoed Overzee reisde programmamaker Aldith Hunkar met een cameraploeg naar Suriname. In haar moederland zocht zij naar Nederlands cultureel en religieus erfgoed.

Voor de vorige twee series van Firma Erfgoed bleef u in Nederland. Waarom nu overzee?

‘2023 is een belangrijk historisch jaar. Het is 160 jaar na de officiële afschaffing van de slavernij, 150 jaar na de daadwerkelijke afschaffing. De ex-koloniën staan behoorlijk in de aandacht. Wij bedachten dit plan al langer geleden. Nu blijkt dat ongeveer iedere cameraploeg in Nederland de oversteek maakt.’

Waarom is het belangrijk om dit erfgoed in beeld te brengen?

‘Ik maak te vaak mee, zeker op sociale media, dat mensen helemaal niets weten. Dat ze niet weten dat Nederland eeuwenlang de baas was in Suriname en de scepter zwaaide in 32 andere gebieden in de wereld. Zodra je dit deel van de Nederlandse geschiedenis tastbaar en zichtbaar maakt, wordt duidelijk hoe het mensen daar en hier gevormd heeft tot wie ze nu zijn.

Neem de manier waarop veel Surinamers hun kinderen opvoeden, met een strenge gebiedende wijs: doe dit, laat dat, pak dat, blijf af. Dat is niet hoe wij zijn, het komt voort uit de koloniale geschiedenis. Afrikanen, van wie ik onder andere afstam, leiden alles in met een omweg en een zekere terughoudendheid. Voordat ze vragen wat ze willen vragen. Dat is er letterlijk uit gezweept. Ze leerden een nieuwe taal die niet de hunne was: direct, dwingend.’

Hoe speelt dit een rol in uw eigen leven?

‘Ik ben geboren voor de onafhankelijkheid van Suriname. In Nederland dus, zij het aan de andere kant van de Atlantische Oceaan. Daarom ben ik hier. Niet om een uitkering te halen, niet om tradities om zeep te helpen. Ik ben hier als Nederlander met alle rechten en plichten van dien.

Dat is ook hoe ik bejegend wil worden. In mijn hart ben ik een wereldburger. Mijn vader was ontwikkelingswerker, ik beleefde mijn jeugd op vier continenten. Daar leerde ik al mij aan te passen aan mijn nieuwe omgeving. Toen ik als jonge vrouw hier kwam wonen, realiseerde ik mij dat ik, wilde ik hier iets bereiken, het op de Nederlandse manier moest doen. Ik mag van mijzelf nooit voldoen aan het kwalijke cliché dat Surinamers altijd te laat zijn. Daarom ben ik altijd de eerste die ergens arriveert. Ik heb geleerd direct te communiceren. Dat is niet gemakkelijk als je het thuis niet geleerd hebt. Ik heb moeten leren altijd ergens iets van te vinden. Door die aanpassingen pas ik in deze samenleving.’

U reisde voor het eerst in drieëntwintig jaar terug naar uw geboorteland. Hoe was dat?

‘Heel ontroerend. U moet weten: ik ben niet opgegroeid in Suriname en ook niet hier in Nederland. Als ik voorheen in Suriname was, voelde ik mij vaak wat ontheemd. In de ogen van veel Surinamers hoorde ik bij Nederland. Dat was nu minder. Waar wij ook kwamen, ik voelde mij meer dan vroeger zeer welkom. In Suriname is familie erg belangrijk, u kent dat misschien van de interviews van Tante Es, Jörgen Raymann.

Ik interviewde iemand die een beetje familie van mij is. Wie? Kijk zelf maar!

De eerste vraag is altijd: wie is je vader, wie is je moeder? Bij mensen die je op straat tegenkomt, herken je trekken van bekenden: zou het iemand uit die hoek zijn? Dat maakte ik aan de lopende band mee in Suriname: ben je zus van die, een nicht van die? Enig toch? Vaak hadden ze het goed, vooral aan moederskant van mijn familie. Zij was er een van zes kinderen. Alleen zij en haar jongste zusje leven nog, zij wonen in Nederland. Ik interviewde ook iemand die een beetje familie van mij is. Wie? Kijk zelf maar!’

Nu ging u voor uw werk, met een cameraploeg.

‘Dat klopt, maar we wilden niet een soort “Aldith op zoek naar haar roots” maken. Natuurlijk zijn er persoonlijke accenten, zoals mijn school en mijn geboortehuis.

Maar ik ben, precies zoals in de voorgaande series, journalist en presentator van Firma Erfgoed. Zo sta ik daar, ook in Suriname.

Geen ‘Aldith op zoek naar haar roots’

Dat het zo lang geleden was, maakte teruggaan beladen. In Suriname realiseerde ik mij dat ik veel leerde over mijn eigen land, door de ogen van mijn witte redactie. Dat ontroerde mij. Veel van wat ik in mijn jeugd over mijn land had geleerd, bleek niet waar. Dat zet ik in deze serie recht. Een voorbeeld: Surinaamse vrouwen die de koto dragen, de traditionele wijde jurk.

De oorsprong hiervan, de reden waarom kotomisi’s dat doen, is niet wat ik op school geleerd heb. Mij was verteld dat deze kleding haar oorsprong vond in de tijd van slavernij. Niet waar. Het is van na de afschaffing van de slavernij en heeft daarmee een andere, veel positievere lading dan ik vroeger leerde. Het is kleding van zelf bewustzijn, niet van onderdrukking. Hoe dat zit? Kijk zelf maar, vanaf begin juli!’

Ging u terug naar plaatsen uit uw jeugd?

‘Op dag 1 gingen wij naar mijn oude lagere school. Letterlijk met draaiende camera’s stapten we er binnen, kijken wat er gebeurt. Ik begon direct te huilen en hield niet meer op. Ook daar weer een warm welkom. Het was destijds een meisjesschool, met veertig leerlingen in een veel te kleine klas. Ik kwam binnen in het lokaal van de eerste klas en dacht: hier heb ik leren lezen, dit is de basis van mijn werk. Hiervan heb ik mijn carrière gemaakt en feitelijk is het de reden dat ik hier nu ben. Er was niemand meer uit die tijd. De huidige directeur was enthousiast, zocht mij op in het schoolarchief en vond mij. Er was zelfs nog een schoolfoto van mij. Zien? Kijk zelf maar, vanaf begin juli, op NPO 2!’

Bent u godsdienstig opgevoed?

‘Ja, en nee. Van huis uit ben ik katholiek, wij gingen elke zondag naar de kerk. Een fijne kerk, net naast de school. Vrienden van ons gezin kwamen daar ook, de priester was een vriend van de familie. Toen ik ouder werd, ontdekte ik dat ik vooral moeite had met de invulling van het geloof. Dat het in een gebouw moet. Dat de priester alle wijsheid heeft en zijn schaapjes dat gedwee moeten aannemen. Ik ben niet zo’n gedwee persoon. Ik ben voor rede vatbaar, maar “gedwee” is niet een woord dat bij mij past. De kerkgang heb ik vrij vroeg afgeschaft. Dat neemt niet weg dat ik gevoelig ben voor riten en saamhorigheid, voor wat geloof over ons mensen zegt.’

Waar vond u religieus erfgoed?

‘Met Pasen zaten wij in een kerk van de Evangelische Broedergemeente, de EBG. Die heeft een historische waarde, in de afschaffing van de slavernij. Hoe dat precies zit? Kijk zelf maar, vanaf begin juli, op NPO 2, na Nieuwsuur. Vlak na de afschaffing stortte de EBG zich vooral in de binnenlanden op onderwijs, tot op vandaag. Zij scouten daar mensen met talent, die de kans krijgen door te leren in goed vervolgonderwijs. Veel van hen worden hoge pieten. Ik ken een financiële hotshot in de Londense City die uit de bossen van Suriname komt. Dankzij de EBG.

Wij waren ook in een katholieke kerk, de Rosakerk. Elke dinsdag wordt daar sint Antonius in het zonnetje gezet, de heilige van de verloren voorwerpen. Voor het eerst in mijn leven bad ik samen met anderen een hele rozenkrans, een bijzondere ervaring. Wij zaten met dertig mensen in de kerk en raakten biddend in een flow. Weesgegroetjes, onzevaders, de droevige, glorievolle en blijde geheimen, ieder vijf. Tot mijn grote schande moet ik bekennen dat ik de geheimen niet kende, toen heb ik even gezwegen.’

De Europese vertaalslag heeft de oorsprong van bijbelverhalen misschien niet helemaal uitgewist.

Intussen blijft het christendom een geïmporteerde godsdienst, opgelegd door de bezetter.

‘Mensen aan de andere kant van de oceaan gaven daar een eigen draai aan en namen daarbij hun eigen geloof mee. Bedenk dat zij zelf ook uit allerlei delen van de wereld kwamen.

Het bidden van een rozenkrans vreemd? Bidden met kralen is veel ouder dan de rozenkrans! Ik stel mij voor dat mensen van Afrikaanse of oosterse afkomst dachten: wij weten wel hoe dat gaat, bidden met een kralen en een kettinkje.

Ik heb mij er vaak over verbaasd dat mensen die tot slaaf gemaakt waren, zoveel troost vonden en vinden in het geloof van hun onderdrukkers. Ik ben daar eerlijk gezegd nog niet uit, behalve dat geloof de troost geeft, die je hard nodig hebt wanneer je wordt onderdrukt. Misschien is het ook zo dat de bijbelverhalen herkend werden, omdat ze stoelen op veel oudere verhalen uit de landen en religies van herkomst. Denk aan het verhaal over de zondvloed, de verhalen over Maria. Het zou kunnen dat de vertaalslag, die Europa aan die verhalen heeft gegeven, net niet genoeg was om de oorsprong ervan uit te wissen. De verhalen zijn daar ook te groot voor. Het zijn de verhalen van de mensheid en welk geloof je ook aanhangt, de basis is identiek. Je bent onderdeel van een groter geheel, kijk om naar je naaste. Heb elkaar lief, steel niet, moord niet. Die menselijke waarden zijn overal in de wereld dezelfde. De scheiding tussen verschillende godsdiensten kwam pas later. Dat is zeker niet zoals God, de vader, de moeder of hoe je de grootheid ook wilt noemen, het bedoeld heeft.’

Kees Posthumus is kerkjournalist.

Firma Erfgoed Overzee wordt vanaf vrijdag 7 juli uitgezonden rond 22.20 uur, na Nieuwsuur, bij de EO op NPO 2. Firma Erfgoed komt voort uit de nalatenschap van de IKON, die sinds 2016 is opgenomen in de EO. Uit de ‘stal’ van de IKON komen voor dit programma regisseur Wilberry Jakobs en eindredacteur Ida Overdijk.

Aldith Hunkar (Paramaribo, 1962) is journalist, internationaal dagvoorzitter, debatleider en radioen televisiepresentator. Het gezin Hunkar woonde na Suriname in Maleisië, Brazilië en Tunesië. Sinds 1980 woont zij in Nederland en deels in Jamaica. Hunkar werkte sinds 1989 voor tal van programma’s op radio en televisie, voor verschillende publieke omroepen, zoals AVRO, TROS, VPRO, VARA en NPS. Van 1994 tot 2000 werkte zij als redacteur en presentator bij het NOS-Jeugdjournaal. Van 2004 tot 2007 maakte zij reportages voor, en presenteerde zij, het NOS-journaal. Sinds 2007 werkt zij als zelfstandige. Na een lange afwezigheid keerde Hunkar in 2021 terug op televisie als presentator van het programma Firma Erfgoed (EO).


Veiligheid
Woord & Dienst 2023, nr. 6/7

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken