Menu

Basis

Het avondmaal is een maaltijd, maar wat betekent dat?

Man met wijn en brood, voor Heilige Avondmaal, in de hand.
Het Heilig Avondmaal. Bron: Nico Smit via Unsplash

De betekenis van ons liturgische avondmaal zou je ook kunnen bezien vanuit ‘de gewone, dagelijkse maaltijd’. Ze verschillen én ze lijken op elkaar. Ze beïnvloeden en kleuren elkaar. Ze kunnen dan niet meer buiten elkaar…

Afgelopen najaar verscheen de bundel Rond de tafel. Maaltijd vieren in liturgische contexten. Daarin werd vanuit exegetische, historische, antropologische, systematisch-en praktisch-theologische gezichtspunten gereflecteerd op gewone maaltijden, eucharistie en avondmaal. De bundel werd positief ontvangen, getuige recensies in dagblad Trouw, in opiniërend magazine Woord & Dienst en op de site van de Katholieke Vereniging voor Oecumene. In deze bijdrage denken twee van de redacteuren verder over de opbrengst van de reflecties die samenkwamen in de bundel. Zij laten drie dingen zien: het avondmaal kan niet bestaan zonder alledaagse maaltijden; alledaagse maaltijden veranderen wanneer je óók het avondmaal viert, en: juist wanneer je ze op elkaar betrekt winnen ze aan diepgang en betekenis, maar dan moet je ze tegelijkertijd niet met elkaar laten samenvallen.

Geen avondmaal zonder keukentafel

De vraag ‘Het avondmaal is een maaltijd, maar wat betekent dat?’, die de rode draad vormt in de bundel die we redigeerden, opent een breed scala aan perspectieven op het avondmaal én op de ‘gewone maaltijd’. De term ‘avond-maal’ en de aanduiding ‘maaltijd van de Heer’ wijzen er uit zichzelf al op dat het hier om een maaltijd gaat, al heb je er soms wat fantasie voor nodig om het avondmaal als maaltijd te zien. Het verband tussen de twee was voor Jezus en de zijnen wellicht duidelijker dan het soms voor ons is: waar de één het avondmaal als bijzonder ervaart, beleeft de ander er weinig aan: ‘Ik heb er niets mee.’ Het avondmaal (opnieuw) als maaltijd zien, kan de betekenis van beide verdiepen.

Er is soms wat fantasie voor nodig om het avondmaal als maaltijd te zien

Zonder andere maaltijden zou je het vroege avondmaal niet kunnen begrijpen. Je moet weten wat een gewone maaltijd is om een bijzondere maaltijd te kunnen herkennen. Jezus varieerde op de maaltijden van zijn dag, in maaltijden met tollenaars én zijn laatste avondmaal: hij leefde, verkondigde en werkte in en door de cultuur van zijn tijd.

Leonardo da Vinci. Het Laatste Avondmaal (1595-1498)

De vroege christenen gaven in zijn voetspoor een bijzondere betekenis aan de maaltijd waarmee ze de gedachtenis aan hem vierden – en die maaltijd was een variant op wat een ‘gewone maaltijd’ was in hun tijd; het geloof bestond voort in culturele vormen. In die maaltijd werd Jezus Christus als levend tegenwoordig ervaren, beleefd en beleden door gemeenschap, door woorden en gebeden, door het voedsel en de onderlinge omgang.

Met gebroken brood en vergoten wijn herinnert het avondmaal aan tekorten, aan gebroken mensen, vergoten bloed, verspilde levens

In het vroege christendom leken de maaltijden om Christus mee te gedenken dus op andere maaltijden in de wereld van alledag. Maar: ze vielen er niet mee samen. Paulus maakt hier uitgebreid een punt van. Als je de maaltijd van Christus eet, kun je bijvoorbeeld eigenlijk niet ook nog de maaltijd met andere goden genieten, zelfs als je weet dat die goden niet bestaan (zie 1 Kor. 8 en 10). Het avondmaal lijkt op andere maaltijden, zeker, maar bij déze maaltijd gaat het om Christus, die zijn leven gaf voor anderen, die gekruisigd werd vanwege zijn trouw aan God en mensen en die van de doden verrees. Dat is niet zomaar hetzelfde als een maaltijd gewijd aan Zeus, Bacchus, of nog een andere god.

Ook vandaag de dag kun je zo naar het avondmaal kijken: als ‘een bijzondere gewone maaltijd’. Het bijzondere ervan – de gedachtenis van Christus, de gemeenschap met mensen met wie je geloof deelt, de viering in verbondenheid met christenen wereldwijd – blijkt vooral als je ook gewoon het dagelijkse ontbijt kent (het ontbijt waarvoor je misschien ook bidt, maar dat toch anders is) en denkt aan allerlei andere momenten waarop je eet en drinkt: het avondmaal is hetzelfde en toch anders. Dat gaat ook op voor de betekenis: een gewone, goede maaltijd kan ‘lekker’ of ‘gezellig’ zijn, maar de woorden die aan avondmaal of eucharistie gegeven worden, laten vaak een meerwaarde zien. Het avondmaal is meestal niet gezellig, en lekker is avondmaalswijn of -brood meestal ook niet. Dat past bij de inhoud, de woorden van de gedachtenis van Christus’ leven, dood en verrijzenis. Zij hangen nauw samen met de vorm van het avondmaal: het gaat niet vooral om calorieën of een goed gevulde maag waarmee je de komende uren kunt doorkomen, het gaat om een stuk brood en een slok wijn met speciale betekenis. Die betekenis hecht zich aan culturele vormen (denk aan stukjes casinobrood, ouwels, gebroken matzes), omdat we als mensen in een cultuur bestaan en leven, maar valt nooit helemaal met die vormen samen. Christus wil onder ons zijn in die vormen en rekt die culturele vormen ook op. Een avondmaal bevat calorieën en ja, ook vrolijke dankbaarheid, tegelijkertijd bestaat het uit gebroken brood en vergoten wijn. Het avondmaal dist daarmee op wat niet zo gezellig is en wat aan tekorten herinnert, aan gebroken mensen, aan vergoten bloed, verspilde levens. Het herinnert aan ons eigen gebrek, geestelijk, lichamelijk, en al die vormen van tekort in de wereld waaraan Christus gestorven is, tekort aan God ook (geen avondmaal zonder Christus’ schreeuw van het kruis). Het is zo een maaltijd die voedt en die van honger bewust maakt, sterker nog: een maaltijd die hongerig en dorstig maakt naar de voltooiing van Gods schepping, naar verlossing, eindelijk. Het avondmaal laat zich beter begrijpen dankzij gewone maaltijden: door het als maaltijd te herkennen wordt in de vergelijking daarmee ook het bijzondere karakter ervan duidelijk.

Het avondmaal kan zelfs irritant aanwezig zijn, als een dissonant of valse noot

Geen gewone maaltijd meer zonder avondmaal

Wie avondmaal viert, kan dat ‘gewoon aan tafel’ dus eigenlijk niet vergeten. Maar het omgekeerde is ook waar: het avondmaal werpt nieuw licht op iedere gewone maaltijd. Er klinkt een echo van het avondmaal in iedere pan soep, iedere stamppot en iedere ovenschotel. Daarmee wil niet gezegd zijn dat iedere maaltijd zo avondmaal wordt, maar ze zijn wel met elkaar verbonden. Iedere maaltijd die je eet wanneer je regelmatig avondmaal viert – zij het iedere zondag, tweewekelijks, maandelijks, of een paar keer per jaar – herinnert aan wat een maaltijd nog meer kan zijn dan ‘alleen maar’ gezellig (hoe belangrijk ook), ‘gewoon lekker’ (hoe fijn ook), ‘gezond en voedzaam’ (hoe goed ook). Iedere maaltijd – zo echoot het avondmaal, de gedachtenis van Jezus’ leven, dood en verrijzenis, erin door – laat je eigenlijk ook verlangen naar meer: naar dat avondmaal, maar vooral ook naar dat waar het avondmaal een voorsmaak van wil zijn: een maaltijd waarin aan allen recht wordt gedaan. Zelfs wanneer je een blik Unox opentrekt, omdat je even geen tijd hebt om zelf te koken: ook dat laat verlangen naar meer; als je alleen eet, naar een maaltijd met Christus misschien; naar een echte maaltijd met vrienden of met je complete gezin misschien; of naar die maaltijd die de hele wereld voedt. Andersom kan, wanneer je gezellig zit te eten in goed gezelschap, het avondmaal zelfs irritant aanwezig zijn, als een dissonant, of zelfs gewoon een valse noot: herinnerend aan een maaltijd die meer is dan gezellig en goed voor het eigen clubje, maar die, in het voetspoor van Christus, alle mensen wil insluiten en recht doen en álle monden voedt.

Avondmaal en gewone maaltijd: allebei maar niet samen

In het bovenstaande hebben we een paar overeenkomsten én verschillen tussen avondmaal en gewone maaltijden benadrukt en die zijn beide van belang. Avondmaal en gewone maaltijden laten samenvallen, laat alle spanning, al het schuren, al het wakker geroepen worden, wegvallen. Juist de spanning tussen Christus en cultuur – waarbij Christus en het christelijk geloof wel culturele vormen aannemen, maar deze ook uitdagen en oprekken – is van belang als je het avondmaal én de gewone maaltijd in onze cultuur recht wilt doen. Dan kun je ook gaan zien hoe wezenlijk het christelijk geloof verbonden is met het lichamelijke, het materiële, het culturele, met alle verlangens en behoeften die daarbij horen. Het verhindert een vergeestelijking van de maaltijd van de Heer én schept alle ruimte voor juist de Geest om ons in onze culturele gevormdheid uit te dagen, naar meer te laten verlangen dan wat binnen ons bereik ligt, dan wat we prettig vinden zelfs. De Geest dist in het avondmaal namelijk ook alle rotzooi op, alle pijn in de wereld – we vieren met gebroken brood (netjes gesneden blokjes of ongebroken brood zijn zo bezien eigenlijk vreemd): het gaat om de gedachtenis van Jezus’ gebroken lichaam – binnen en buiten onze gemeenschap. De Geest irriteert ons ook bij de meest aangename maaltijd, al is het maar even, door een echo te laten horen van het avondmaal, dat nóg meer is dan gezellig, gezond of smaakvol. Tegelijkertijd ligt de meerwaarde van het avondmaal niet in het avondmaal zelf: die houdt het zicht open op Gods hemelse maaltijd waar wij gasten zijn en waar ons verlangen wordt vervuld. Alle maaltijden die we genieten – de dagelijkse en het avondmaal, juist in hun samenhang en onderscheid – kunnen dat verlangen levend houden. Proef hoe ze smaken naar meer!

Mirella Klomp is werkzaam als universitair docent Praktische Theologie aan de Protestantse Theologische Universiteit.

Peter-Ben Smit is hoogleraar Contextuele Bijbelinterpretatie aan de Vrije Universiteit en bijzonder hoogleraar vanwege het oud-katholieke seminarie aan de Universiteit Utrecht.


Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken