Menu

Premium

Kringviering: Thomas – gevoelig als een tweeling

Thema: meevoelen met de gewonden
Boogde datum: 8-4-2018
Beoogd gebruik: kringviering of huiskamerviering

Bij Psalm 35 en Johannes 20:24-31

Zie ook

Uitgangspunten bij het thema

Thomas, met de opvallende bijnaam ‘Didimus’, ‘Tweeling’, zal alleen geloven in het ‘opgestane Lichaam van Christus’ wanneer de schendingen in dat lichaam voelbaar zijn.
Het Lichaam van Christus, oftewel samenleving van mensen, is een geloofwaardige samenleving wanneer de leden bereid zijn om zich te ontfermen over de geschondenen en bereid zijn om de oorzaken van de schendingen onder ogen te zien. Als in de samenleving hier geen oog voor is, dan is ze ongeloofwaardig.

Liturgie

Teksten die de voorganger (of liturg) uitspreekt staan cursief.

  • Orgelspel (of andere muziek)

  • Welkom

  • Stilte

  • Aanvangslied: Psalm 81:1,2,4

  • Bemoediging en Drempelgebed

Ouderling: Onze hulp is in de naam van de Heer
Gemeente: Die hemel en aarde gemaakt heeft
O: Die trouw blijft tot in eeuwigheid
G: En niet loslaat het werk van zijn handen
O: Gij die ons tegemoet treedt in mensen
G: Wees hier aanwezig
O: Gij die vreugde schept in mensen die elkaar bijstaan
G: Wees onze Bron
O: Gij die geen mens veracht, geen naam vergeet
G: Doe ons U volgen, waakzaam en liefdevol.
G: samenzang: Psalm 81 in wisselzang: vers 5 allen, 8 ene kant, 11 andere kant, 14 allen.

  • Inleidend woord

  • Kyriegebed

Laat ons de Heer aanroepen voor de nood van de wereld en zijn naam prijzen, want zijn barmhartigheid kent geen einde.
God, macht van geven, ontvangen en doorgeven,
U die ons de adem geeft om te spreken en te zingen

en het verstand om plannen te maken
en lef en liefde om in praktijk te brengen,
omdat onze woorden loze woorden kunnen zijn,
omdat onze plannen ten koste kunnen gaan van het welzijn van anderen
omdat lef en liefde soms woorden blijven zonder praktijk
daarom bidden wij samen:

[Gezongen refrein van NLB 547]
Kyrie eleison, wees met ons begaan,
doe ons weer verrijzen uit de dood vandaan.

God,
mensen doden mensen, alleen maar omdat de ander anders denkt en zich anders gedraagt;
mensen bestelen mensen omdat ze willen voelen wat rijkdom is en neerzien op de middelmaat en wegkijken van armoede.
Daarom bidden wij samen:

[Gezongen refrein van NLB 547]
Kyrie eleison, wees met ons begaan,
doe ons weer verrijzen uit de dood vandaan.

God,
mensen denken dat ze er niet toe doen omdat hun liefdedaden klein en onbetekenend lijken.
Help ons om beter te voelen wie we zijn en voelen wie anderen zijn
en zet ons weer met beide benen
op de grond van onze eigen kleine wereld
die deel uitmaakt van ieders grote wereld.
Zo bidden wij samen:

[Gezongen refrein van NLB 547]
Kyrie eleison, wees met ons begaan,
doe ons weer verrijzen uit de dood vandaan.

Zo bidden wij samen:
Heer ontferm U, Christus ontferm U, Heer ontferm U over ons,
Amen.

  • Glorialied: NLB 413:1,2 Grote God, wij loven U

  • Gebed bij de opening van de Bijbel

God van de hemelse machten,
God van woorden en daden die ons bestaan tarten:
kom met uw Geest in onze harten en hoofden;
stop het geweld onder elkaar,
ontregel onze afkeer voor elkaar.
(Allen:) NEEM WEG DE AFKEER VAN ONSZELF.
Wek opnieuw onze eerbied voor elkaar.
BEHOED ONS VOOR MINACHTING.
Herschep uw kerk tot een oefenplaats van toewending,
TOT EEN BOUWPLAATS VAN VREDE,
tot een gedurfde plek van godsdienstige vernieuwing en hartelijkheid.
KOM HEILIGE GEEST,
IN NAAM VAN JEZUS CHRISTUS ONZE HEER.
AMEN.

  • Schriftlezing: Psalm 35:9-24a en Johannes 20:24-29

  • Psalm 35:9-24a

(Door twee stemmen voor te lezen:
stem 1 de bovenste niet cursieve regel,
stem 2 de daaropvolgende cursieve regel.
Twee keer is er een regel die op zichzelf lijkt te staan.)

Ik zal juichen om de HERE,
mij verheugen over de redding die hij brengt.
Uit de grond van mijn hart zal ik zeggen:
HERE, wie is aan u gelijk?

U bevrijdt de zwakken van hun onderdrukkers,
de zwakken en de armen van hun uitbuiters.

Valse getuigen staan tegen mij op
en vragen mij naar wat ik niet weet.

Ze vergelden goed met kwaad,
ik voel mij van ieder verlaten.

Waren zij ziek, ik trok een boetekleed aan,
en bleef mijn gebed onverhoord, ik pijnigde mij door te vasten.

Ik liep rond als waren zij vrienden, broers,
ik ging in het zwart gehuld en liep gebogen als iemand die rouwt om zijn moeder.

Maar toen ikzelf dreigde te vallen,
verheugden zij zich,
ze liepen te hoop
en sloegen me onverwachts neer,
ze hadden me willen verscheuren, die bende godvergeten spotters
met een grijns op hun gezicht.

Here, hoe lang nog blijft u toezien?
Behoed mij voor hun moordlust,
red mijn kostbaar leven van die leeuwen.

Dan zal ik u prijzen in de gemeenschap,
u loven waar heel uw volk bijeen is.
Gun mijn vijanden, die valsaards, geen leedvermaak,
mijn redeloze haters geen blik van triomf,
want het woord vrede kennen zij niet,
en tegen de weerlozen in het land smeden zij bedrieglijke plannen.

Ze roepen spottend,
hun mond wijd open:

‘Zie hém daar!’
U hebt het gezien, HERE, zwijg dan niet,
mijn Here, houd u niet ver van mij.

Verhef u, ontwaak, mijn God en mijn Here,
verdedig mij, vecht voor mijn zaak.

Doe mij recht, HERE, mijn God,
u bent rechtvaardig.

  • Johannes 20:24-29 (NBV)

  • Antwoordlied: NLB 538:4 Een mens te zijn op aarde

    [Als er leiding is kunnen kinderen (eventueel ook tieners en ook ouderen als daar behoefte aan is) naar een eigen ruimte (suggesties voor invulling zie onder)]

  • Preek (zie onder)

  • Antwoordlied: NLB 647 Voor mensen die naamloos, kwetsbaar

  • Collecte

  • Gebeden

Dankgebed, voorbeden

God, wij danken voor Uw Woord dat het goede met ons allen voorheeft.
Wij danken voor Jezus en voor allen die ons voorgaan in de zoektocht naar het leven en het samenleven.
Wij danken dat mensen solidair met elkaar willen zijn en moeite doen om mee te voelen en in te voelen en werk maken van het bijstaan en opvangen van elkaar.
Wij danken voor mensen die ondanks hun eigen nood opmerkzaam zijn voor de nood van anderen.
Wij bidden voor alle mensen die onrustig zijn vanwege het naderende einde van dit aardse leven.
Wij bidden om verlichting, en als het kan genezing, voor hen die ziek zijn, thuis of ergens anders verpleegd worden of revalideren.
Zo bidden wij samen:

Lied: Licht dat terugkomt

Wij bidden om aanvaarding van hoe ons leven is gelopen tot op heden
en bidden om kracht om verleden te verwerken en om naar vermogen te herstellen en te vernieuwen.
Wij bidden om een goede opmerkzaamheid zodat we de menselijke waardigheid die ieder toekomt erkennen en hooghouden.
Zo bidden wij samen:

Lied: Licht dat terugkomt

Wij bidden dat onze inspanningen voor elkaar gezien worden en gewaardeerd.
Dat dat ons kracht zal geven en rust, want het leven en de levensloop van de ander hebben wij niet geheel in de hand.
Soms hebben wij veel gegeven aan de ander en loopt het toch mis.
Dat wij dan niet in paniek raken of onszelf onterecht schuldig gaan voelen.
Wij bidden dat we elkaar zullen helpen in nood, in het bijzonder de mensen die hun woonplaats vanwege geweld of radeloosheid ontvlucht zijn.
Zo bidden wij samen:

Lied: Licht dat terugkomt

Stilte en Onze Vader

  • Slotlied: NLB 630:1,4 Sta op! Een morgen ongedacht

  • Zegen

De God die Liefde is zal u zegenen en beschermen.
Deze Liefde zal haar stralend Aangezicht over u laten schijnen
en u genadig zijn.
De Eeuwige God zal zijn Aangezicht naar u toewenden,
en vrede plaatsen op uw weg.

gevolgd door:

  • Orgelspel (of andere muziek)

Preek

Gemeente van Jezus Christus,

Afgelopen week was het 50 jaar geleden dat Martin Luther King overleed door de gevolgen van een aanslag.
Vlak daarvoor had hij het volgende gesproken:
We hebben een groot huis geërfd waarin we samen moeten leven.
Eén familie, die – omdat we niet meer apart kunnen leven – hoe dan ook moet leren om met elkaar te leven, in vrede.
Tegen een collega in Den Haag die hem ooit ontmoette zei hij:
‘Kerken zouden zich veel meer moeten verzetten tegen het schrijnende onrecht van rassendiscriminatie.
Kerken en christenen blijven in gebreke, missen daadkracht en gevoel voor urgentie.
Wij zullen moeten boeten voor de woorden en daden van haat van de kwaadwillenden,
en ook voor het schandalige stilzwijgen van de goedwillenden.’

Vandaag en vorige week lezen we het verhaal – het getuigenis – van Jezus’ opstanding uit de doden.
Wat wil dat verhaal, dat getuigenis, ons zeggen?
Wil het ons zeggen dat we geloven zullen dat de overledenen zullen leven?
Maar dat geloofden velen in Jezus’ tijd al.
Ook Jezus gelooft dat de doden leven voor God.
Welke extra betekenis heeft dan het getuigenis van Jezus’ opstanding en zijn verschijningen?
Elk van de vier evangelisten lijkt hier weer een ander accent te leggen.
Het Johannesevangelie legt sterk de nadruk op hoofd en lichaam.
Er wordt verteld dat de doeken waarin Jezus’ lichaam was gewikkeld op een andere plek liggen dan de doek die om zijn hoofd was gewikkeld.
Hoofd en lichaam van de opgestane Christus worden onderscheiden.

Jezus is een bijzondere Messias.
Eén die nog niet tot zijn bestemming is gekomen omdat Messias Jezus niet los verkrijgbaar is.
Zoals een hoofd niet zonder ledematen kan.
Of: een begin niet zonder vervolg.

Het Lichaam van de Messias – Jezus en wij allen – ;
het Lichaam van Christus, dat Lichaam is geschonden.
Het vertoont vanaf het begin wonden en littekens.
Het draagt alle geschonden, geslagen, verslagen, gemartelde mensen mét zich en ín zich mee.
Het roept ons op om de littekens te zien, te erkennen, opdat wij elkaar en elkaars pijn niet vergeten.

We komen bij Thomas die de littekens van Jezus wil voelen.
Thomas lijkt niet bang uitgevallen.
Als de anderen bang binnen zitten, is hij niet aanwezig.
Hij durft naar buiten te gaan.
Misschien omdat hijzelf aan den lijve allerlei ellende heeft ondervonden.
Eerder in het Johannesevangelie zegt hij:
‘Laten wij met Jezus meegaan om met hem te sterven.’

Thomas lijkt zich moedig in te willen zetten voor een Messiaanse beweging die risico’s durft te lopen.
Als mensen lijden vanwege onrecht of vanwege onverschilligheid of haat of minachting,
dan lijkt Thomas niet bang om voor de lijdenden op te komen, hen recht te doen, hen zichtbaar te maken, en het kwaad waar ze onder lijden zichtbaar te maken,
ook al kan zijn leven in gevaar komen.
‘Laten wij met Jezus meegaan om met hem te sterven.’

Gelooft hij alleen maar in de Messiaanse beweging,
in het Lichaam van Christus,
wanneer dat Lichaam niets en niemand onzichtbaar maakt?
Het Lichaam van Christus bestaat uit zowel gezonden als zieken, armen als rijken, geluksvogels en pechvogels,
én zal daar tegelijk níet in berusten.

Worden wij in dit Evangelie opgeroepen om Thomas na te zeggen:
‘Alleen als ik de wonden van de spijkers in zijn handen zie en met mijn vingers kan voelen,
en als ik mijn hand in zijn zij kan leggen, dan zal ik geloven in het levende Lichaam van Christus.’

Thomas roept mij om het donker, de pijn, het onrecht in onze samenleving publiekelijk mee te voelen.
Want is een samenleving niet pas echt een samenleving, een geloofwaardige samenleving
wanneer mensen met elkaar meevoelen en mee willen werken aan herstel?

Jezus zegt: ‘Omdat je mij gezien hebt, geloof je.
Gelukkig zij die niet zien en toch geloven.’
Wie zijn dat, die niet zien en toch geloven?
Ik kan het momenteel maar op één manier zien:
dat zijn de mensen die zo geschonden zijn dat ze niets en niemand meer opmerken vanwege hun eigen ellende.
Als zij ondanks hun ellende toch nog een vonkje hoop en geloof hebben in een samenleving die zich om hen bekommert,
als zij ondanks alles toch verder kunnen kijken dan hun eigen nood,
dan hoor ik dat Jezus hen ondanks hun lijden toch, vanwege dat vonkje hoop en geloof, gelukkig prijst.

Velen zullen net als Thomas zich geroepen weten om mee te voelen, al was het maar met één iemand die getroffen is door ongeluk.
Maar, hoe doe je dat?

De uitroep van Thomas heeft mij op een spoor gezet.
De uitroep van Thomas – ‘Mijn Here en mijn God’ – lijkt te verwijzen naar Psalm 35.
Alsof Thomas ons de psalmen aanbeveelt als oefening om je in te leven in het geschonden leven van anderen.

Psalmen bieden gelegenheid om mee te gaan, mee te voelen.
Vaak wordt een uitspraak herhaald, maar net even met andere woorden.
Alsof tweelingen aan het woord zijn die niet precies op elkaar lijken,
maar wel innig op elkaar betrokken zijn.
Tweelingen kunnen elkaar goed aanvoelen, soms zelfs over grote afstand.
Thomas draagt de bijnaam ‘Tweeling’.
Ik hoor het als een erenaam vanwege grote gevoeligheid voor het lot van anderen.

In Psalm 35 is een mens aan het woord die zegt:
mij is onrecht aangedaan, ik zoek naar mensen die mij recht doen in plaats van mijn lot verzwijgen.
En als je dan de Psalm rustig leest is het net alsof er iemand met deze mens meeloopt.
Iemand die bereid is om te luisteren en mee te verwoorden en zo mee te voelen.

Als we ons oefenen om gevoelig als een Tweeling op elkaar betrokken te raken,
dan doen we Thomas’ bijnaam eer aan.

Meeleven en meevoelen met elkaars verwonding kan de ander en mijzelf helpen om in de mensengemeenschap te blijven geloven.
Laat ieder zich dan inspannen om gevoel op te kunnen brengen voor wie lijdt,
niet bang voor de gevolgen die dat kan hebben wanneer van het lijden een roep uit gaat om onze stem te verheffen en recht te doen.
Dan werken we mee aan lachen door tranen heen.
Dan kan er weer iets van geluk gedeeld worden dat de opgestane Jezus ons allen zo gunt.

Suggesties voor kinderen (in hun eigen ruimte)

Voor de kleinsten

Handpop Pim – in het bijzonder bedoeld voor de kinderen van 0-6 jaar en eventueel hun ouders.
Pim heeft pech en weet niet meer hoe het verder moet. Hij vraagt de kinderen om raad. Die proberen hem te helpen.

Voor oudere basisschoolkinderen en jonge tieners (en eventueel een groep oudere tieners)

Speels kunnen de kinderen met de geest van de Psalmen aan de slag.

Het ene kind mag kort iets zeggen over hoe het zich voelt, bijvoorbeeld:

Ik ben blij.

De andere kinderen luisteren goed wat gezegd is en borduren daar op voort en één van hen wordt gevraagd nu iets te zeggen wat er bij past, bijvoorbeeld:

ik huppel naar school

Opnieuw luisteren de andere kinderen goed wat gezegd is en borduren daar weer op voort en één van hen wordt gevraagd nu iets te zeggen wat er bij past, bijvoorbeeld:

ik zing er een liedje bij.

Als het borduren op is, dan mag een ander kind zeggen hoe het zich voelt en luistert ieder, en begint het borduren weer van voor af aan.

Vervolgens kunnen de kinderen twee aan twee één tekening maken: De leiding verdeelt de aanwezigen in groepjes van twee en laat ze tegen over elkaar zitten aan tafel. Samen krijgen ze één blad. De opdracht is om daar samen op te tekenen: Eerst een eigen deel tekenen op het deel van het blad wat naar jou toegekeerd ligt. Vervolgens ga je allebei kijken wat de ander getekend heeft en ga je er met z’n tweeën een geheel van maken. Voorafgaand aan deze oefening kun je ontspanningsoefeningen doen.

Oudere tieners kunnen, voordat ze gaan tekenen, luisteren naar het lied van Claudia de Breij ‘Mag ik dan bij jou’. Een prachtig lied met daarin de geest van de Psalmen: er wordt iets gezegd en vervolgens wordt het, al aanvoelend, herhaald, verbreed, verdiept. Het lied op zichzelf is een zeer invoelend lied over onze kwetsbare menselijkheid.

Bronnen

Licht dat terugkomt: Tekst van Marijke de Bruijne, muziek van Anneke van der Heide. Afkomstig uit het oratorium ‘Als de graankorrel sterft’. Opgenomen in Zangen van Zoeken en Zien (lied 182; Kok, 2015).

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken