Menu

Premium

Preekschets Job 3:23

Negende zondag na Pinksteren

Waarom geeft God het licht aan hem voor wie de weg verborgen blijft, wie hij de weg verspert?

Job 3:23

Schriftlezing: Job 3

Thema: Waarom moet ik leven?

Het eigene van de zondag

In de zomerperiode hebben de zondagen niet een specifieke betekenis in het kerkelijk jaar. Daarom biedt deze periode een goede gelegenheid vrije preekstof te kiezen, zoals uit het relatief onbekende bijbelboek Job. Wie erover wil preken op een verantwoorde wijze, dient de lijn die door Job loopt, helder te zien. Dit bijbelboek is zorgvuldig opgebouwd en werkt gestructureerd naar een uitkomst toe. Na de het verhalende deel, bevat het derde hoofdstuk de eerste toespraak: het is Job, die de stilte verbreekt. Dat doet hij met een bittere klacht. Op deze toespraak zullen de vrienden reageren, en Job reageert weer op hen. Dat is het grootste deel van dit bijbelboek. In dit hoofdstuk zitten reeds al de ingrediënten die in het vervolg worden opgepakt en uitgewerkt door Job en zijn gesprekspartners en tot slot door God.

De poëzievorm waarin de toespraken zijn opgeschreven, creëert enerzijds een afstand voor de moderne hoorder. Mensen hebben al snel de neiging te denken: “Waar gaat dit over?” Mede daardoor wordt Job nogal eens als een moeilijk boek ervaren. Anderzijds ontroert de poëtische taal juist weer mensen die daar ontvankelijk voor zijn. De uitdaging is om iedereen mee te nemen als je preekt over een gedeelte uit de toespraken. Die mogelijkheid is er zeker. Wat Job beleeft en zegt, is uit het leven gegrepen.

Uitleg

Kernthema’s in dit hoofdstuk zijn: in de confrontatie met extreme tegenspoed ontkent Job zijn pijn niet maar uit deze onverbloemd, Jobs vragen zijn een aanwijzing van zijn onschuld voor God, en zijn pijn verduistert zijn waarneming van God.

Job 3 is één lange bittere klacht. Zeven dagen heeft Job gezwegen, terwijl hij zijn rampspoed verwerkte. De drie vrienden die op rouwbezoek kwamen, waren daarin solidair. Job gooit zijn klacht eruit. Hij maakt van zijn hart geen moordkuil. Jobs emoties zijn diep, ruw, afschuwelijk. Job verwenst het leven en elk aspect van het bestaan. Hij concentreert zich helemaal op zijn gevoel, elk redeneren ontbreekt in Job 3. Dat is opvallend, omdat de volgende hoofdstukken het lijden van Job beargumenteren. Hier ontmoeten we Job als een mens die is overweldigd door zijn verdriet. Als we hem zo niet zouden leren kennen, zouden we Job niet kunnen volgen als hij in de hoofdstukken die komen steeds opnieuw de beschuldigingen van de vrienden weerspreekt.

Job vraagt zich af waarom God hem het leven heeft geschonken, terwijl hij het leven totaal niet meer ziet zitten. God heeft zijn leven bedolven onder ongeluk. Hij is de weg volledig kwijt. Wat hem nog het meest pijn doet, is dat hij de liefde van God niet meer ervaart. Job klaagt, zoals Jeremia (Klaagliederen 3:1-9). Job 3:23 is een herhaling en een verbitterde versie van vers 20. De vraag in dat vers is een ironische echo van wat Satan heeft gezegd in 1:10. Toen zei Satan dat God Job beschermd had en gezegend.

Job kan geen aanleiding bedenken voor zijn rampspoed. Hij heeft niet gezondigd, dus is zijn lijden daar niet het gevolg van. Hij heeft geen overtreding begaan, anders kon hij de straf begrijpen. Zoals de lezer weet, kon zelfs Satan geen fout bij Job vinden. Job herinnert zich hoe hij vroom en rechtvaardig heeft geleefd. In zijn verbijstering vertelt Job God precies hoe hij zich voelt, en gewoon wat hij denkt. Je kunt nauwelijks beter bidden. Want Job richt zich van begin tot eind op God, en vooral niet op zijn verliezen. Het lijkt erop dat hij God verloren heeft, waarom hij zo wordt gekweld en zich zo uit.

Aanwijzingen voor de prediking

De gemeenteleden die het bijbelboek een beetje kennen, weten dat Job zijn geboortedag vervloekt. Dat is best schokkend, als je bedenkt hoe Job eerder is getekend, namelijk als een waarachtig vroom mens. Hoe is het dan mogelijk, dat Job zulke uitlatingen doet als in dit hoofdstuk? Het bevestigt in elk geval dat Job een oprecht mens is, en het laat zien dat een oprechte gelovige niet verheven is boven gevoelens van pijn, verdriet, woede, wanhoop en opstand. Later zal Job God rechtstreeks aanspreken. Nu doet hij dat nog niet, maar natuurlijk is wat hij zegt behalve voor de vrienden zeker ook voor Gods oren bestemd. Dat is een aanwijzing voor elke gelovige: je mag met je klacht naar God gaan. In de psalmen en door bijvoorbeeld Jeremia gebeurt dit ook. Neemt God Job zijn klacht kwalijk? Nee, als God zal spreken, maakt Hij Job geen verwijt, en beperkt Hij zich ertoe Job op zijn plek te zetten: Gods wegen zijn voor Job onbegrijpelijk. Het is ook Gods verlangen dat we naar Hem toe open en eerlijk zijn, zoals ouders graag van hun kinderen zien.

Strikt genomen heeft de klacht van Job geen adres. De verteller mikt op onze hoorders. Job is heel boos op God. Misschien zijn er onder ons gehoor die heel boos op God (geweest) zijn om wat ze hebben meegemaakt, of nu meemaken. Bij Job is het radeloos ongeluk en totale onrust die hem door elkaar schudden, en die hem brengen tot zijn vertwijfelde “waarom”-uitroepen. Wat Job heeft gevreesd, is nu zijn situatie: geen vreugde, geen geluk, geen gezondheid, geen voorspoed, geen mooi gezin etc. Dat raakt ons allemaal. “Waarom?” roept Job diep gefrustreerd uit. Dat is herkenbaar en kan actueel zijn. Waarom overkomt je de tegenslag, of zelfs tegenslag op tegenslag? Waarom is er niets dat je nog hoop geeft of waar je voor leeft?

Job is levensmoe. De Bijbel in Gewone Taal vertaalt vers 23 als volgt: “Waarom laat God mij leven, terwijl ik de zin van het leven niet zie? Waarom laat God me niet sterven?” Feitelijk zegt Job: “Waarom moet ik nog verder leven? “ Job wil dood. Een moderne uitdrukking daarvoor is dat Job zijn leven voltooid vindt. Maar “voltooid leven” is een eufemisme. Iemand noemde in Trouw (19 januari 2019) deze term “een schandaal”. Want in werkelijkheid is sprake van een uitgeput of verwoest leven, een verbitterd of vereenzaamd leven. Elk leven is nooit voltooid. Maar de realiteit is dat het leven niet een feest is, waarbij wij alleen de slingers maar hoeven op te hangen. Wij leven in een prestatiesamenleving die pretendeert dat het geluk maakbaar is en dat je als volwaardig lid de regie in eigen hand moet nemen. Maar dat is een absurde gedachte. Hebben wij ooit de regie over onze carrière, ons huwelijk, onze vriendschappen, ons gemoed, onze plannen? In de goede tijd heeft Job zich op alle fronten maximaal ingezet: als gelovige, als vader van zijn gezin, als burger, als weldoener. Maar de regie had niet hij. Die lag bij God, die bestuurt zonder verantwoording af te leggen aan wie dan ook.

De klacht van Job is herkenbaar. Zijn vraag is begrijpelijk. Toch is die ergens ook dwaas. Want God is de pottenbakker, en wij zijn de klei in zijn handen. Wij kunnen Gods bedoelingen niet doorgronden. God is soeverein. Dat is juist ook wat het boek Job ons leert. Job houdt zijn vragen totdat God gaat spreken. Niet dat hij een verklaring krijgt, en toch is Job dan volledig tevredengesteld. Maar dan zijn we inmiddels wel in het laatste hoofdstuk van dit boek aangekomen. Inderdaad, het kan lang duren, maar God geeft antwoord, op zijn tijd en wijze.

Wie worstelt met het “waarom” in zijn leven, laat hij die vraag maar aan God stellen, desnoods eruit gooien. Maar Job stelt zijn vraag niet om zich van God los te rukken. Integendeel, hij wendt zich naar Hem toe. Datzelfde doet Jezus als Hij hangt aan het kruis en uitroept: “Mijn God, mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?” De vraag naar het “waarom” is volgens velen een verkeerde vraag. Toch kan die vraag heilzaam zijn. Omdat je met je vraag naar God toegaat. En van wie anders zou je het antwoord willen horen? Jobs vraag is een vraag naar de wijsheid van God, de Almachtige Vader. Job heeft het vertrouwen in God niet op zak. Daarom is Job zo levensecht. De worsteling van Job zien we ook in het leven van Jezus als Hij vóór de kruisiging in de Hof van Getsemane bidt. Het is genade als een gelovige zich net als Job door de beproeving heen leert toevertrouwen aan God.

Misschien moeten we in de kerk meer in gesprek over de dood, ook al hebben we geen pasklare antwoorden. Sterven lijkt steeds meer een medisch fenomeen te worden, maar dat is niet terecht. Het gaat ook over levensvragen, over zingeving, over het leven na de dood. De prediking is een middel om dit gesprek op gang te brengen en de gemeente bijbelse gedachten over het levenseinde en de eeuwigheid aan te reiken.

Ideeën voor kinderen en tieners

Voor de hand ligt de vraag of ze wel eens te maken hebben gehad met de dood, wie dat was, wat ze voelden, en wat ze hebben gedaan om hun gevoelens te uiten. Een andere ingang voor het gesprek is of ze verdriet of wanhoop hebben meegemaakt, en wat ze daarmee deden. En wie of wat hen dan heeft bemoedigd. Misschien God, bidden, zingen, een tekening maken, appen met een vriend of vriendin?

Liturgische aanwijzingen

De weg is een belangrijk thema in het Nieuwe Testament, o.a. Matteüs 5:48 (volmaakt),Matteüs 7:14 (smal), Hebreeën 12:2 (Christus volgen), 1 Tessalonicenzen 3:3 (verdrukking op de weg). De dood heeft niet het laatste woord (1 Korintiërs 15).

Geraadpleegd

•F.I. Andersen, Job, Tyndale Old Testament Commentaries, Westmont, 1976

•D.J. Estes, Job, Teach the Text Commentary Series, Grand Rapids, 2013.

•H. Post, Job. Een geloofsheld strijdt om recht, Kampen, 2017.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken