Menu

Premium

Preekschets Lucas 2:40-52 – 1e zondag na Epifanie

1e zondag na Epifanie

‘Maar Jezus zei tegen hen: ‘Waarom hebt u naar me gezocht? Wist u niet dat ik in het huis van mijn Vader moest zijn?’

Lukas 2:49
Schriftlezing: Lukas 2:40(!)-52

Zie ook

Het eigene van de zondag

De zondagen van Epifanie zijn bij uitstek geschikt om uit het evangelie te lezen en te preken. Door opnieuw stil te staan bij het leven van Jezus, komt Hij als persoon weer in het licht. Al te snel wordt Jezus in de prediking een symbool, dogma of model. Maar hoe Hij was, wat Hij zei en hoe Hij handelde, daarin wordt de Vader zichtbaar. Epifanie: de heerlijkheid van God wordt zichtbaar op aarde voor ieder die gehoor geeft aan Jezus Christus.

Aan het begin van deze periode lezen we een viertal verhalen uit de eerste hoofdstukken van Lukas. Het zijn verhalen uit de begintijd van Jezus’ optreden, die in de prediking minder vaak aan de orde komen.

Uitleg

Dit is het enige verhaal dat we van Jezus kennen uit de tijd tussen zijn geboorte en zijn zalving. Opvallend is dat er – anders dan van de heldenverhalen uit de Griekse literatuur – van Jezus geen sterke verhalen over zijn jeugd zijn. Ook in deze geschiedenis ligt het accent op de nederigheid en gehoorzaamheid van Jezus en niet op wonderlijke acties. Tegelijk wordt er wel een duidelijk accent gezet op de groei in wijsheid en het besef van zijn roeping. Dat Jezus zich positief ontwikkelde richting zijn ambt, wordt onderstreept door de groei in ‘wijsheid, grootte en genade bij God en mensen’ (2:52 HSV).

Op sommige lezers (jongeren?) komt Jezus in dit verhaal nogal serieus en saai over. Toch is zijn gedrag vanuit de ontwikkelingspsychologie goed voorstelbaar en passend bij een jongen van twaalf jaar (in vs. 43 letterlijk ‘het kind Jezus’ genoemd). Dat zijn ouders hem niet direct missen en daarna zoeken binnen het reisgezelschap geeft een gezonde relatie aan, waaruit vertrouwen en vrijheid spreekt. Zijn eigen verbazing dat ze hem zochten geeft niet alleen aan dat ze hem in de tempel hadden kunnen vinden, maar ook dat Jezus wel weer thuis gekomen zou zijn: ze hadden rustig door kunnen reizen naar Nazareth. Twaalf jaar is een gebruikelijke leeftijd waarop kinderen hun zelfbewustzijn ontwikkelen en gaan nadenken over zichzelf, de wereld en hun toekomst. Het is niet vreemd dat Jezus in de tempel blijft hangen, met een groeiend vermoeden van zijn bijzondere afkomst en roeping. Hier valt voor het eerst ook het messiaanse ‘moeten’, waarin Jezus blijk geeft van zijn levensopdracht. Treffend is ook het slot: ‘en was hen voortaan gehoorzaam’. Maarten Luther geeft hieraan een heel concrete draai, door te schetsen hoe het in huize Jozef aanpakken geblazen is in het huishouden en hoe Jezus als oudste zoon daarin gewoon meedoet.

Binnen het hoofdstuk staat het verhaal ingeklemd tussen 2:40 en 2:52, waarin sprake is van groei in wijsheid door Jezus (de Textus Receptus spreekt in 2:40 ook over ‘gesterkt in de Geest’). De gebeurtenis in Jeruzalem kan worden gelezen als een illustratie van deze geestelijke wijsheid. De omstanders stonden versteld van zijn inzicht. Mede uit dit verhaal is de conclusie te trekken, dat Lukas in zijn voorbereidend onderzoek ook gesprekken met Maria moet hebben gehad. Zie ook het refrein in het evangelie dat zij alles bewaarde in haar hart (2:51; 2:19), maar ook de impliciete zaligsprekingen van Jezus in dit evangelie met betrekking tot zijn moeder (8:21; 11:28).

Het jaarlijks optrekken naar Jeruzalem was geen verplichting voor joodse moeders en kinderen. Dat Jozef en Maria hier jaarlijks voor kozen, laat iets zien van de serieuze en trouwe manier waarop zij hun opvoedingstaak hebben opgepakt. Het beeld van het reisgezelschap roept een goede sfeer op, waarin reisgenoten genoten van de onderlinge verbondenheid en de dienst aan God. Dat we na deze geschiedenis niets meer horen van Jozef, heeft in de traditie geleid tot het vermoeden dat de wettelijke vader van Jezus vrij jong is overleden.

De tempel is een belangrijk motief in Lukas. Zijn boek begint en eindigt in de tempel. De tweede helft van het boek beschrijft de enkele reis van Jezus naar Jeruzalem, die doorloopt tot op het tempelplein. Dat Jezus als twaalfjarige jongen al in de tempel blijft hangen is daarom veelzeggend. Zijn uitspraak dat hij in het huis van zijn Vader moest zijn, krijgt hiermee een bijzondere belichting. De tempel is in het evangelie van Lukas de belangrijkste plek in het leven van Jezus. Daarmee maakt de evangelist duidelijk dat de tempel door Jezus tot vervulling wordt gebracht. Het was zijn thuis. Het huis van God is gebouwd voor de Zoon van God. In de andere tekstversie ‘ik moest bezig zijn met de dingen van mijn Vader’, komt dit wat minder naar voren. Overigens is het goed om op te merken dat dit de eerste uitspraak van Jezus is, die we in de Bijbel tegenkomen. Dan is het een veelzeggend woord!

In tegenstelling tot andere bijbelse verhalen, worden hier veel gevoelens en overwegingen gedeeld. Dat lijkt algemeen menselijke herkenning mogelijk te maken (je zult maar drie dagen zoeken naar je kind!), maar tegelijk kan het ook op het verkeerde been zetten. Er is rond Jezus ook altijd iets wat niet algemeen menselijk is, maar wel reactie oproept.

Opvallend is de uitspraak: ‘ze begrepen niet wat hij zei’. Dat kan niet te maken hebben met de toewijding van Jezus aan zijn hemelse Vader of aan zijn bereidheid om gehoor te geven aan zijn levensroeping. Van Bruggen doet de suggestie, dat Maria en Jozef voor het eerst iets van pijn hebben ervaren, die te maken had met de bijzondere roeping van hun zoon. Er ontstond een afstand tussen hen en hun zoon, ook al door zijn uitspraak over zijn Vader, waarmee Hij Jozef niet bedoelde. Jezus leerde zijn eigen, eenzame weg gaan. Het onbegrip kan vastzitten op de vraag, waarom zijn goddelijke roeping gepaard moest gaan met menselijk lijden. Zijn dienst betekent dat Maria en Jozef hem kwijtraken, later tot in de dood.

Aanwijzingen voor de prediking

Een verhalende tekst nodigt ook uit om in de preek sommige stukken vertellend te brengen. Het reisgezelschap, de schrik van de ouders, de verbazing van Jezus lenen zich daarvoor. Dat Lukas even een retroperspectief kiest (‘ze begrepen het niet’), daagt uit om dat extra perspectief te benutten, bijvoorbeeld terugblikkend in de eerste persoon: ‘we begrepen het toen nog niet’.

In een preek over deze tekst is het goed om iets te zeggen over geloofsopvoeding en de ontwikkeling van kinderen. Het is verstandig om hierbij een al te docerende toon te voorkomen. Wellicht kan de modus van de verwondering hierbij helpen: hoe mooi is het om te zien wanneer jongeren zich ontwikkelen in hun karakter, zelfbeeld en roeping! Daarbij was er bij Jezus ook op die leeftijd al meer aan de hand, zie het messiaanse ‘moeten’, zijn spreken over ‘mijn Vader’ en zijn opvallende wijsheid.

Het doel van Lukas kan ook het doel van de prediker worden: met eerbied laten zien, hoe Jezus naar zijn bijzonder ambt toegroeide. Respect, niet zozeer voor een jongen van twaalf, maar voor de Heiland die heel zijn leven bezig is geweest met zijn roeping. Hij moest daarvoor, zo jong al, een stukje onbegrip en eenzaamheid ervaren. Maar Hij deed dat uit dienstbaarheid aan zijn Vader en uit liefde voor de mensen. Bijzonder is de indruk die Hij maakte op de leraren: zijn wijsheid was groot: liefde voor de Vader, inzicht in de mens, visie op de wereld.

Ideeën voor kinderen en tieners

De leeftijd van twaalf jaar geeft direct aansluiting bij jongeren en kinderen. Wel moet worden voorkomen dat Jezus als saai en supervroom wordt neergezet. Hij had een gezonde nieuwsgierigheid en een beginnend besef van zijn levenstaak. Moraliserende opmerkingen liggen hier wel op de loer. Daarmee komt Jezus echter eerder op afstand dan dichterbij. Het zou mooi zijn, als bij jongeren een verlangen gewekt kan worden: met zo’n jongen als Jezus had ik best vriend willen zijn.

Een aansluiting is ook te maken door van een bekende Nederlander (of wereldburger) iets te vertellen uit zijn/haar kinderjaren. Als mensen belangrijk worden, worden de verhalen uit de jeugd opgeduikeld. Hoe langer het geleden is, hoe mooier de verhalen worden. Lukas doet dat juist niet. Voor zijn lezers (ontwikkelde Grieken) was dat misschien een teleurstelling. Tegelijk geeft dit niet-spectaculaire verhaal ons een mooi inkijkje in de ontwikkeling van Jezus tot Verlosser, zie ook Hebreeën 5: 8.

Liturgische aanwijzingen

Bij de lezing uit Lukas 2 past heel goed een lezing uit Jesaja 11, een traditionele tekst aan het begin van Epifanie.

Bij het beeld van de reis naar Jeruzalem passen zowel de Sionsliederen (Psalm 46, 48, 84), als de pelgrimsliederen (Psalm 120-134). Het bezig zijn met Gods Woord komt in Psalm 119 uitgebreid aan de orde.

In kerkelijke liedboeken heeft Epifanieëntijd een eigen afdeling.

Geraadpleegde literatuur

Voor een creatieve exegese levert Jakob van Bruggen (Commentaar op het Nieuwe Testament, derde serie) ongebruikelijke overwegingen bij het bekende verhaal.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken