Bedenkingen bij een groene bijbel
Waar hebben we het over als we het woord ‘groen’ gebruiken? Of woorden die aan ‘groen’ verwant zijn? Ik geef een eenvoudig voorbeeld. Een paar jaar geleden reed ik vanuit Nijmegen het land van Maas en Waal in en las op een bord, bij een boerderijtje langs de kant van de weg, ‘duurzame eieren te koop’. Ik weet werkelijk niet of mensen überhaupt stil staan bij die reclame, maar wel dat deze bij mij verbazing opriep. ‘Duurzame eieren’? Wat is dat nou? Eieren die tien jaar goed blijven of zo? Of die onvoorstelbaar hard zijn? Het woord duurzaam, een vertaling van het Engelse woord sustainable is hier totaal onzinnig gebruikt.
Het woord ‘groen’ zelf is ook al diffuus. Waarom bijvoorbeeld heet de ‘Groene Amsterdammer’ de groene Amsterdammer? Het antwoord op die vraag kon ik gelukkig vinden. Een van de mede-eigenaren van de krant was de bekende Amsterdamse schrijver Justus van Maurik. De inkt op de voorpagina was in de begindagen groen. Omdat er in 1883 ook een dagelijkse krant kwam met de naam ‘Amsterdammer’ werd het blad in de volksmond ‘De Groene Amsterdammer’ genoemd. In 1925 werd die naam officieel. Leuk om te weten, maar het is ook zinnig om in dit voorbeeld te zien dat het woord ‘groen’ hier niet als metafoor is gebruikt, zoals dat bijvoorbeeld het geval is bij ‘Groen Links’. En wat te denken over ‘de groene pas’, een groen certificaat waarvan vandaag in de Europese Unie sprake is? Een pas voor mensen die al tegen corona zijn gevaccineerd en die hun dus extra ruimte moet geven. Dat doet denken aan een verkeerslicht dat op groen staat, maar dat heeft met klimaat of de natuur natuurlijk helemaal niks te maken.
Wat is groen? Als dat niet zomaar duidelijk is, dan is het gemakkelijker om te zeggen wat groen in de metafoor niet is. Vervuiling is bijvoorbeeld niet groen. In dat licht is het spreken over een ‘Groene Bijbel’ zacht gezegd ook vreemd. Het is een anachronisme. En misschien ook wel een pleonasme; de Bijbel is nooit niet groen geweest. Vervuiling van de leefomgeving kwam in Bijbelse tijden niet voor en als het al voorkwam, dan zeker niet in die mate waarin vervuiling vandaag voor ons wereldwijd aan de orde is. Dat laat onverlet dat je in de Bijbel wel kunt lezen over de natuur. Dat blijkt uit alle artikelen in deze aflevering. Maar helaas is ook het woord ‘natuur’ al belast als je het weegt op de weegschaal van wat we ‘Ideengeschichte’ (de geschiedenis van ons denken) noemen. Van de filosoof Jean-Jacques Rousseau kennen we de oproep: terug naar de natuur. Dat kun je slechts beweren als je een eenzijdige kijk op de natuur hebt. De natuur is namelijk niet alleen wonderschoon, maar ook weerzinwekkend wreed. Als zodanig is het wel onze leefomgeving en die kun je niet ongestraft vernietigen omdat de vernietiging door de mens ook een zelfvernietiging is. Je kunt ook met goede bedoe- lingen nadruk leggen op het belang van de bodem, maar met een flinke scheut bloed erbij (Blut und Boden) is dat levensgevaarlijk.
De natuur is te prijzen (dat blijkt ook in de Bijbel), maar er is geen enkele reden om haar te vergoddelijken, want ook dat is gevaarlijk. We zullen moeten leren met ontzag met haar om te gaan. En dat is dan wel weer een Bijbels gegeven. In Genesis 1 (in diverse artikelen in dit nummer wordt daarnaar verwezen) krijgt de mens de opdracht te heersen over de natuur. Maar daarmee is nog niet alles gezegd. In Genesis 9 wordt dat heersen nader ingekleurd. We lezen daar namelijk dat God ook een verbond heeft met de dieren! God zegt tegen Noach:
Hierbij sluit ik een verbond met jullie en met je nakomelingen, en met alle levende wezens die bij jullie zijn: vogels, vee en wilde dieren, met alles wat uit de ark is gekomen, alle dieren op aarde.
Genesis 9,9-10
Als daaruit al een conclusie getrokken kan worden, dan die van Harm van Grol in zijn artikel in dit nummer. Er is maar één weg: zie de natuur niet als een ‘het’ waarover je onbegrensd en dus ook destructief kunt heersen, maar als een ‘jij’, waartoe je je hebt te verhouden. Omdat ook God zelf zich al verhoudt tot alles wat leeft. Dat is in mijn ogen groen.
Gerard van Broekhuizen is theoloog en kunstenaar.