Bodem leggen voor een duurzaam milieu
Wat iedereen moet doen tegen bodemuitputting
Maandag: tijd voor een Theologencolumn. Deze week opent Thandi Soko-de Jong de week in het tegen van Wereldvoedseldag. Wat weten we eigenlijk van de grond waar we op staan? Is die gezond?
„De realiteit blijft dat de bodem, kwetsbaar en bedreigd is – en dat we er wel afhankelijk van zijn.”
Thandi Soko-de Jong
Weet jij nog hoe de grond er in je omgeving uitzag toen je opgroeide? Waar ik ben opgegroeid, in Malawi, was de grond meestal rood of bruin of iets daartussenin. Ik heb lang gedacht dat alle grond in de wereld die kleuren had. Daarom waren er dingen die ik als ‘normaal’ beschouwde. Ik verwachtte bijvoorbeeld dat modder overal ter wereld rood of bruin was en dat je overal ter wereld, als je naar de grond keek, ook stof zou zien.
Later leerde ik dat grond eruitziet zoals het eruitziet door haar bestandsdelen, zoals voedingsstoffen en mineralen. Er zijn manieren om met die inhoud van de grond te spelen – om het te manipuleren en te veranderen –, maar meestal kan je gemakkelijk zien met welke grondsoort je te maken hebt.
Op Wereldvoedseldag, wat het vandaag is, word ik herinnerd aan de sterke en kwetsbare kanten van de bodem. Aan de ene kant is de bodem sterk en veerkrachtig, en voedt het de mensen en dieren die ervan afhankelijk zijn om eten te hebben. Aan de andere kant is de bodem kwetsbaar; ze is gevoelig voor uitputting en vernietiging door zowel natuur(rampen) als door menselijke activiteiten.
Natuurrampen herinneren ons eraan hoe afhankelijk de mens is van een gezonde, natuurlijke omgeving.
Bodemuitputting en -vernietiging worden veroorzaakt door erosie en verlies van organisch materiaal en bodemvruchtbaarheid als gevolg van vervuiling, overmatig gebruik, giftige chemicaliën of overstromingen. In het voorbeeld van Malawi heeft bodemuitputting in sommige delen van het land geleid tot kleinere oogsten.
Een kwetsbare bodem
Bij kwetsbaarheid van de bodem denken we vaak aan de invloed die het heeft op mensen en (wilde) dieren. We spreken dan vaak over de beschikbaarheid van voedsel of andere bronnen die nodig zijn om te overleven. Natuurlijk hebben we vruchtbare grond nodig voor voedselzekerheid. Volgens de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) is zelfs 95% van het voedsel dat mensen consumeren direct of indirect afkomstig van de bodem. Maar de toestand van de bodem heeft niet alleen impact eten, en mensen en dieren; de aarde wordt zelf ook negatief beïnvloed. Volgens sommige schattingen is ongeveer een derde van de bodems op aarde al enigerwijs aangetast, en er gaat 24 miljard ton vruchtbare grond per jaar verloren door intensieve landbouw – naarmate de vraag naar voedsel toeneemt.
Vandaag de dag, met de ontwikkeling van andere landbouwmethodes, en manieren voor het verwerken en conserveren van voedsel, denken we allicht niet allemaal gelijk aan de gezondheid van de bodem. Dit lijkt meer iets voor degenen die er nauw mee samenwerken. In het verleden gold dat misschien voor iedereen, toen vorige generaties meer tastbaar afhankelijk waren van de goede werking van de natuur voor levensonderhoud. Maar al denken we er niet aan: overstromingen en andere natuurrampen komen voor – ze herinneren ons eraan hoe afhankelijk de mens is van een gezonde, natuurlijke omgeving.
Natuurrampen herinneren ons eraan hoe afhankelijk de mens is van een gezonde, natuurlijke omgeving.
Ik was in Nederland toen de cycloon Freddy over Malawi raasde. De media berichtte vooral over de gevolgen van de cycloon voor mensenlevens en hun inkomen, om zo inspanning aan te moedigen om levens te redden en het lijden te verzachten. Mijn gedachten bleven gefixeerd op die aspecten van de ramp. Maar toen ik later naar Malawi reisde, zag ik tot mijn afschuw de andere kant van de ramp. In sommige van de getroffen gebieden hadden zich aardverschuivingen voorgedaan. Er waren geulen op berghellingen waar eerder land had gelegen. Er lagen rotsen in rivieren die door de bergen waren meegesleurd. Het land lag er kwetsbaar bij.
Regeneratieve landbouw
Er is veel kennis die laat zien dat schade aan landschappen en de rest van het milieu niet alleen door rampen worden veroorzaakt, maar ook door menselijke activiteiten in de jacht op voedsel, mijnbouw, industrialisatie, ontginning van natuurlijke hulpbronnen en de vervuiling door afval. Er is behoefte aan doelbewuste zorg voor de bodem. Het is belangrijk dat we gaan beseffen dat er geen duurzaamheid zal zijn als we de eindigheid van de hulpbronnen van de aarde niet erkennen.
Regeneratieve landbouw is een van de goede voorbeelden van doelbewuste zorg en duurzame landbouwpraktijken die de gezondheid van de bodem bevorderen. Regeneratieve landbouw is een inheems-Amerikaanse praktijk die gebruik maakt van mengteelt, inheemse manieren van waterbeheer, polyculturen, boslandbouw en permacultuur. Hierdoor wordt de gezondheid en groei van planten verbeterd en tegelijkertijd de gezondheid van de bodem bevorderd door het vocht en de voedingsstoffen te behouden.
Rust en landbouw
Een ander voorbeeld van duurzame, doelbewuste zorg is ‘rust’. Rust in verband met het milieu is een praktijk die directe theologische connotaties heeft. Theologen als Madipoane Masenya Ngwan’a Mphahlele herinneren de lezers eraan dat ‘net zoals de mens behoefte heeft aan slaap en rust, ook het land behoefte [heeft] aan rust.’ Rust herinnert eraan dat noch de mens, noch de natuur onbegrensd is. Dit is een cruciaal besef in een tijd waarin de natuur wordt gecommodificeerd en er een culturele eis is, vooral door degenen met economische macht, dat zowel mens als natuur zo productief mogelijk zijn.
Op collectief niveau moeten we steun aan duurzaam landbouwbeleid vergroten; op individueel niveau moeten we lokale producenten steunen en voedselverspilling tegengaan.
Mphahlele’s oproep om het belang van rust te erkennen is ook een oproep om stil te staan bij de ritmes en cycli van het leven – zonder hen heeft herstel een zeer hoge prijs. Dit zien we ook in bijbelpassages, zoals:
“Maar het zevende jaar moeten jullie het land laten rusten. Het is een sabbatsjaar dat aan de HEER gewijd is. Je mag dan je land niet inzaaien, je wijngaarden niet snoeien” (Leviticus 25:4, NBV).
“Houd de sabbat in ere, het is een heilige dag. Zes dagen lang kunt u werken en al uw arbeid verrichten, maar de zevende dag is een rustdag, die gewijd is aan de HEER, uw God” (Exodus 20:8–10a, NBV).
Duurzaamheid als doel
Naarmate innovaties zich aandienen die beogen de grote menselijke afhankelijkheid van de natuur te verminderen, hebben we ook ontwikkeling nodig in de menselijke intenties voor een toename in duurzaamheid, voor iedereen. Op deze Wereldvoedseldag blijft de realiteit dat de bodem, net als andere delen van de natuur, kwetsbaar en bedreigd is, maar toch noodzakelijk is voor het overleven van niet alleen mensen, maar ook van de dierenwereld.
Bovendien hebben negatieve effecten op de natuur gevolgen voor mensen die weinig of geen toegang hebben tot wat ze nodig hebben om te gedijen. Duurzaamheid moet het doel blijven. Op collectief niveau moeten leden van de samenleving hun strijd voor en steun aan duurzaam landbouwbeleid vergroten. Op individueel niveau moeten mensen lokale producenten steunen, voedselverspilling tegengaan en de uitvoering van duurzaam beleid in het dagelijks leven ondersteunen.
Immers, zoals Steve de Gruchy schreef: “Aangezien we maar één aarde als thuis bewonen, zouden onze economie of huishoudelijke regels geworteld moeten zijn in ecologie: onze huishoudelijke wijsheid. Dit was in feite millennia lang het geval, met mensen die in uiteenlopende tijden en plekken hebben geprobeerd hun economische leven enigerwijs in een respectvolle relatie in te richten, tot de ecologische grenzen die zij ervoeren.”[1]
Thandi Soko-de Jong is een Malawisch-Nederlands activist en theoloog. Ze promoveert aan de Protestantse Theologische Universiteit op interculturele theologie.
Noot
[1] “Given that we inhabit only one earth as our home, our economy or household-rules should be rooted in ecology, our household-wisdom; and this was in fact the case for millennia as people in diverse times and places sought to build their economic life in some kind of respectful relationship to the ecological boundaries they experienced.” Steve de Gruchy, “An Olive Agenda: First thoughts on a metaphorical theology of development,” The Ecumenical Review 59(2-3): pp. 333–345.