Menu

None

Boek van Guus

Guus Labooy heeft een mooie inleiding in het christelijk geloof geschreven. Ik behandel het boek onder drie gezichtspunten: de catecheet, de apologeet en de theoloog.

De catecheet

Dit boekje van Guus Labooy draagt duidelijk de sporen van de catechese. Hoe maak ik aan de aankomende generatie duidelijk waar het in het christelijk geloof om gaat. De keuze voor de thema’s dienen zich als vanzelf uit de traditie aan: God, de drie-eenheid, de schepping en de zonde, Jezus, de Geest, de kerk, de Bijbel, navolging en de hoop op de komende heerlijkheid. Dit is het geloof van de kerk van de eeuwen en de catecheet zoekt naar woorden en beelden om het te vertellen. De gesprekstoon van de catecheet is bijna hoorbaar door de bladzijden heen. Regelmatig zegt hij: weet je nog wat ik je al eerder vertelde, of woorden van gelijke strekking.

Dat dialogische komt voort uit een catechetische praktijk. We luisteren naar iemand die aan steeds weer nieuwe generaties wil vertellen wat de kerk gelooft. Wat de catecheet zelf ook gelooft. Er is een persoon die ons wil inwijden, die zelf ook gelooft en voor dat geloof instaat. Dat maakt het anders dan een standaard catecheseboekje.  

De apologeet

Wie vandaag het geloof uitlegt, weet dat niets meer vanzelf spreekt Elke catecheet is apologeet. Dat wordt duidelijk in dit boekje. De maren en bezwaren die tegen het christelijk geloof opgeworpen worden, worden eerlijk benoemd en krijgen een doordacht antwoord. Net doen alsof die vragen er niet zijn, kan niet meer. Zelfs al zou je in het hart van de Bible-belt catechese geven, dan zal je ervan doordrongen moeten zijn. Dan moet ook voelbaar zijn dat je die vragen door je heen hebt laten gaan. Nu is de schrijver daar een gelukkig voorbeeld van. Hij komt zelf ‘van buiten’ en weet dus van de oordelen en vooroordelen tegen het christelijk geloof. Dat maakt een apologeet ook geloofwaardig.

Gelukkig geeft God de kerk steeds weer mensen die de reis maken van buiten naar binnen. Zij nemen in de kerk een eigen en bijzondere plek in. Ingaan tegen maren en bezwaren is dus een taak van de catecheet. De apologeet in kwestie houdt echter wel de toon licht. Geen moeizaam geworstel en al evenmin het verdedigen van wat niet verdedigd moet worden. Geen spoor van fundamentalisme. Maar evenmin minimalisering. Dit is gedragen door de overtuiging dat het christelijk geloof, juist ook in zijn ‘maximale’ gestalte, de toets van de redelijkheid kan doorstaan. Meer nog: bij uitstek redelijk is.

Christelijk geloof voor eeuwige beginners (Paperback)

De theoloog

Een catecheet en een apologeet is min of meer een theoloog. Een theoloog is iemand die de theologische traditie kent, die weet waar de basisbeslissingen van de kerk liggen en die deze persoonlijk heeft doordacht en zich eigen gemaakt. Hoe eenvoudig het boekje ook is, het is theologisch doordacht. Guus Labooy staat in de hoofdstroom van de christelijke traditie en schaamt zich niet voor een orthodox geloof. Hij vindt met recht dat dit de geloofsrijkdom het meest recht doet. Omdat ik in dezelfde traditie sta, bevind ik me daar wel bij. Ik denk dat de catecheet ook veel beter uit de voeten kan wanneer hij of zij in deze hoofdstroom staat.

De klassieke onderwerpen van de catechese vinden een natuurlijk plek. De catecheet kan vanuit een bepaalde rust en vertrouwen spreken: wat ik naar voren breng, is niet mijn hoogst originele mening, ik deel zelf in een rijke traditie en daarvan deel ik uit. Het geloof is niet afhankelijk van de originaliteit of inventiviteit van de catecheet. Dat is maar beter ook.

Het zou wel miraculeus zijn als er bij een boekje als dit geen vragen te stellen zijn. Zo blijft  de combi van basale informatie en doordenkers wat hinken op twee gedachten. Niet alle voorbeelden die gebruikt zijn zullen een ieder overtuigen. Een favoriet van Labooy van de directeur van een kernreactor die lijfelijk ingrijpt als er een fatale storing optreedt,  leidt me teveel af (hoezo kernreactor). Bij alle helderheid vind ik de insteek soms ook weer wat omslachtig (bijvoorbeeld het stukje over Pasen) en vraagt wel enig geduld van de lezer voordat Labooy bij het punt aangekomen is waar het hem om gaat. En in de strijd der theologen zal niet ieder dezelfde positie als Labooy innemen. Zo benadrukt hij als het om de triniteit gaat heel sterk de eenheid.

Het is de ene God die regeert, mens wordt en de Geest zendt. Het gesprek tussen de Vader en de Zoon is een innerlijk gesprek tussen de goddelijkheid van de Zoon (die de goddelijkheid van God is) en zijn menselijkheid. Zit er niet meer ‘meervoud’ in God? Hoe moet ik anders ‘God is liefde’ duiden, ook los van de schepping en de menswording? De ene goddelijke essentie is er immers in de drievoud van personen. Ik weet dat Guus hier vanuit o.a. Augustinus voldoende weerwoord op zal weten, maar noteer het punt toch.  

Vragen als deze zijn bij het wat hybride boekje onvermijdelijk en doen niet af van de waardering ervoor. Moge het oude en nieuwe (liever dan eeuwige) beginners helpen de fascinerende weg van het geloof te gaan.

n.a.v. Christelijk geloof voor eeuwige beginners / Guus Labooy / als paperback en e-book

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken